Hoofdstuk 7 kwantitatieve(cijfermatige) methoden van dataverzameling.
Surveyonderzoek: ook wel enquête of vragenlijstonderzoek genoemd. Bijv. een
vragenlijst afnemen bij een grote groep mensen waar numerieke(getallen) gegevens
uitkomen.
Cross-sectioneel onderzoek: onderzoek waarbij je op een bepaald moment eenmalig
gegevens verzamelt.
(half) gestructureerde vragenlijst: vragen staan van te voren vast; er is geen
ruimte voor flexibiliteit.
Nadeel aan survey onderzoek: je weet niet waarom een respondent een bepaald
antwoord geeft, want het is niet een interview of gesprek maar een vragenlijst.
Verschillende manieren om enquêtes af te nemen:
Online: meest gekozen manier. Via internet gedaan of via een device langs de deuren
gaan bij mensen. Antwoorden worden doorgestuurd naar een database.
Telefonische enquête: vaak bij callcenters gedaan met speciaal opgeleide mensen
hiervoor.
Schriftelijke enquêtes: vaak voor wat oudere mensen die geen internet hebben.
Panelenenquête: grote groep mensen regelmatig over uiteenlopende onderwerpen
ondervraagd. Bijv. klantenpanel= is voor marktonderzoek.
Secundaire analyses: bestaande gegevens gebruiken voor een nieuw onderzoek.
Voordelen hiervan:
tijdswinst, want bijv. vragenlijst afnemen kost veel tijd en het is dus sneller
als er al verzamelde gegevens zijn.
Financiële voordelen: zelf gegevens verzamelen is kostbaar.
Beschikbaarheid van de data: via databanken zijn al veel datasets beschikbaar.
Bruikbaarheid: er zijn vaak datasets die aan je voorwaarden voldoen of je in die
richting kunt bewerken.
Nadelen:
Je hebt geen invloed op de samenstelling van de data
De vragenlijsten zijn al gemaakt en de data set ook.
Je moet een oplossing zien te vinden voor eventuele fouten die bij het vorige
onderzoek zijn gemaakt.
Soms moet je de hoofdvraag aanpassen om het gebruik van een bepaalde dataset
mogelijk te maken
Vaak moet je de dataset intensief bewerken voordat ze bruikbaar zijn voor verdere
analyses.
Big data onderzoek: (secundaire) analyses van heel grote datasets.
Met analyse: cijfermatige vergelijking van een groot aantal bestanden over
hetzelfde onderwerp, waarbij de resultaten opnieuw worden geanalyseerd.
Experiment: een onderzoek waarbij proefpersonen in een al dan niet gecontroleerde
situatie worden getest om een effect te meten.
Effectmeting: bijv. effect van studiehouding op je tentamencijfersà oorzaak gevolg
ook wel causaal verband genoemd.
Surveyonderzoek: ook wel enquête of vragenlijstonderzoek genoemd. Bijv. een
vragenlijst afnemen bij een grote groep mensen waar numerieke(getallen) gegevens
uitkomen.
Cross-sectioneel onderzoek: onderzoek waarbij je op een bepaald moment eenmalig
gegevens verzamelt.
(half) gestructureerde vragenlijst: vragen staan van te voren vast; er is geen
ruimte voor flexibiliteit.
Nadeel aan survey onderzoek: je weet niet waarom een respondent een bepaald
antwoord geeft, want het is niet een interview of gesprek maar een vragenlijst.
Verschillende manieren om enquêtes af te nemen:
Online: meest gekozen manier. Via internet gedaan of via een device langs de deuren
gaan bij mensen. Antwoorden worden doorgestuurd naar een database.
Telefonische enquête: vaak bij callcenters gedaan met speciaal opgeleide mensen
hiervoor.
Schriftelijke enquêtes: vaak voor wat oudere mensen die geen internet hebben.
Panelenenquête: grote groep mensen regelmatig over uiteenlopende onderwerpen
ondervraagd. Bijv. klantenpanel= is voor marktonderzoek.
Secundaire analyses: bestaande gegevens gebruiken voor een nieuw onderzoek.
Voordelen hiervan:
tijdswinst, want bijv. vragenlijst afnemen kost veel tijd en het is dus sneller
als er al verzamelde gegevens zijn.
Financiële voordelen: zelf gegevens verzamelen is kostbaar.
Beschikbaarheid van de data: via databanken zijn al veel datasets beschikbaar.
Bruikbaarheid: er zijn vaak datasets die aan je voorwaarden voldoen of je in die
richting kunt bewerken.
Nadelen:
Je hebt geen invloed op de samenstelling van de data
De vragenlijsten zijn al gemaakt en de data set ook.
Je moet een oplossing zien te vinden voor eventuele fouten die bij het vorige
onderzoek zijn gemaakt.
Soms moet je de hoofdvraag aanpassen om het gebruik van een bepaalde dataset
mogelijk te maken
Vaak moet je de dataset intensief bewerken voordat ze bruikbaar zijn voor verdere
analyses.
Big data onderzoek: (secundaire) analyses van heel grote datasets.
Met analyse: cijfermatige vergelijking van een groot aantal bestanden over
hetzelfde onderwerp, waarbij de resultaten opnieuw worden geanalyseerd.
Experiment: een onderzoek waarbij proefpersonen in een al dan niet gecontroleerde
situatie worden getest om een effect te meten.
Effectmeting: bijv. effect van studiehouding op je tentamencijfersà oorzaak gevolg
ook wel causaal verband genoemd.