Economie Jan Bouckaert
Macro-economisch evenwicht op KT/LT
Fundamentele macro-economische gelijkheid: W ≡ Y ≡C + I + G + NX
o Trendmatige evolutie op langere termijn: economische groei
o Fluctuaties op KT: conjunctuurcycli met hoog- (H) en laagconjunctuur (L)
= expansie en contractie
o BBP: bekend met vertraging en onvolledig beeld
o Andere indicatoren:
Synthetische conjunctuurindicator:
diverse economische variabelen samengevat in één kengetal (bv.
conjunctuur-barometer NBB, business climate indicator EC)
Selectieve conjunctuurindicator
van bv. consumenten- of producentenvertrouwen
Aggretatieve vraag
- Vraagcurve
≠ micro-economische vraagcurven
o AV = Yv = C + Iea + G + NX
o Weergave
= hoe totale macro-economische vraag AV wijzigt enkel door wijzigingen in algemeen
prijsniveau P
= ceteris paribus = alle andere factoren, behalve P, veranderen niet
Algemeen prijsniveau:
prijs van representatieve korf van intermediaire en finale goederen/diensten
- Negatief verband
als P stijgt daalt AV
o Transmissiemechanisme (H13)
Reëel vermogen
als P stijgt daalt reëel vermogen waardoor consumptie (C) daalt
Rentevoet
als P stijgt dan daalt reële geldhoeveelheid en stijgt rentevoet waardoor
inkomsten (I) en bestedingen van overheid (G) dalen
Concurrentiepositie tov buitenland
als P stijgt daalt concurrentiepositie waardoor netto-uitvoer (NX) daalt
- Verschuiving VAN
andere factoren dan P leiden tot verschuiving van AV-curve
o (On)gunstige winstvooruitzichten
o Toe- of afgenomen afzetmogelijkheden
o Overheidsoptreden (H12-13)
Budgettaire VS monetaire politiek
1
, Economie Jan Bouckaert
Aggregatieve aanbod
- Aanbodcurve
≠ som bedrijfs-aanbodcurven
o AA = Ya = W
o Weergave
hoe totale macro-economische aanbod wijzigt door wijzigingen enkel in het
algemeen prijsniveau P = ceteris paribus
Is op korte-termijn (AAkt) verschillend van de lange-termijn (AA lt)
- Op KT
o Algemene prijsniveau bevat zowel output- als inputprijzen
o Positief verband
tussen Ya en P, rechte
Nominale loonrigiditeit
nominale lonen passen zich slechts traag aan omwille van bv. institutionele
factoren
Als P stijgt stijgt output want nominaal loon (W) stijgt niet
W
onmiddellijk dus reëel loon daalt, arbeid meer inzetbaar
P
Als P daalt daalt output daalt want reële loonkost stijgt
Nominale prijsrigiditeit
prijzen passen zich traag aan bij wijzigende marktomstandigheden door
fricties, zoals bv. small-menukosten => AAkt verloopt heel vlak
Als AV daalt, daalt output want beperkte daling van prijs vangt
vraagdaling niet volledig op => output daalt
Als AV stijgt, stijgt output want beperkte stijging van prijs vangt
vraagstijging niet volledig op => output stijgt
Perceptiefouten
producenten interpreteren stijging van algemeen prijsniveau verkeerd nl. als
stijging van prijs enkel voor hun product
Perceptie = er is toename van bedrijfsvraag naar het product van de
specifieke producent => producenten verhogen hun individuele
output
o Verschuiving VAN
bij ongewijzigd algemeen prijsniveau P0
geeft stijging van nominaal loon daling van AA
Bij prijsniveau P0 bieden producenten Y1 in plaats van Y0, producenten bieden
enkel zelfde aanbod Y0 aan indien prijspeil voldoende stijgt naar P 1
Verschuift AAKT curve
opwaarts bij stijging van productiekosten
uitwaarts bij toename van productiviteit
2
Macro-economisch evenwicht op KT/LT
Fundamentele macro-economische gelijkheid: W ≡ Y ≡C + I + G + NX
o Trendmatige evolutie op langere termijn: economische groei
o Fluctuaties op KT: conjunctuurcycli met hoog- (H) en laagconjunctuur (L)
= expansie en contractie
o BBP: bekend met vertraging en onvolledig beeld
o Andere indicatoren:
Synthetische conjunctuurindicator:
diverse economische variabelen samengevat in één kengetal (bv.
conjunctuur-barometer NBB, business climate indicator EC)
Selectieve conjunctuurindicator
van bv. consumenten- of producentenvertrouwen
Aggretatieve vraag
- Vraagcurve
≠ micro-economische vraagcurven
o AV = Yv = C + Iea + G + NX
o Weergave
= hoe totale macro-economische vraag AV wijzigt enkel door wijzigingen in algemeen
prijsniveau P
= ceteris paribus = alle andere factoren, behalve P, veranderen niet
Algemeen prijsniveau:
prijs van representatieve korf van intermediaire en finale goederen/diensten
- Negatief verband
als P stijgt daalt AV
o Transmissiemechanisme (H13)
Reëel vermogen
als P stijgt daalt reëel vermogen waardoor consumptie (C) daalt
Rentevoet
als P stijgt dan daalt reële geldhoeveelheid en stijgt rentevoet waardoor
inkomsten (I) en bestedingen van overheid (G) dalen
Concurrentiepositie tov buitenland
als P stijgt daalt concurrentiepositie waardoor netto-uitvoer (NX) daalt
- Verschuiving VAN
andere factoren dan P leiden tot verschuiving van AV-curve
o (On)gunstige winstvooruitzichten
o Toe- of afgenomen afzetmogelijkheden
o Overheidsoptreden (H12-13)
Budgettaire VS monetaire politiek
1
, Economie Jan Bouckaert
Aggregatieve aanbod
- Aanbodcurve
≠ som bedrijfs-aanbodcurven
o AA = Ya = W
o Weergave
hoe totale macro-economische aanbod wijzigt door wijzigingen enkel in het
algemeen prijsniveau P = ceteris paribus
Is op korte-termijn (AAkt) verschillend van de lange-termijn (AA lt)
- Op KT
o Algemene prijsniveau bevat zowel output- als inputprijzen
o Positief verband
tussen Ya en P, rechte
Nominale loonrigiditeit
nominale lonen passen zich slechts traag aan omwille van bv. institutionele
factoren
Als P stijgt stijgt output want nominaal loon (W) stijgt niet
W
onmiddellijk dus reëel loon daalt, arbeid meer inzetbaar
P
Als P daalt daalt output daalt want reële loonkost stijgt
Nominale prijsrigiditeit
prijzen passen zich traag aan bij wijzigende marktomstandigheden door
fricties, zoals bv. small-menukosten => AAkt verloopt heel vlak
Als AV daalt, daalt output want beperkte daling van prijs vangt
vraagdaling niet volledig op => output daalt
Als AV stijgt, stijgt output want beperkte stijging van prijs vangt
vraagstijging niet volledig op => output stijgt
Perceptiefouten
producenten interpreteren stijging van algemeen prijsniveau verkeerd nl. als
stijging van prijs enkel voor hun product
Perceptie = er is toename van bedrijfsvraag naar het product van de
specifieke producent => producenten verhogen hun individuele
output
o Verschuiving VAN
bij ongewijzigd algemeen prijsniveau P0
geeft stijging van nominaal loon daling van AA
Bij prijsniveau P0 bieden producenten Y1 in plaats van Y0, producenten bieden
enkel zelfde aanbod Y0 aan indien prijspeil voldoende stijgt naar P 1
Verschuift AAKT curve
opwaarts bij stijging van productiekosten
uitwaarts bij toename van productiviteit
2