Aardrijksunde
6,1
1980 China wordt vrijenmarkteconomie (=bedrijven bepalen zelf welke producten ze
maken) en daar door lagelonenland (=land met lage lonen voor werknemers
Multinationals (=bedrijven met vestigingen over de hele wereld) vestigen zich rond
de speciale economische zones (=open gebied waar buitenlandse bedrijven zich
mogen vestigen en weinig belasting betalen
In de steden van China hebben mensen meer welvaart gekregen, hun koopkracht
stijgt, draagt bij aan economie
In China wonen 1,3 miljard mensen
1 op de 5 is chinees
Dit legt druk op de beschikbare grondstoffen en milieu
Sinds 1970 probeert de regering de groei af te remmen, later krijg China de
éénkindpolitiek (= gezinnen in China mogen niet meer dan een kind) dit was al te laat
De combinatie van deze economische groei en bevolkingsdruk veroorzaakt drie
soorten milieuproblemen
1. Vervuiling (=toevoegingen van stoffen aan het milieu waar door het schade
oploopt) China heeft ook ’s werelds grootst steenkoolreserves en gebruikt dus
veel van deze goed kopen energie bron, hierbij komen schadelijke stoffen vrij
zoals co2 en so2 en in bos gebieden gaan veel bomen dood aan zure regen
(=het neerslaan van regen met verontreinigde stoffen die het milieu verzuren
2. Door gebrek aan infrastructuur moeten 300 miljoen mensen die op het
platteland leven en illegaal houtkappen. Waardoor bossen verdwijnen en dit is
een vorm van uitputting (= het te snel en te veel onttrekken van biologische of
abiotische elementen uit de natuur). Het milieu wordt gezien als een voorraad
schuur waar mensen te veel putten
3. Aantasting (=achteruitgang van de kwaliteit van het milieu door te grote
veranderingen) daarbij gaat het om grote veranderingen bij landschappen en
ecosystemen, dat gebeurt bijvoorbeeld bij het aanleggen van nieuwe mijnen
en fabrieksterreinen. Die gaan vooral ten koste van landbouwgrond. In een
land waar toch al niet zoveel vruchtbare grond is levert dit problemen op
De olympische spelen in 2008 waren voor China redenen om vervuiling in vooral
Beijing aan te pakken. De lucht was zo slecht dat de gezondheid van de atleten
gevaar liep. Verschillende maatregelen werden genomen zoals dat de ene dag autos
met een even nummerbord de straat op mochten en de andere dag oneven. De
uitstoot van energie centrales en metaal gieterijen moesten met 30% worden
gereduceerd. Oude uitstotende auto’s werden van de weg gehaald. Inwoners
mochten niet eens meer barbecueen
6,2
6,1
1980 China wordt vrijenmarkteconomie (=bedrijven bepalen zelf welke producten ze
maken) en daar door lagelonenland (=land met lage lonen voor werknemers
Multinationals (=bedrijven met vestigingen over de hele wereld) vestigen zich rond
de speciale economische zones (=open gebied waar buitenlandse bedrijven zich
mogen vestigen en weinig belasting betalen
In de steden van China hebben mensen meer welvaart gekregen, hun koopkracht
stijgt, draagt bij aan economie
In China wonen 1,3 miljard mensen
1 op de 5 is chinees
Dit legt druk op de beschikbare grondstoffen en milieu
Sinds 1970 probeert de regering de groei af te remmen, later krijg China de
éénkindpolitiek (= gezinnen in China mogen niet meer dan een kind) dit was al te laat
De combinatie van deze economische groei en bevolkingsdruk veroorzaakt drie
soorten milieuproblemen
1. Vervuiling (=toevoegingen van stoffen aan het milieu waar door het schade
oploopt) China heeft ook ’s werelds grootst steenkoolreserves en gebruikt dus
veel van deze goed kopen energie bron, hierbij komen schadelijke stoffen vrij
zoals co2 en so2 en in bos gebieden gaan veel bomen dood aan zure regen
(=het neerslaan van regen met verontreinigde stoffen die het milieu verzuren
2. Door gebrek aan infrastructuur moeten 300 miljoen mensen die op het
platteland leven en illegaal houtkappen. Waardoor bossen verdwijnen en dit is
een vorm van uitputting (= het te snel en te veel onttrekken van biologische of
abiotische elementen uit de natuur). Het milieu wordt gezien als een voorraad
schuur waar mensen te veel putten
3. Aantasting (=achteruitgang van de kwaliteit van het milieu door te grote
veranderingen) daarbij gaat het om grote veranderingen bij landschappen en
ecosystemen, dat gebeurt bijvoorbeeld bij het aanleggen van nieuwe mijnen
en fabrieksterreinen. Die gaan vooral ten koste van landbouwgrond. In een
land waar toch al niet zoveel vruchtbare grond is levert dit problemen op
De olympische spelen in 2008 waren voor China redenen om vervuiling in vooral
Beijing aan te pakken. De lucht was zo slecht dat de gezondheid van de atleten
gevaar liep. Verschillende maatregelen werden genomen zoals dat de ene dag autos
met een even nummerbord de straat op mochten en de andere dag oneven. De
uitstoot van energie centrales en metaal gieterijen moesten met 30% worden
gereduceerd. Oude uitstotende auto’s werden van de weg gehaald. Inwoners
mochten niet eens meer barbecueen
6,2
