Bloed
Bloedvolume
Man: 7 a 8% van het lichaamsgewicht
Vrouw: 6,5% van het lichaamsgewicht
Verschil doordat vrouw meer vet dan man
Bloedsamenstelling
Plasma
Bloedcellen
o Erythrocyt (rode bloedcellen)
o Leucocyt (witte bloedcellen)
o Trombocyt (bloedplaatjes)
Hematocriet
= het percentage bloedcellen tov het totale bloedvolume
Normale waarde:
Man: 45%
Vrouw: 40%
Bloedplasma
= serum + fibrinogeen + stollingsfactoren
Serum
= bloedplasma – fibrinogeen – stollingsfactoren
,BSE = sedimentatie
= bloedtest die meet wat de bezinkingsnelheid van erythrocyten is
Bloed ontstolbaar maken en laten staan
Erythrocyten aggregatie zinkt
Snelheid wordt voornamelijk bepaald door gammaglobulines
Meer eiwitten, sedimentatie stijgt
Langer dan 24H bloed laten staan = cellen zinken = hematocriet
o Gestegen bij ziekte:
Acute infecties, hartinfarct, niet en lever insufficuentie
o Voor en tijdens menses
o Zwangerschap
Bloedvorming
Voor de geboorte vanaf de 2de week na bevruchting
o Vorming megaloblasten (grote cellen) in extra-embryonaal weefsel
o Leukocyten ontbreken nog
o (eerst komen rode bloedcellen witte later)
Einde 2de maand
o Bloedvorming in lever, milt, lymfenodi
o Erythrocyten bereiken normale grootte
o Ontstaan leucocyten
In de 5de maand
o Bloedvorming in beenmerg in alle beenderen
(rode bloedcellen zijn allemaal ontstaan uit een stamcel
Na de geboorte
o Vorming in het beenmerg = medullaire bloedvorming
Bij pasgeborenen: in alle beenderen
In korte en onregelmatige beenderen
Platte beenderen
Opmerking
Bij:
Chronisch bloedverlies
Beschadiging van medullaire bloedvorming
Kan na de geboorte bloedvorming:
In de diafyse van de lange beenderen
In bindweefsel van de lever
En andere foetale plaatsen
,Bloedsamenstelling
Bloedplasma
o Organische bestanddelen: glucose, eiwitten en vetten
o Anorganische bestanddelen: Na, K,… (allemaal met + of – ervoor)
Cellen
o Erytrocyten
o Thrombocyten
o Leucocyten
Bloedplasma
90% uit water (H2O)
Suikers (koolhydraten)
o Belangrijkste: glucose
Vetten
o Vetten doen zich voor als lipoproteïnen
Eiwitten
o 2/3 = albumines
Anorganische bestanddelen
, Organische bestanddelen
Koolhydraten: glycemie: glucose
Bron suikers: exogeen of endogeen
o Referentiewaarden: 70-110 mg/dl
Gebruik suikers:
o Vorming ATP
Krebcyclus = aerobe glycolyse
Anaerobe glycolyse (lactaat)
o Vorming glycogeen
o Vorming vetzuren & cholesterol
Glucose onder invloed AcetylCoA vetzure, triglyceriden,
cholestorel galzuren
o Vorming van aminozuren en eiwitten
Glucose AcetylCoA aminozuren eiwitten
o Glycemie: minder dan 100 mg/100ml bloed = 100 mg%
Bloedvolume
Man: 7 a 8% van het lichaamsgewicht
Vrouw: 6,5% van het lichaamsgewicht
Verschil doordat vrouw meer vet dan man
Bloedsamenstelling
Plasma
Bloedcellen
o Erythrocyt (rode bloedcellen)
o Leucocyt (witte bloedcellen)
o Trombocyt (bloedplaatjes)
Hematocriet
= het percentage bloedcellen tov het totale bloedvolume
Normale waarde:
Man: 45%
Vrouw: 40%
Bloedplasma
= serum + fibrinogeen + stollingsfactoren
Serum
= bloedplasma – fibrinogeen – stollingsfactoren
,BSE = sedimentatie
= bloedtest die meet wat de bezinkingsnelheid van erythrocyten is
Bloed ontstolbaar maken en laten staan
Erythrocyten aggregatie zinkt
Snelheid wordt voornamelijk bepaald door gammaglobulines
Meer eiwitten, sedimentatie stijgt
Langer dan 24H bloed laten staan = cellen zinken = hematocriet
o Gestegen bij ziekte:
Acute infecties, hartinfarct, niet en lever insufficuentie
o Voor en tijdens menses
o Zwangerschap
Bloedvorming
Voor de geboorte vanaf de 2de week na bevruchting
o Vorming megaloblasten (grote cellen) in extra-embryonaal weefsel
o Leukocyten ontbreken nog
o (eerst komen rode bloedcellen witte later)
Einde 2de maand
o Bloedvorming in lever, milt, lymfenodi
o Erythrocyten bereiken normale grootte
o Ontstaan leucocyten
In de 5de maand
o Bloedvorming in beenmerg in alle beenderen
(rode bloedcellen zijn allemaal ontstaan uit een stamcel
Na de geboorte
o Vorming in het beenmerg = medullaire bloedvorming
Bij pasgeborenen: in alle beenderen
In korte en onregelmatige beenderen
Platte beenderen
Opmerking
Bij:
Chronisch bloedverlies
Beschadiging van medullaire bloedvorming
Kan na de geboorte bloedvorming:
In de diafyse van de lange beenderen
In bindweefsel van de lever
En andere foetale plaatsen
,Bloedsamenstelling
Bloedplasma
o Organische bestanddelen: glucose, eiwitten en vetten
o Anorganische bestanddelen: Na, K,… (allemaal met + of – ervoor)
Cellen
o Erytrocyten
o Thrombocyten
o Leucocyten
Bloedplasma
90% uit water (H2O)
Suikers (koolhydraten)
o Belangrijkste: glucose
Vetten
o Vetten doen zich voor als lipoproteïnen
Eiwitten
o 2/3 = albumines
Anorganische bestanddelen
, Organische bestanddelen
Koolhydraten: glycemie: glucose
Bron suikers: exogeen of endogeen
o Referentiewaarden: 70-110 mg/dl
Gebruik suikers:
o Vorming ATP
Krebcyclus = aerobe glycolyse
Anaerobe glycolyse (lactaat)
o Vorming glycogeen
o Vorming vetzuren & cholesterol
Glucose onder invloed AcetylCoA vetzure, triglyceriden,
cholestorel galzuren
o Vorming van aminozuren en eiwitten
Glucose AcetylCoA aminozuren eiwitten
o Glycemie: minder dan 100 mg/100ml bloed = 100 mg%