1 Gastro- enterologische problemen
1. PATHOLOGIE VAN DE SLOKDARM
- Vernauwing thv de slokdarm
o Stenose tgv gastro-oesophagale reflux
o Slokdarmtumor of oesofaguscarcinoom
o Slokdarmachalasie
- Slokdarmventrikel of divertikel van Zenker
- Slokdarmvarices
- Middenrifbreuk of hernia hiatus oesofagei
1.1 vernauwingen thv de slokdarm
1.1.1 stenose tgv gastro-oesophagale reflux
- Terugvloei van maagsap
- peptische oesophagitis (zuren) of zweertjes in de slokdarm
- Zweertjes genezen
- vorming van bindweefsel / littekenweefsel thv wondjes
- vernauwing/stenose.
1.1.2 slokdarmtumor of oesofaguscarcinoom
Oorzaken:
- roken en alcohol (combinatie van beide)
- voeding (te warme dranken, vetrijke en eiwitarme voeding, carcinogene voedingsstoffen)
- pathologie: chronische gastro oesofagale reflux (1/10 barret-oesofagus: 5% leidt tot kanker),
achalasie
Symptomen:
- dysfagie: voedsel zakt niet goed en blijft in de slokdarm hangen
- thoracale pijn: pijn op de borst
- gewichtsverlies: tgv tumorgroei en verminderde voedselopname
- regurgitatie: reflux (zure oprispingen)
Behandeling:
- curatief: radicale chirurgie:
o oesofagectomie (met optrekken van de maag of herstel dmv een stuk dunne darm)
o radiotherapie
o chemotherapie
- palliatief:
o endoscopische dilatatie
o endoprothese plaatsen
Prognose: zeer slecht, symptomen komen heel laat
,2 Gastro- enterologische problemen
1.1.3 slokdarmachalasie
= Neuro-musculaire stoornis
- Zenuwen in spierwand van onderste deel slokdarm trekken samen zonder dat het mag ➔
voedsel kan moeilijk passeren
Behandeling: ballondilatatie
1.1.4 gevolgen van deze vernauwingen
- ulceratie en oesofagitis: zweervorming en ontsteking van de slokdarm
- dysfagie: slikproblemen en slikstoornissen
- (slik)pneumonie: longontsteking door deeltjes vocht en/ of voeding die via de trachea in de
longen terechtkomen
- Mega-oesofagus: een hele grote en brede slokdarm
1.2 slokdarmventrikel of divertikel van Zenker
= Zakvormige uitstulping, door verhoogde druk
- Voedsel blijft staan, gevolg:
o Ontsteking
o Ulceratie (zweervorming)
1.3 Slokdarmvarices
= Opzetten van bloedvaten met vernauwing als gevolg
- Vaak als complicatie van levercirrose, maar niet altijd
1.4 middenrifbreuk of hernia hiatus oesofagei
- door verslapping van het middenrif of een scheur van die opening kan die opening groter worden
zodat het bovenste deel van de maag door die gescheurde of verwijde opening in de borstholte
kan terecht komen.
Oorzaken:
- Jongere mensen: een aangeboren wijde hiatus opening
- Oudere mensen: obsitpatie, obesitats, te veel druk in de buik
- Vrouwen: zwangerschap
Symptomen:
- ¼ van de ZO: geen klachten
- ¾ van de ZO:
o Klachten doordat de maag deels in de borstkas ligt:
Drukkend gevoel achter het borstbeen, te verwarren met pijn bij
hartinfarct
,3 Gastro- enterologische problemen
o Klachten als gevolg van reflux van de maaginhoud:
Zuurbranden, terugkeren van kleine hoeveelheden maaginhoud
Behandeling:
- Conservatief:
o Intra-abdominale druk vermijden
o Minder roken, alcohol, koffie, koolzuurhoudende dranken
o Vermageren
o Obstipatie behandelen
- Medicatie:
o H2- receptor blokkerende middelen; (vb: Zantac®)
o Protonpompremmers. (vb: Pantomed®)
- Operatief: Nissenfundoperatie/oplicatie: een operatie ter verbetering van de “klepwerking” thv
de overgang van slokdarm naar maag.
Complicaties:
- Stenosering
- Barretslijmvlies
1.5 chirurgie bij de slokdarm: de Nissen Fundoplicatie
= OP ter verbetering van de klepwerking t.h.v. de overgang van slokdarm naar maag.
- Laparatomisch of laparascopisch.
- Creëren plooi van maagfundus om de slokdarm-maagovergang + hechten.
- Dient als cuff/ manchet
- Vult zich met lucht ➔ slokdarm wordt beter afgesloten
- Bij eten wordt lucht in cuff/ manchet samengedrukt ➔ voedsel kan passeren.
Complicaties:
- Nabloeding uit de mild (aanmaak RBC)
- Dysfagie
- Maagperforatie
- Gestoorde maaglediging door vagotomie (zenuw van maag naar hersenen verstoord/ kapot)
, 4 Gastro- enterologische problemen
2. PATHOLOGIE VAN DE MAAG
- Gastritis
o Acute gastritis
o Chronische gastritis
- Ulcus pepticum
o Ulcus ventriculi
o Ulcus duodeni
- Maagcarcinoom
2.1 gastritis
= maagontsteking
Ontstekingsmechanisme -> gestoord evenwicht tussen:
- beschermende factoren
o slijmlaag
o epitheelcellen
o constante zuurregulatie dmv autoregulatie
o doorbloeding (hoe meer doorbloeding, hoe meer slijmvlies)
o speeksel (bevat HCO3 of bicarbonaat (-> neutraliseert het zuur))
- aanvallende factoren
o Concentratie en hoeveelheid zoutzuur (HCl) in de maag: hoe meer zoutzuur (HCl),
hoe sterker de aanval
o Activiteit van pepsine in het maagsap: pepsinogeen + HCl = actieve pepsine (->
splitsing eiwitten+ stimulatie productie > maagsap )
o Medicatie: corticosteroïden, acetylsalicylzuur, NSAID’s
o Gallige reflux: galzuurzouten = zeer agressieve stoffen
o Alcohol
o Roken
o Cafeïne
o Koolzuurhoudende dranken
2.1.1 acute gastritis
Oorzaken:
- Alcohol, acetylsalicylzuur, koffie
- Roken;
- Zwaar zieke patiënten
- Aanwezigheid van de HP in de maag
Kenmerken van de letsels
- Rood gezwollen met soms kleine zweertjes
- Oppervlakkig
- Over een groot oppervlak van de maag
1. PATHOLOGIE VAN DE SLOKDARM
- Vernauwing thv de slokdarm
o Stenose tgv gastro-oesophagale reflux
o Slokdarmtumor of oesofaguscarcinoom
o Slokdarmachalasie
- Slokdarmventrikel of divertikel van Zenker
- Slokdarmvarices
- Middenrifbreuk of hernia hiatus oesofagei
1.1 vernauwingen thv de slokdarm
1.1.1 stenose tgv gastro-oesophagale reflux
- Terugvloei van maagsap
- peptische oesophagitis (zuren) of zweertjes in de slokdarm
- Zweertjes genezen
- vorming van bindweefsel / littekenweefsel thv wondjes
- vernauwing/stenose.
1.1.2 slokdarmtumor of oesofaguscarcinoom
Oorzaken:
- roken en alcohol (combinatie van beide)
- voeding (te warme dranken, vetrijke en eiwitarme voeding, carcinogene voedingsstoffen)
- pathologie: chronische gastro oesofagale reflux (1/10 barret-oesofagus: 5% leidt tot kanker),
achalasie
Symptomen:
- dysfagie: voedsel zakt niet goed en blijft in de slokdarm hangen
- thoracale pijn: pijn op de borst
- gewichtsverlies: tgv tumorgroei en verminderde voedselopname
- regurgitatie: reflux (zure oprispingen)
Behandeling:
- curatief: radicale chirurgie:
o oesofagectomie (met optrekken van de maag of herstel dmv een stuk dunne darm)
o radiotherapie
o chemotherapie
- palliatief:
o endoscopische dilatatie
o endoprothese plaatsen
Prognose: zeer slecht, symptomen komen heel laat
,2 Gastro- enterologische problemen
1.1.3 slokdarmachalasie
= Neuro-musculaire stoornis
- Zenuwen in spierwand van onderste deel slokdarm trekken samen zonder dat het mag ➔
voedsel kan moeilijk passeren
Behandeling: ballondilatatie
1.1.4 gevolgen van deze vernauwingen
- ulceratie en oesofagitis: zweervorming en ontsteking van de slokdarm
- dysfagie: slikproblemen en slikstoornissen
- (slik)pneumonie: longontsteking door deeltjes vocht en/ of voeding die via de trachea in de
longen terechtkomen
- Mega-oesofagus: een hele grote en brede slokdarm
1.2 slokdarmventrikel of divertikel van Zenker
= Zakvormige uitstulping, door verhoogde druk
- Voedsel blijft staan, gevolg:
o Ontsteking
o Ulceratie (zweervorming)
1.3 Slokdarmvarices
= Opzetten van bloedvaten met vernauwing als gevolg
- Vaak als complicatie van levercirrose, maar niet altijd
1.4 middenrifbreuk of hernia hiatus oesofagei
- door verslapping van het middenrif of een scheur van die opening kan die opening groter worden
zodat het bovenste deel van de maag door die gescheurde of verwijde opening in de borstholte
kan terecht komen.
Oorzaken:
- Jongere mensen: een aangeboren wijde hiatus opening
- Oudere mensen: obsitpatie, obesitats, te veel druk in de buik
- Vrouwen: zwangerschap
Symptomen:
- ¼ van de ZO: geen klachten
- ¾ van de ZO:
o Klachten doordat de maag deels in de borstkas ligt:
Drukkend gevoel achter het borstbeen, te verwarren met pijn bij
hartinfarct
,3 Gastro- enterologische problemen
o Klachten als gevolg van reflux van de maaginhoud:
Zuurbranden, terugkeren van kleine hoeveelheden maaginhoud
Behandeling:
- Conservatief:
o Intra-abdominale druk vermijden
o Minder roken, alcohol, koffie, koolzuurhoudende dranken
o Vermageren
o Obstipatie behandelen
- Medicatie:
o H2- receptor blokkerende middelen; (vb: Zantac®)
o Protonpompremmers. (vb: Pantomed®)
- Operatief: Nissenfundoperatie/oplicatie: een operatie ter verbetering van de “klepwerking” thv
de overgang van slokdarm naar maag.
Complicaties:
- Stenosering
- Barretslijmvlies
1.5 chirurgie bij de slokdarm: de Nissen Fundoplicatie
= OP ter verbetering van de klepwerking t.h.v. de overgang van slokdarm naar maag.
- Laparatomisch of laparascopisch.
- Creëren plooi van maagfundus om de slokdarm-maagovergang + hechten.
- Dient als cuff/ manchet
- Vult zich met lucht ➔ slokdarm wordt beter afgesloten
- Bij eten wordt lucht in cuff/ manchet samengedrukt ➔ voedsel kan passeren.
Complicaties:
- Nabloeding uit de mild (aanmaak RBC)
- Dysfagie
- Maagperforatie
- Gestoorde maaglediging door vagotomie (zenuw van maag naar hersenen verstoord/ kapot)
, 4 Gastro- enterologische problemen
2. PATHOLOGIE VAN DE MAAG
- Gastritis
o Acute gastritis
o Chronische gastritis
- Ulcus pepticum
o Ulcus ventriculi
o Ulcus duodeni
- Maagcarcinoom
2.1 gastritis
= maagontsteking
Ontstekingsmechanisme -> gestoord evenwicht tussen:
- beschermende factoren
o slijmlaag
o epitheelcellen
o constante zuurregulatie dmv autoregulatie
o doorbloeding (hoe meer doorbloeding, hoe meer slijmvlies)
o speeksel (bevat HCO3 of bicarbonaat (-> neutraliseert het zuur))
- aanvallende factoren
o Concentratie en hoeveelheid zoutzuur (HCl) in de maag: hoe meer zoutzuur (HCl),
hoe sterker de aanval
o Activiteit van pepsine in het maagsap: pepsinogeen + HCl = actieve pepsine (->
splitsing eiwitten+ stimulatie productie > maagsap )
o Medicatie: corticosteroïden, acetylsalicylzuur, NSAID’s
o Gallige reflux: galzuurzouten = zeer agressieve stoffen
o Alcohol
o Roken
o Cafeïne
o Koolzuurhoudende dranken
2.1.1 acute gastritis
Oorzaken:
- Alcohol, acetylsalicylzuur, koffie
- Roken;
- Zwaar zieke patiënten
- Aanwezigheid van de HP in de maag
Kenmerken van de letsels
- Rood gezwollen met soms kleine zweertjes
- Oppervlakkig
- Over een groot oppervlak van de maag