Nederlands 2024/2025
1. Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
- A) Een opsomming van alle belangrijke details.
- B) De belangrijkste boodschap of kern van de tekst.
- C) Een samenvatting van de eerste alinea.
- D) De conclusie aan het einde van de tekst.
Antwoord: B
2. Wat is een doel van een informatieve tekst?
- A) Vermaken
- B) Informatie geven
- C) Overhalen
- D) Gevoelens uitdrukken
Antwoord: B
3. Wat wordt bedoeld met 'argumentatie' in een tekst?
- A) Het noemen van verschillende meningen.
- B) Het geven van voorbeelden zonder mening.
- C) Het onderbouwen van een mening met redenen.
- D) Het herhalen van een mening.
Antwoord: C
4. In welke tekstsoort is objectiviteit het belangrijkst?
- A) Informatieve tekst
- B) Persoonlijk verhaal
- C) Reclameboodschap
- D) Recensie
, Antwoord: A
5. Wat is het verschil tussen een hoofdgedachte en een onderwerp?
- A) De hoofdgedachte is langer dan het onderwerp.
- B) Het onderwerp beschrijft het thema; de hoofdgedachte geeft een
conclusie.
- C) Er is geen verschil; het zijn synoniemen.
- D) Het onderwerp is een mening, de hoofdgedachte een feit.
Antwoord: B
6. Wat is het doel van een betoog?
- A) Informeren
- B) Vermaken
- C) Overtuigen
- D) Beschrijven
Antwoord: C
7. Wat betekent 'genre' in de context van teksten?
- A) Het onderwerp van de tekst
- B) De schrijfstijl van de auteur
- C) De indeling van tekstsoorten
- D) De doelgroep van de tekst
Antwoord: C
8. Welke vraag beantwoordt de inleiding meestal in een informatieve
tekst?
- A) Waar de auteur het niet mee eens is.
- B) Wat het belangrijkste argument is.
- C) Wat het onderwerp van de tekst is.
- D) Hoe de tekst gaat eindigen.