KLINISCHE BEWEGINGSANALYSE
DE ELLEBOOG
Loose packed posi,on:
• Art. Humero-ulnaris: 90° flexie en 5° supina,e
• Art. Radio-ulnaris proximalis & Humero-radialis: 35° supina,e en 70° flexie
Closed packed posi,on:
• Art. Humero-ulnaris: maximale extensie
• Art. Humeroradialis: 90° flexie en 5° supina,e
ART. HUMERO-ULNARIS
Congruen,e: zeer goed
Oriënta,e gewrichtsvlakken:
• Ulnair gewrichtsoppervlak: schuin op de ulna en ventraal-proximaal gericht
• Hoek van 135° met de schacht van de ulna à door het concave vlak van de incisura. Deze
inclina,e komt goed overeen met de hoekstand van de trochlea humeri
• Hoekstand trochlea humeri: voorwaartse inclina,e van 30-45°
• Trac,erich,ng = distaal/doorsaal ten opzichte van de ulna schacht in de rich,ng van de
normaal
= mediaal aanzicht
, Frontaal vlak: concaviteit van trochlea humeri (gevolg van een centrale groeve die de trochlea in 2
faceUen verdeelt)
FaceUen van trochlea: licht convex, met het grote mediale facet dat ook
duidelijk maar naar distaal reikt dan het laterale facet à hierdoor grijpt de
flexie-extensiebeweging niet zuiver in 1 vlak plaats
Met de onderarm in supina,e is de “cubitus valgus” of valgushoek in
maximale extensiestand duidelijk waarneembaar
Lengteas radius/ulna maakt ten opzichte van de lengteas van de humerus
een hoek van 10 à 15° bij mannen en 20 à 25° bij vrouwen (= carrying
angle) à daarom moet een transla,ebeweging naar mediaal of lateraal
voldoende distaalwaarts gericht zijn.
Incisura trochlearis ulna hee` ook 2 faceUen. Dit is het gevolg van de kam die de incisura in 2 delen
verdeelt, beide licht concaaf van vorm à zo past de kom van de incisura mooi in de groeve van de
trochlea humeri
Dit gewricht hee` een heel sterke congruen,e ,jdens de hele flexie/extensiebeweging van de
elleboog is er blijvend contact tussen de ulna en de humerus
DE ELLEBOOG
Loose packed posi,on:
• Art. Humero-ulnaris: 90° flexie en 5° supina,e
• Art. Radio-ulnaris proximalis & Humero-radialis: 35° supina,e en 70° flexie
Closed packed posi,on:
• Art. Humero-ulnaris: maximale extensie
• Art. Humeroradialis: 90° flexie en 5° supina,e
ART. HUMERO-ULNARIS
Congruen,e: zeer goed
Oriënta,e gewrichtsvlakken:
• Ulnair gewrichtsoppervlak: schuin op de ulna en ventraal-proximaal gericht
• Hoek van 135° met de schacht van de ulna à door het concave vlak van de incisura. Deze
inclina,e komt goed overeen met de hoekstand van de trochlea humeri
• Hoekstand trochlea humeri: voorwaartse inclina,e van 30-45°
• Trac,erich,ng = distaal/doorsaal ten opzichte van de ulna schacht in de rich,ng van de
normaal
= mediaal aanzicht
, Frontaal vlak: concaviteit van trochlea humeri (gevolg van een centrale groeve die de trochlea in 2
faceUen verdeelt)
FaceUen van trochlea: licht convex, met het grote mediale facet dat ook
duidelijk maar naar distaal reikt dan het laterale facet à hierdoor grijpt de
flexie-extensiebeweging niet zuiver in 1 vlak plaats
Met de onderarm in supina,e is de “cubitus valgus” of valgushoek in
maximale extensiestand duidelijk waarneembaar
Lengteas radius/ulna maakt ten opzichte van de lengteas van de humerus
een hoek van 10 à 15° bij mannen en 20 à 25° bij vrouwen (= carrying
angle) à daarom moet een transla,ebeweging naar mediaal of lateraal
voldoende distaalwaarts gericht zijn.
Incisura trochlearis ulna hee` ook 2 faceUen. Dit is het gevolg van de kam die de incisura in 2 delen
verdeelt, beide licht concaaf van vorm à zo past de kom van de incisura mooi in de groeve van de
trochlea humeri
Dit gewricht hee` een heel sterke congruen,e ,jdens de hele flexie/extensiebeweging van de
elleboog is er blijvend contact tussen de ulna en de humerus