,SAMENVATTING
Strafrecht & Strafprocesrecht
KULEUVEN
, Inhoudsopgave van de samenvatting:
Hoorcollege Titel. Boek.
LES 1 Wat is strafrecht? Deel 1: hoofdstuk 1 + 2.
Pagina: 1 – 7.
LES 2 Situering van het strafrecht tussen andere. Rechtsdisciplines. Deel 1: hoofdstuk 3 + 4.
Pagina: 7 – 18.
LES 3 Het legaliteitsbeginsel. Deel 2: hoofdstuk 1 + 2 + 3.
Pagina: 19 – 32.
LES 4 Het misdrijf. Deel 2: hoofdstuk 4.
Pagina: 32 – 37.
LES 5 ☺ Het misdrijf: Het objectieve bestanddeel. Deel 2: Hoofdstuk 6, Afdeling 2.
Pagina: 37 – 45.
LES 6 ☺ Het misdrijf: Het subjectieve element. Deel 2: Hoofdstuk 6, Afdeling 3.
Pagina: 45 – 53.
LES 7 Wederrechtelijkheid. Deel 2: Hoofdstuk 7.
Pagina: 59 – 70.
LES 8 Strafrechtelijke schuld. Deel 2: Hoofdstuk 8.
Pagina: 70 – 82.
LES 9 Strafwaardigheid. Deel 2: Hoofdstuk 9.
Pagina: 83 – 88.
LES 10 Poging. Deel 2: Hoofdstuk 10.
Pagina: 89 – 95.
LES 11 Strafbare deelneming. Deel 2: Hoofdstuk 11.
Pagina 95 – 108.
LES 12 Rechtspersonen. Deel 2: Hoofdstuk 6, afdeling 5.
Pagina 54 – 59.
LES 13 Strafrechtelijke sancties deel 1. Deel 6: Hoofdstuk 1 + 2 (half)
Pagina 347 – 365.
LES 14 Strafrechtelijke sancties deel 2. Deel 6: Hoofdstuk 2 (overige)
Pagina 365 – 389.
LES 15 Straftoemeting. Deel 7: Hoofdstuk 1 + 2+ 3.
Pagina 395 – 417.
LES 16 Bijzondere modaliteiten van straftoemeting. Deel 7: Hoofdstuk 4 (+5) + 6 + 7
Pagina: 417 – 431.
LES 17 Strafrechtelijke beveiligings- of beschermingsmaatregelen. Deel 6: Hoofdstuk 3
Pagina: 398 – 393.
LES 18 Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf (Strafrechtelijke vordering) Deel 3: Hoofdstuk 1
Pagina: 109 – 127.
LES 19 Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf (Burgerlijke vordering) Deel 3: Hoofdstuk 2
Pagina: 128 – 140.
LES 20 De rechtspleging in de onderzoeksfase Deel 4: Hoofdstuk 1 + 2
Pagina: 141 – 168.
LES 21 Onderzoeksdaden (deel 1). Deel 4: Hoofdstuk 3
Pagina 168 – 189.
LES 22 Onderzoeksdaden (deel 2). Deel 4: Hoofdstuk 3
Pagina: 189 – 200.
LES 23 Onderzoeksdaden (deel 3). Deel 4: Hoofdstuk 3
Pagina: 200 – 211.
LES 24 Onderzoeksdaden (deel 4). Deel 4: Hoofdstuk 3
Pagina: 211 – 220.
LES 25 Oefeningen /
LES 26 ☺ De vrijheidsberoving en voorlopige hechtenis. Deel 4: Hoofdstuk 4
Pagina: 221 – 246.
LES 27 ☺ Toezicht op en afsluiting van het onderzoek Deel 4: Hoofdstuk 4
Pagina: 246 – 272.
1
, LES 28 Gerechtelijke organisatie van het vonnisgerecht. Deel 5: Hoofdstuk 1 + 2
Pagina: 273 – 290.
LES 29 Kenmerken en fundamentele waarborgen vonnisgerecht. Deel 5: Hoofdstuk 3
Pagina: 291 – 311.
LES 30 Terechtzitting (inleiding). Deel 5: Hoofdstuk 4
Pagina: 311 – 314.
LES 31 Verloop van de rechtspleging. Deel 5: Hoofdstuk 4
Pagina: 314 – 332.
LES 32 Bewijzen. Deel 5: Hoofdstuk 5
Pagina: 332 – 346.
LES 33 De uitspraak. Deel 8 (helemaal).
Pagina: 433 – 452.
LES 34 De rechtsmiddelen. Deel 9 (helemaal).
Pagina: 453 – 481.
LES 35 Toepassing van de strafwet naar de plaats. Deel 11 (helemaal).
Pagina: 503 – 509.
LES 36 Toepassing van de strafwet in de tijd. Deel 12 (helemaal).
Pagina: 511 – 518.
LES 37 ☺ Beletsel voor de normale uitoefening van de strafvordering, de burgerlijke Deel 13 (helemaal).
vordering of de uitvoering van de sanctie. Pagina: 519 – 562.
2
, Les 1: Inleiding + Wat is strafrecht + Codificatie.
1. Wat is strafrecht.
➢ Strafrecht gaat over: misdrijven en misdadiger.
- Wat maakt een misdrijf?
- Wie is een misdadiger?
- Def: recht dat ongebreidelde strafsancties en de reacties hierop aan banden legt, de strafimpulsen tempert en de hitte
ervan afkoelt, en dat de bestraffingsrituelen aan strenge scenario’s bindt
➢ Strafrecht gaat over: politie, procureurs, rechters, rechtbanken en hoven.
- Wat mogen zij doen om misdrijven en misdadigers op te sporen, te ontdekken en te veroordelen?
➢ Strafrecht gaat over: slachtoffers.
➢ Strafrecht in ruime zin: positief strafrecht is het geheel van regels die:
- Bep onder welke voorwaarden de overheid voor spec gedragingen, spec sancties kan opleggen
- Omschrijven waaruit deze gedragingen en sancties bestaan
- Voorschrijven op welke wijze de bevoegde instanties hun recht om sancties op te leggen en uit te voeren moet uitoefenen
2. Strafrecht:
➢ Materieel strafrecht:
- = De rechtsnormen die bepalen wie, waarover, wanneer strafbaar is en waarom en welke sancties opgelegd
kunnen worden.
Essentie van wat mag en niet mag (ook wat men niet mag weigeren te doen).
➢ Formeel strafrecht:
- = De regels aangaande het verloop van het strafproces.
Strafprocedure, strafvordering, strafrechtspleging, tenuitvoerlegging, rechtshulp.
Essentie is: wat er moet gedaan worden als er een misdrijf is gepleegd.
3. Materieel strafrecht:
➢ Wat moet strafbaar zijn? War wordt verboden?
- Misdrijven.
➢ Wie moet gestraft worden?
- Misdadigers (alleen mensen?)
➢ Wanneer moet iemand gestraft worden voor iets wat strafbaar is?
- Voorwaarden voor individuele aansprakelijkheid en strafrechtelijke sancties.
Moeilijkste vraag: Wat zou strafrecht moeten doen?
• Als jurist: ideologie van strafrecht is onbelangrijk, maar dat is niet zo
• Er is altijd een ideologie achter een wettelijke bepaling ook al was ere geen goed idee waarom deze bepaling
gevoerd moet worden
4. Strafrecht:
➢ Wat is het doel van strafrecht?
- Straffen
➢ Wat is het doel van straffen?
- Reactie tegen/vergelding voor laakbare gedragingen
Bv. Taliowet: Oog om oog, tand om tand.
- Preventie van laakbare gedragingen
Positieve: Voorkomen dat daders/criminelen wederom in de fout gaan.
Negatieve: Voorkomen dat mensen (alle burgers) in de fout gaan.
- Resocialisatie van misdadigers.
- Andere doelen?: maatschappij reguleren, moraliteit beschermen, etc.
5. Wortels van Huidige Strafrecht
➢ Modern strafrecht: Verlichting:
- Wetboek komt uit de periode van de verlichting (eind 18e Eeuw: 1780).
3
, - Rationaliseren
Hun idee was om het strafrecht op een rationele manier te gebruiken.
vroeger strafwetboek lijst zonder logica => verlichting en sommige wat later => strafrecht rationaliseren, duidelijk
maken wat de grondslag is en willekeur vermijden
- Humaniseren (menselijker maken).
Geen politieke doelstellingen meer. Mensen te bestraffen voor specifieke feiten
die een probleem vormde voor de maatschappij.
- Vermijd Willekeur.
Er was destijds nog wel veel willekeur.
4
Strafrecht & Strafprocesrecht
KULEUVEN
, Inhoudsopgave van de samenvatting:
Hoorcollege Titel. Boek.
LES 1 Wat is strafrecht? Deel 1: hoofdstuk 1 + 2.
Pagina: 1 – 7.
LES 2 Situering van het strafrecht tussen andere. Rechtsdisciplines. Deel 1: hoofdstuk 3 + 4.
Pagina: 7 – 18.
LES 3 Het legaliteitsbeginsel. Deel 2: hoofdstuk 1 + 2 + 3.
Pagina: 19 – 32.
LES 4 Het misdrijf. Deel 2: hoofdstuk 4.
Pagina: 32 – 37.
LES 5 ☺ Het misdrijf: Het objectieve bestanddeel. Deel 2: Hoofdstuk 6, Afdeling 2.
Pagina: 37 – 45.
LES 6 ☺ Het misdrijf: Het subjectieve element. Deel 2: Hoofdstuk 6, Afdeling 3.
Pagina: 45 – 53.
LES 7 Wederrechtelijkheid. Deel 2: Hoofdstuk 7.
Pagina: 59 – 70.
LES 8 Strafrechtelijke schuld. Deel 2: Hoofdstuk 8.
Pagina: 70 – 82.
LES 9 Strafwaardigheid. Deel 2: Hoofdstuk 9.
Pagina: 83 – 88.
LES 10 Poging. Deel 2: Hoofdstuk 10.
Pagina: 89 – 95.
LES 11 Strafbare deelneming. Deel 2: Hoofdstuk 11.
Pagina 95 – 108.
LES 12 Rechtspersonen. Deel 2: Hoofdstuk 6, afdeling 5.
Pagina 54 – 59.
LES 13 Strafrechtelijke sancties deel 1. Deel 6: Hoofdstuk 1 + 2 (half)
Pagina 347 – 365.
LES 14 Strafrechtelijke sancties deel 2. Deel 6: Hoofdstuk 2 (overige)
Pagina 365 – 389.
LES 15 Straftoemeting. Deel 7: Hoofdstuk 1 + 2+ 3.
Pagina 395 – 417.
LES 16 Bijzondere modaliteiten van straftoemeting. Deel 7: Hoofdstuk 4 (+5) + 6 + 7
Pagina: 417 – 431.
LES 17 Strafrechtelijke beveiligings- of beschermingsmaatregelen. Deel 6: Hoofdstuk 3
Pagina: 398 – 393.
LES 18 Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf (Strafrechtelijke vordering) Deel 3: Hoofdstuk 1
Pagina: 109 – 127.
LES 19 Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf (Burgerlijke vordering) Deel 3: Hoofdstuk 2
Pagina: 128 – 140.
LES 20 De rechtspleging in de onderzoeksfase Deel 4: Hoofdstuk 1 + 2
Pagina: 141 – 168.
LES 21 Onderzoeksdaden (deel 1). Deel 4: Hoofdstuk 3
Pagina 168 – 189.
LES 22 Onderzoeksdaden (deel 2). Deel 4: Hoofdstuk 3
Pagina: 189 – 200.
LES 23 Onderzoeksdaden (deel 3). Deel 4: Hoofdstuk 3
Pagina: 200 – 211.
LES 24 Onderzoeksdaden (deel 4). Deel 4: Hoofdstuk 3
Pagina: 211 – 220.
LES 25 Oefeningen /
LES 26 ☺ De vrijheidsberoving en voorlopige hechtenis. Deel 4: Hoofdstuk 4
Pagina: 221 – 246.
LES 27 ☺ Toezicht op en afsluiting van het onderzoek Deel 4: Hoofdstuk 4
Pagina: 246 – 272.
1
, LES 28 Gerechtelijke organisatie van het vonnisgerecht. Deel 5: Hoofdstuk 1 + 2
Pagina: 273 – 290.
LES 29 Kenmerken en fundamentele waarborgen vonnisgerecht. Deel 5: Hoofdstuk 3
Pagina: 291 – 311.
LES 30 Terechtzitting (inleiding). Deel 5: Hoofdstuk 4
Pagina: 311 – 314.
LES 31 Verloop van de rechtspleging. Deel 5: Hoofdstuk 4
Pagina: 314 – 332.
LES 32 Bewijzen. Deel 5: Hoofdstuk 5
Pagina: 332 – 346.
LES 33 De uitspraak. Deel 8 (helemaal).
Pagina: 433 – 452.
LES 34 De rechtsmiddelen. Deel 9 (helemaal).
Pagina: 453 – 481.
LES 35 Toepassing van de strafwet naar de plaats. Deel 11 (helemaal).
Pagina: 503 – 509.
LES 36 Toepassing van de strafwet in de tijd. Deel 12 (helemaal).
Pagina: 511 – 518.
LES 37 ☺ Beletsel voor de normale uitoefening van de strafvordering, de burgerlijke Deel 13 (helemaal).
vordering of de uitvoering van de sanctie. Pagina: 519 – 562.
2
, Les 1: Inleiding + Wat is strafrecht + Codificatie.
1. Wat is strafrecht.
➢ Strafrecht gaat over: misdrijven en misdadiger.
- Wat maakt een misdrijf?
- Wie is een misdadiger?
- Def: recht dat ongebreidelde strafsancties en de reacties hierop aan banden legt, de strafimpulsen tempert en de hitte
ervan afkoelt, en dat de bestraffingsrituelen aan strenge scenario’s bindt
➢ Strafrecht gaat over: politie, procureurs, rechters, rechtbanken en hoven.
- Wat mogen zij doen om misdrijven en misdadigers op te sporen, te ontdekken en te veroordelen?
➢ Strafrecht gaat over: slachtoffers.
➢ Strafrecht in ruime zin: positief strafrecht is het geheel van regels die:
- Bep onder welke voorwaarden de overheid voor spec gedragingen, spec sancties kan opleggen
- Omschrijven waaruit deze gedragingen en sancties bestaan
- Voorschrijven op welke wijze de bevoegde instanties hun recht om sancties op te leggen en uit te voeren moet uitoefenen
2. Strafrecht:
➢ Materieel strafrecht:
- = De rechtsnormen die bepalen wie, waarover, wanneer strafbaar is en waarom en welke sancties opgelegd
kunnen worden.
Essentie van wat mag en niet mag (ook wat men niet mag weigeren te doen).
➢ Formeel strafrecht:
- = De regels aangaande het verloop van het strafproces.
Strafprocedure, strafvordering, strafrechtspleging, tenuitvoerlegging, rechtshulp.
Essentie is: wat er moet gedaan worden als er een misdrijf is gepleegd.
3. Materieel strafrecht:
➢ Wat moet strafbaar zijn? War wordt verboden?
- Misdrijven.
➢ Wie moet gestraft worden?
- Misdadigers (alleen mensen?)
➢ Wanneer moet iemand gestraft worden voor iets wat strafbaar is?
- Voorwaarden voor individuele aansprakelijkheid en strafrechtelijke sancties.
Moeilijkste vraag: Wat zou strafrecht moeten doen?
• Als jurist: ideologie van strafrecht is onbelangrijk, maar dat is niet zo
• Er is altijd een ideologie achter een wettelijke bepaling ook al was ere geen goed idee waarom deze bepaling
gevoerd moet worden
4. Strafrecht:
➢ Wat is het doel van strafrecht?
- Straffen
➢ Wat is het doel van straffen?
- Reactie tegen/vergelding voor laakbare gedragingen
Bv. Taliowet: Oog om oog, tand om tand.
- Preventie van laakbare gedragingen
Positieve: Voorkomen dat daders/criminelen wederom in de fout gaan.
Negatieve: Voorkomen dat mensen (alle burgers) in de fout gaan.
- Resocialisatie van misdadigers.
- Andere doelen?: maatschappij reguleren, moraliteit beschermen, etc.
5. Wortels van Huidige Strafrecht
➢ Modern strafrecht: Verlichting:
- Wetboek komt uit de periode van de verlichting (eind 18e Eeuw: 1780).
3
, - Rationaliseren
Hun idee was om het strafrecht op een rationele manier te gebruiken.
vroeger strafwetboek lijst zonder logica => verlichting en sommige wat later => strafrecht rationaliseren, duidelijk
maken wat de grondslag is en willekeur vermijden
- Humaniseren (menselijker maken).
Geen politieke doelstellingen meer. Mensen te bestraffen voor specifieke feiten
die een probleem vormde voor de maatschappij.
- Vermijd Willekeur.
Er was destijds nog wel veel willekeur.
4
