Lijmen/Het been – samenvatting inhoud
Het verhaal bestaat eigenlijk uit 2 grote flashbacks. Zowel in
het begin van Lijmen als Het been komt een onbekende ik-
persoon Laarmans tegen na een lange tijd en het verhaal is dus
wat Laarmans die ik-persoon verteld.
DEEL 1 - LIJMEN
Ik-persoon herkent Laarmans (jeugdvrienden) in café en
verteld:
(ik-persoon wordt nu dus Laarmans)
Laarmans (verwilderde, bescheidde ambtenaar) zag Boorman
(zelfzekere zakenman) voor het eerst in een café, B volgt hem
naar buiten.
L is gefrustreerd en teleurgesteld over zijn zinloos leven en zijn
saaie job, hij is boos en slaagt dingen kapot met zijn knuppel
B ziet dit gebeuren, ze ontmoeten en gaan samen op café.
B biedt hem een job aan als zijn assistent (B is de succesvolle
uitgever van het Algemeen Wereldtijdschrift), ze tekenen een
contract.
Weer buiten, komen ze 2 politieagenten tegen (Hendrickx en
Lauwers)
Ze herkende B en bewonderen hem
Met 4 gaan ze naar het huis van B (een lange gang met 5
kamers, op de 5 kamerdeuren hangen de naamplaten:
“directie”, “administratie”, “redactie”, “kas” en “museum”)
Ze drinken en praten samen in de kamer genaamd “directie”
B verteld: het WT heeft geen abonnenten, maar lezers
ongelimiteerd
Tijdens dat ze drinken en zingen komt iemand (onbekend) B
vertellen dat:
, B’s vrouw ging op bezoek bij haar zus (Genk), ze kwam te laat,
haar zus was gestorven. Haar lijk is in bezit van Korthals en B’s
vrouw heeft hem met alles belast (balsemen, vervoer) zonder
enige kostprijs te noemen
B probeert die balseming en transport per Korthals 14 (=
naam van Korthals zijn lijkenwagen) af te bestellen door te
bellen (want veel te duur) maar lukt niet
Volgende ochtend: lijk van schoonzuster van B word gebracht
B krijgt rekening, zegt “dat kan er nogal mee door” en geeft
fooi aan de aangenaam verraste, nu beleefde lijkbidder (dit
doen hij omdat hij een plan heeft, zie verder) De lijkbidder zegt
hierop: “Ik krijg die cheque straks wel”
De lijkbidder gaat mensen halen om te helpen dragen en
vertrekt
B inspecteert de Korthals 14 en spreekt de chauffeur aan
Na een fles wijn en 2 fooien geeft hij Boorman een circulaire en
verteld: de motorlijkkoets Korthals 14 en de
motorziekenwagen Korthals 15 is dezelfde wagen, alleen
omgebouwd
B merkt op dat de nummerplaten op de prenten van de
circulaire niet dezelfde zijn, chauffeur weet niet hoe dat komt,
hij weet wel waar de fotograaf van die prenten woont
De lijkbidder is terug met helpers, het lijk word in B’s museum
gelegd
(1 van die 5 kamers in zijn gang)
B zegt dat hij veranderd is van mening en dat hij niet meer wil
betalen (dit was zijn plan), lijkbidder is verrast maar vertrekt
samen met de wagen.
Ze kunnen er toch niets aan doen want ze kunnen haar moeilijk
terug meenemen
Het verhaal bestaat eigenlijk uit 2 grote flashbacks. Zowel in
het begin van Lijmen als Het been komt een onbekende ik-
persoon Laarmans tegen na een lange tijd en het verhaal is dus
wat Laarmans die ik-persoon verteld.
DEEL 1 - LIJMEN
Ik-persoon herkent Laarmans (jeugdvrienden) in café en
verteld:
(ik-persoon wordt nu dus Laarmans)
Laarmans (verwilderde, bescheidde ambtenaar) zag Boorman
(zelfzekere zakenman) voor het eerst in een café, B volgt hem
naar buiten.
L is gefrustreerd en teleurgesteld over zijn zinloos leven en zijn
saaie job, hij is boos en slaagt dingen kapot met zijn knuppel
B ziet dit gebeuren, ze ontmoeten en gaan samen op café.
B biedt hem een job aan als zijn assistent (B is de succesvolle
uitgever van het Algemeen Wereldtijdschrift), ze tekenen een
contract.
Weer buiten, komen ze 2 politieagenten tegen (Hendrickx en
Lauwers)
Ze herkende B en bewonderen hem
Met 4 gaan ze naar het huis van B (een lange gang met 5
kamers, op de 5 kamerdeuren hangen de naamplaten:
“directie”, “administratie”, “redactie”, “kas” en “museum”)
Ze drinken en praten samen in de kamer genaamd “directie”
B verteld: het WT heeft geen abonnenten, maar lezers
ongelimiteerd
Tijdens dat ze drinken en zingen komt iemand (onbekend) B
vertellen dat:
, B’s vrouw ging op bezoek bij haar zus (Genk), ze kwam te laat,
haar zus was gestorven. Haar lijk is in bezit van Korthals en B’s
vrouw heeft hem met alles belast (balsemen, vervoer) zonder
enige kostprijs te noemen
B probeert die balseming en transport per Korthals 14 (=
naam van Korthals zijn lijkenwagen) af te bestellen door te
bellen (want veel te duur) maar lukt niet
Volgende ochtend: lijk van schoonzuster van B word gebracht
B krijgt rekening, zegt “dat kan er nogal mee door” en geeft
fooi aan de aangenaam verraste, nu beleefde lijkbidder (dit
doen hij omdat hij een plan heeft, zie verder) De lijkbidder zegt
hierop: “Ik krijg die cheque straks wel”
De lijkbidder gaat mensen halen om te helpen dragen en
vertrekt
B inspecteert de Korthals 14 en spreekt de chauffeur aan
Na een fles wijn en 2 fooien geeft hij Boorman een circulaire en
verteld: de motorlijkkoets Korthals 14 en de
motorziekenwagen Korthals 15 is dezelfde wagen, alleen
omgebouwd
B merkt op dat de nummerplaten op de prenten van de
circulaire niet dezelfde zijn, chauffeur weet niet hoe dat komt,
hij weet wel waar de fotograaf van die prenten woont
De lijkbidder is terug met helpers, het lijk word in B’s museum
gelegd
(1 van die 5 kamers in zijn gang)
B zegt dat hij veranderd is van mening en dat hij niet meer wil
betalen (dit was zijn plan), lijkbidder is verrast maar vertrekt
samen met de wagen.
Ze kunnen er toch niets aan doen want ze kunnen haar moeilijk
terug meenemen