WISKUNDIGE ONTWIKKELING
WINKELSPEL
PRAKTISCHE ORGANISATIE
SOORT WINKELS
Ervaringen uit de praktijk:
Waar spelen we?
In de klas, een hoek, samenwerking met poppenhoek, turnzaal, buiten, explo,
Samen met de kleuters zelf een winkel maken
Soorten winkels?
Groenten en fruit, kledij, apotheek, schoenen, juwelen, bakker, lichtjeswinkel, markt,
zelfbouwmarkt, stoffenwinkel, cinema, reisbureau, restaurant,…
Thema’s? afhankelijk van leeftijd, concreet-abstract
Bakker, ziek zijn, sport, carnaval, koken, restaurant,..
Gevoel?
Verbondenheid, leuk, …
Leeftijd?
2-3KK
Hulpmiddelen
kassa
weegschaal
kaartjes met prijs
,PRIJSAANDUIDING EN BETAALMIDDELEN
Verschil kennen!
*betaalmiddel: geld om te betalen.
*prijsaanduiding: prijs die op het product wordt geplakt.
3 jarigen:
Ruilprincipe: ruilen een kaartje tegen een voorwerp
o betaalmiddel: kleuren of symbolen
o prijsaanduiding: ook kleuren en symbolen
Een-op-een relatie is belangrijk
o kleur bij eenzelfde kleur van voorwerp
o kaartje van het voorwerp
4 jarigen:
Betalen mbv de 1-1 relatie
o betaalmiddel: schijven of biljetten (waarde 1)
o prijsaanduiding: met stippen (tot 5-6)
Nog steeds een-op-een relatie
o hulpkaart: een kaartje op een leeg vakje leggen
5 jarigen:
betalen met schijven en biljetten (met getalbeeld en cijfers)
o betaalmiddel: geen namaak euro’s
, o prijsaanduiding: stippen en cijfers (tot 10)
komen tot het teruggeven van geld = wisselgeld
o hulpkaart voor het teruggeven + extra blad voor de overschot
vraag: welk kaartje mag je niet geven in 3KK: een kaartje met hetzelfde bedrag want dat is ruilen, ze willen
komen tot het teruggeven van wisselgeld.
FASEN
5 fasen:
1. Wat verkopen we? (klassikaal)
Explo, waarneming, ontdekhoek
Verzamelen, sorteren en bespreken
1. Inrichten van de winkelruimte (kleine groep)
3 jarigen plaatsen het materiaal in de winkelhoek volgens instructie van de leider
4 jarigen: zelf versieren
5 jarigen: zelf winkel maken
1. Prijzen van de koopwaar (kleine groep)
3 jarigen: kleurencode of symbool bespreken en de betekenis verklaren
4 jarigen: max 5 of 6, samen bepalen met de kleuters.
5 jarigen:
WINKELSPEL
PRAKTISCHE ORGANISATIE
SOORT WINKELS
Ervaringen uit de praktijk:
Waar spelen we?
In de klas, een hoek, samenwerking met poppenhoek, turnzaal, buiten, explo,
Samen met de kleuters zelf een winkel maken
Soorten winkels?
Groenten en fruit, kledij, apotheek, schoenen, juwelen, bakker, lichtjeswinkel, markt,
zelfbouwmarkt, stoffenwinkel, cinema, reisbureau, restaurant,…
Thema’s? afhankelijk van leeftijd, concreet-abstract
Bakker, ziek zijn, sport, carnaval, koken, restaurant,..
Gevoel?
Verbondenheid, leuk, …
Leeftijd?
2-3KK
Hulpmiddelen
kassa
weegschaal
kaartjes met prijs
,PRIJSAANDUIDING EN BETAALMIDDELEN
Verschil kennen!
*betaalmiddel: geld om te betalen.
*prijsaanduiding: prijs die op het product wordt geplakt.
3 jarigen:
Ruilprincipe: ruilen een kaartje tegen een voorwerp
o betaalmiddel: kleuren of symbolen
o prijsaanduiding: ook kleuren en symbolen
Een-op-een relatie is belangrijk
o kleur bij eenzelfde kleur van voorwerp
o kaartje van het voorwerp
4 jarigen:
Betalen mbv de 1-1 relatie
o betaalmiddel: schijven of biljetten (waarde 1)
o prijsaanduiding: met stippen (tot 5-6)
Nog steeds een-op-een relatie
o hulpkaart: een kaartje op een leeg vakje leggen
5 jarigen:
betalen met schijven en biljetten (met getalbeeld en cijfers)
o betaalmiddel: geen namaak euro’s
, o prijsaanduiding: stippen en cijfers (tot 10)
komen tot het teruggeven van geld = wisselgeld
o hulpkaart voor het teruggeven + extra blad voor de overschot
vraag: welk kaartje mag je niet geven in 3KK: een kaartje met hetzelfde bedrag want dat is ruilen, ze willen
komen tot het teruggeven van wisselgeld.
FASEN
5 fasen:
1. Wat verkopen we? (klassikaal)
Explo, waarneming, ontdekhoek
Verzamelen, sorteren en bespreken
1. Inrichten van de winkelruimte (kleine groep)
3 jarigen plaatsen het materiaal in de winkelhoek volgens instructie van de leider
4 jarigen: zelf versieren
5 jarigen: zelf winkel maken
1. Prijzen van de koopwaar (kleine groep)
3 jarigen: kleurencode of symbool bespreken en de betekenis verklaren
4 jarigen: max 5 of 6, samen bepalen met de kleuters.
5 jarigen: