Inhoud
HCO Operatiekwartier
HCO respiratoire problemen
WCO respiratoire problemen
, HET OPERATIEKWARTIER
Inleiding
Taak van operatieverpleegkundigen
Anesthesie Instrumenterende Omloopverpleegkun
verpleegkundige verpleegkundige dige
- Hulp moonitoring - Anticiperen op - Aanbieden van
- Hulp anesthesie chirurg materiaal indien
- Hulp katheters - Kennis van ingreep iets nodig is
- Hulp positioneren - Gepaste tijdens ingreep
- Hulp buiten OK instrumenten - Bewaakt
aangeven steriliteit
- Kompressen tellen
Checklist patiëntveiligheid
= als geheugensteuntje, standaardisatie van processen, om menselijke fouten te
reduceren.
Checklist
o Juiste patiënt
o Juiste anesthesie
o Juiste kan
o Nuchter
o Allergie
o Kompressen en instrumenten.
o Stalen correct afhandelen
o …
elk ziekenhuis heeft zijn eigen checklist, maar de belangrijkste zaken
vind je overal terug.
Anesthesie
Vlot verloop van anesthesie
Monitoring
= elke patiënt wordt gemonitord: EKG, bloeddruk- en saturatiemeter aanleggen.
EKG: curve bekijken!
o 3 leads bij gezonde mensen.
o 5 leads bij cardiaal belaste patiënten.
o In sommige omstandigheden (bv. schouderoperatie of
brandwonden) zullen elektroden op een andere plaats gekleefd
worden.
Bloeddruk
o Bloeddrukmanchette met verschillende maten.
o Bij voorkeur aan bovenarm.
o Nooit aan kant waar AV-fistel aanwezig is.
Saturatiemeter
o Aan vinger
o Meestal aan de kant waar er een infuus geplaatst is.
, Beademingstoestel
= zowel voor kinderen als volwassenen: elke ochtend algemeen testen.
Toestel wordt gecontroleerd op
o Lekdichtheid
o Controle van anesthesiegassen
Steeds verbinden met elektriciteitsnetwerk via rode stopcontacten.
Toestel heeft afzuiging van narcosegassen zodat uitgeademde gassen niet
zomaar in de operatiezaal blijven.
Per patiënt wordt er een swivel en bacteriefilter aagebracht.
Masker Laryngoscoop Endotracheale tube
Laryngeaal masker Mayocanules Mandrain
Medicatie
Reanimatie medicatie
= steeds klaar leggen ongeacht soort anesthesie of operatie.
Atropine: bij bradycardie
o Kant- en klare spuit
o 0,2mg/ ml in spuit van 5ml of 1mg/ 5ml.
Ephedrine: bij hypotensie
o Kant- en klare spuit
o 30mg/ 10ml.
steeds getitreerd toedienen!
Inductie medicatie
Opiaten: pijnstillers
o Verdovende middelen zodat de patiënten geen pijn ondervinden
tijdens operatie.
o Voorbeelden: Sufenta, Ultiva en Fentanyl.
Hypnotica: slaapmiddelen
o Voorbeelden: Propolipid of Propofol.
Curare: spierverslappers
o Bewaren in de koelkast
o Voorbeelden: cisatracurium of rocuronium
elke spuit voorzien van label met juiste naam en concentratie, datum,
uur, naam VPK/ arts