TAB 4.6 Acute zorg kinderen
Verpleegkundige aspecten bij het acuut
zieke kind
LES 1: Van Gerwen
1. Advanced Paediatric Life Support: ABCDE-benadering & PEWS
1.1. Benadering van het kritiek zieke kind
- Cardiorespiratoire stilstand bij kinderen komt veel minder frequent voor
dan bij volwassenen
- Zelden een primair cardiorespiratoir arrest ( wel indien congenitale
hartafwijkingen)
- Bij kinderen wél vaker een secundair cardiorespiratoir arrest
= een gevolg van onmogelijkheid van lichaam om om te gaan
met uitlokkende letsels of aandoeningen bv ernstige
weefselhypoxie door inadequatie oxygenatie met
myocarddysfunctie als gevolg
- Lichaam van het kind tracht zich te compenseren maar slaagt hier vaak
niet in
è met een respiratoire en circulatoire gedecompenseerde
status tot gevolg
è Kind gaat in cardiorespiratoir arrest
è Het terminale ritme zal in deze omstandigheid vaak een
niet-schokbaar ritme zijn:
- Polsloze elektrische activiteit (PEA)
- Asystolie
- Secundair cardio-respiratoir arrest gaat vaak gepaard met een slechte
prognose VOORAL als het uitlokkende cardio-resp falen & het arrest zelf
langdurig is
- Identificatie en reanimatie van een kind met een respiratoir arrest (mét
nog wel aanwezig hartactiviteit)
= 50% lange termijnoverleving en adequaat neurologisch
functioneren
- Identificatie en reanimatie van een kind na een cardiorespiratoir arrest
= enorm lage termijnoverleving
= overleving zonder neurologische letsels is veel
zeldzamer
( ook in goed ontwikkelde landen mét goede medische
voorzieningen)
è ESSENTIEEL om tekenen van falen VROEGTIJDIG te herkennen
en onmiddellijk in te grijpen!
Quick look : BBB
SSS
ABCDE
, (primaire klinische beoordeling)
Uitgebreide anamnese & gedetailleerd klinisch onderzoek
(secundaire klinische beoordeling)
Aanvullende evaluatie adhv labo’s, beeldvorming , …
(Tertiaire klinische beoordeling)
2. Quick look
2.1. BBB
- Snelle inschatting (5s) volgens BBB(B)
Behaviour
Breathing
Bodycolor
(Blood)
Behaviour – Gedrag:
= Evaluatie van de spiertonus en mentale status
= geeft de adequaatheid van resp., circ. & cerebrale
functie kort weer
- Geen spontane beweging, onmogelijkheid om te staan of te zitten
- Minder alert of minder interactie met de clinicus of de ouder/speelgoed
- Kind biedt geen weerstand tijdens klinisch onderzoek
- Kind is ontroostbaar
- Zwakke schrei, abnormale spraak voor de leeftijd
- Abnormale lichaamshouding, voorkeur zittende positie
- Convulsies of andere abnormale bewegingen
Breathing - Ademhaling
= beschrijft de resp. status, vooral de arbeid die het kind
dient te leveren
- Praat/weent het kind nog, is het kind nog gewoon aan het ademen
è Gerusstellend!
- Abnormale ademhalingsgeluiden, gedempte of hese spraak, stridor,
kreunen, wheezing
- Intrekkingen: supraclaviculair, intercostaal of substernaal, headbobbing
- Neusvleugelen bij inademing
Bodycolor - Kleur:
= Beschrijft kort de circulatoire functie voornamelijk in
termen van huidperfusie
, - Bleekheid : bleke huidskleur of slijmvliezen
- Gebloemd / Vermarmerd aspect: vlekkerige huidverkleuring
tgv verschillende graden van vasoconstrictie
- Cyanose: blauwachtige verkleuring van de huid en slijmvliezen
Blood – Bloedingen ( enkel in traumasituaties)
= Snelle check op grote bloedingen die essentieel zijn te stoppen
vooraleer verder te gaan met ABCDE
= Treat first what kills first !!!
Check onderstaande zones op bloedingen
Thorax
Abdomen
Bekken
Bovenbenen
2.2. SSS
Safety
( veiligheid van jezelf, het kind en omstaanders)
Stimulate
( Stimuleer of prikkel het kind om reactievermogen te testen)
Shout for help
2.3. ABCDE
LES 2: Van Gerwen
1. HUS
= Hemolytisch uremisch syndroom
= Meest voorkomende oorzaak van Acute Nierinsufficiëntie bij kinderen in
EU ( +/- 1 op 50 000 kinderen)
= Voornamelijk bij pre-school aged children (<6j) maar ook mogelijk bij
volwassenen (voornamelijk de atypische vorm
= jongens even veel kans als bij meisjes
Oorzaak:
Meest voorkomend bij het doormaken van een (darm)infectie met:
- Verocyto-toxineproducerende E. coli bacterie (besmet voedsel ,
ijsjes id zomer!) Beschadigt het endotheel weefsel van de nier
maar ook de RBC en Trombocyten
- Ook andere (maagdarm “aanvallende”) bacteriën kunnen leiden
tot een HUS namelijk:
Salmonella (rauw vlees(kip), rauwe melk, eieren, garnalen…)
Shigella (besmet voedsel, water (ijsblokjes), voorwerpen,
uitwerpselen/wc)
Campylobacter (rauwe kip, rauwe groenten & rauwe melk)
Yersinia (varkensvlees)
Verpleegkundige aspecten bij het acuut
zieke kind
LES 1: Van Gerwen
1. Advanced Paediatric Life Support: ABCDE-benadering & PEWS
1.1. Benadering van het kritiek zieke kind
- Cardiorespiratoire stilstand bij kinderen komt veel minder frequent voor
dan bij volwassenen
- Zelden een primair cardiorespiratoir arrest ( wel indien congenitale
hartafwijkingen)
- Bij kinderen wél vaker een secundair cardiorespiratoir arrest
= een gevolg van onmogelijkheid van lichaam om om te gaan
met uitlokkende letsels of aandoeningen bv ernstige
weefselhypoxie door inadequatie oxygenatie met
myocarddysfunctie als gevolg
- Lichaam van het kind tracht zich te compenseren maar slaagt hier vaak
niet in
è met een respiratoire en circulatoire gedecompenseerde
status tot gevolg
è Kind gaat in cardiorespiratoir arrest
è Het terminale ritme zal in deze omstandigheid vaak een
niet-schokbaar ritme zijn:
- Polsloze elektrische activiteit (PEA)
- Asystolie
- Secundair cardio-respiratoir arrest gaat vaak gepaard met een slechte
prognose VOORAL als het uitlokkende cardio-resp falen & het arrest zelf
langdurig is
- Identificatie en reanimatie van een kind met een respiratoir arrest (mét
nog wel aanwezig hartactiviteit)
= 50% lange termijnoverleving en adequaat neurologisch
functioneren
- Identificatie en reanimatie van een kind na een cardiorespiratoir arrest
= enorm lage termijnoverleving
= overleving zonder neurologische letsels is veel
zeldzamer
( ook in goed ontwikkelde landen mét goede medische
voorzieningen)
è ESSENTIEEL om tekenen van falen VROEGTIJDIG te herkennen
en onmiddellijk in te grijpen!
Quick look : BBB
SSS
ABCDE
, (primaire klinische beoordeling)
Uitgebreide anamnese & gedetailleerd klinisch onderzoek
(secundaire klinische beoordeling)
Aanvullende evaluatie adhv labo’s, beeldvorming , …
(Tertiaire klinische beoordeling)
2. Quick look
2.1. BBB
- Snelle inschatting (5s) volgens BBB(B)
Behaviour
Breathing
Bodycolor
(Blood)
Behaviour – Gedrag:
= Evaluatie van de spiertonus en mentale status
= geeft de adequaatheid van resp., circ. & cerebrale
functie kort weer
- Geen spontane beweging, onmogelijkheid om te staan of te zitten
- Minder alert of minder interactie met de clinicus of de ouder/speelgoed
- Kind biedt geen weerstand tijdens klinisch onderzoek
- Kind is ontroostbaar
- Zwakke schrei, abnormale spraak voor de leeftijd
- Abnormale lichaamshouding, voorkeur zittende positie
- Convulsies of andere abnormale bewegingen
Breathing - Ademhaling
= beschrijft de resp. status, vooral de arbeid die het kind
dient te leveren
- Praat/weent het kind nog, is het kind nog gewoon aan het ademen
è Gerusstellend!
- Abnormale ademhalingsgeluiden, gedempte of hese spraak, stridor,
kreunen, wheezing
- Intrekkingen: supraclaviculair, intercostaal of substernaal, headbobbing
- Neusvleugelen bij inademing
Bodycolor - Kleur:
= Beschrijft kort de circulatoire functie voornamelijk in
termen van huidperfusie
, - Bleekheid : bleke huidskleur of slijmvliezen
- Gebloemd / Vermarmerd aspect: vlekkerige huidverkleuring
tgv verschillende graden van vasoconstrictie
- Cyanose: blauwachtige verkleuring van de huid en slijmvliezen
Blood – Bloedingen ( enkel in traumasituaties)
= Snelle check op grote bloedingen die essentieel zijn te stoppen
vooraleer verder te gaan met ABCDE
= Treat first what kills first !!!
Check onderstaande zones op bloedingen
Thorax
Abdomen
Bekken
Bovenbenen
2.2. SSS
Safety
( veiligheid van jezelf, het kind en omstaanders)
Stimulate
( Stimuleer of prikkel het kind om reactievermogen te testen)
Shout for help
2.3. ABCDE
LES 2: Van Gerwen
1. HUS
= Hemolytisch uremisch syndroom
= Meest voorkomende oorzaak van Acute Nierinsufficiëntie bij kinderen in
EU ( +/- 1 op 50 000 kinderen)
= Voornamelijk bij pre-school aged children (<6j) maar ook mogelijk bij
volwassenen (voornamelijk de atypische vorm
= jongens even veel kans als bij meisjes
Oorzaak:
Meest voorkomend bij het doormaken van een (darm)infectie met:
- Verocyto-toxineproducerende E. coli bacterie (besmet voedsel ,
ijsjes id zomer!) Beschadigt het endotheel weefsel van de nier
maar ook de RBC en Trombocyten
- Ook andere (maagdarm “aanvallende”) bacteriën kunnen leiden
tot een HUS namelijk:
Salmonella (rauw vlees(kip), rauwe melk, eieren, garnalen…)
Shigella (besmet voedsel, water (ijsblokjes), voorwerpen,
uitwerpselen/wc)
Campylobacter (rauwe kip, rauwe groenten & rauwe melk)
Yersinia (varkensvlees)