Inhoudsopgave
1 Inleiding .............................................................................................................................. 2
2 Consumentensurplus ........................................................................................................... 2
2.1 Illustratie: Veiling ................................................................................................................... 2
2.2 Meting consumentensurplus (CS) ......................................................................................... 3
3 Producentensurplus ............................................................................................................. 3
3.1 Illustratie: Openbare aanbesteding ....................................................................................... 3
3.2 Meting van het producentensurplus (PS).............................................................................. 4
4 Efficiëntie van de markt ....................................................................................................... 5
4.1 Totaal surplus (TS) ................................................................................................................. 5
4.2 Evaluatie van het marktevenwicht ........................................................................................ 5
HOOFDSTUK 6: CONSUMENTEN, PRODUCENTEN EN DE EFFICIËNTIE VAN MARKTEN 1 van 6
, HOOFDSTUK 6: Consumenten, producenten en
de efficiëntie van markten
1 Inleiding
- In de vorige hoofdstukken hebben we altijd een positieve/beschrijvende benadering gevolgd
- Vanaf dit hoofdstuk gaan we de normatieve benadering volgen (we gaan na of een maatregel die de
overheid voorstelt, een bepaalde marktvorm die ontstaat of die wenselijk is)
- Het begrip ‘allocatieve efficiëntie’ staat hierbij centraal: Door de markt worden goederen
toegewezen aan bepaalde actoren
2 Consumentensurplus
2.1 Illustratie: Veiling
- Betalingsbereidheid (WTP): De waarde die elke deelnemer aan een markt hecht aan een
verhandeld goed
• Englisch auction (bieden per opbod): Prijs wordt door de veilingsmeester stelselmatig verhoogd
totdat er maar één bieder meer overblijft
• Dutch auction (bieden per afslag): Prijs wordt door de veilingsmeester verlaagd totdat een eerste
gegadigde zich meldt
HOOFDSTUK 6: CONSUMENTEN, PRODUCENTEN EN DE EFFICIËNTIE VAN MARKTEN 2 van 6
, 2.2 Meting consumentensurplus (CS)
- Het consumentensurplus is het verschil tussen het maximumbedrag dat een koper bereid is te
betalen (WTP) en het bedrag dat hij werkelijk moet betalen (P)
Oppervlakte onder de vraagcurve, maar boven de prijs
- Het consumentensurplus geeft de nettobaat weer die consumenten realiseren bij de aankoop van
een goed
Consumentensurplus is een subjectief begrip
(de betalingsbereidheid hangt af van persoonlijke voorkeuren en inkomen)
Het consumentensurplus is geen goede maatstaf in geval van ‘merit goods’ en ‘merit bads’
• Merit goods zijn goederen waarvan de betalingsbereidheid van de consument zeer
hoog is, maar die de welvaart van de consument en de maatschappij schaden
(bv. tabak, alcohol)
• Merit bads zijn goederen waarvan de betalingsbereidheid van de consument zeer laag
is, maar die de welvaart van de consument en de maatschappij verbeteren
(bv. medische verzorging, onderwijs)
3 Producentensurplus
3.1 Illustratie: Openbare aanbesteding
- Een aanbesteding is een aankooptechniek waarbij een aanbesteder, na het formuleren van
kwaliteitsvereisten waaraan het product moet voldoen, de opdracht toekent aan de aanbieder die
het product kan produceren aan de laagste prijs
- De prijs die elke aanbieder biedt, wordt bepaald door zijn totale opportuniteitskost
Expliciete kost (= van de inputs) + impliciete kost (= waarde van de tijd/loon dat gederfd wordt door niet
elders te kunnen gaan werken
HOOFDSTUK 6: CONSUMENTEN, PRODUCENTEN EN DE EFFICIËNTIE VAN MARKTEN 3 van 6
1 Inleiding .............................................................................................................................. 2
2 Consumentensurplus ........................................................................................................... 2
2.1 Illustratie: Veiling ................................................................................................................... 2
2.2 Meting consumentensurplus (CS) ......................................................................................... 3
3 Producentensurplus ............................................................................................................. 3
3.1 Illustratie: Openbare aanbesteding ....................................................................................... 3
3.2 Meting van het producentensurplus (PS).............................................................................. 4
4 Efficiëntie van de markt ....................................................................................................... 5
4.1 Totaal surplus (TS) ................................................................................................................. 5
4.2 Evaluatie van het marktevenwicht ........................................................................................ 5
HOOFDSTUK 6: CONSUMENTEN, PRODUCENTEN EN DE EFFICIËNTIE VAN MARKTEN 1 van 6
, HOOFDSTUK 6: Consumenten, producenten en
de efficiëntie van markten
1 Inleiding
- In de vorige hoofdstukken hebben we altijd een positieve/beschrijvende benadering gevolgd
- Vanaf dit hoofdstuk gaan we de normatieve benadering volgen (we gaan na of een maatregel die de
overheid voorstelt, een bepaalde marktvorm die ontstaat of die wenselijk is)
- Het begrip ‘allocatieve efficiëntie’ staat hierbij centraal: Door de markt worden goederen
toegewezen aan bepaalde actoren
2 Consumentensurplus
2.1 Illustratie: Veiling
- Betalingsbereidheid (WTP): De waarde die elke deelnemer aan een markt hecht aan een
verhandeld goed
• Englisch auction (bieden per opbod): Prijs wordt door de veilingsmeester stelselmatig verhoogd
totdat er maar één bieder meer overblijft
• Dutch auction (bieden per afslag): Prijs wordt door de veilingsmeester verlaagd totdat een eerste
gegadigde zich meldt
HOOFDSTUK 6: CONSUMENTEN, PRODUCENTEN EN DE EFFICIËNTIE VAN MARKTEN 2 van 6
, 2.2 Meting consumentensurplus (CS)
- Het consumentensurplus is het verschil tussen het maximumbedrag dat een koper bereid is te
betalen (WTP) en het bedrag dat hij werkelijk moet betalen (P)
Oppervlakte onder de vraagcurve, maar boven de prijs
- Het consumentensurplus geeft de nettobaat weer die consumenten realiseren bij de aankoop van
een goed
Consumentensurplus is een subjectief begrip
(de betalingsbereidheid hangt af van persoonlijke voorkeuren en inkomen)
Het consumentensurplus is geen goede maatstaf in geval van ‘merit goods’ en ‘merit bads’
• Merit goods zijn goederen waarvan de betalingsbereidheid van de consument zeer
hoog is, maar die de welvaart van de consument en de maatschappij schaden
(bv. tabak, alcohol)
• Merit bads zijn goederen waarvan de betalingsbereidheid van de consument zeer laag
is, maar die de welvaart van de consument en de maatschappij verbeteren
(bv. medische verzorging, onderwijs)
3 Producentensurplus
3.1 Illustratie: Openbare aanbesteding
- Een aanbesteding is een aankooptechniek waarbij een aanbesteder, na het formuleren van
kwaliteitsvereisten waaraan het product moet voldoen, de opdracht toekent aan de aanbieder die
het product kan produceren aan de laagste prijs
- De prijs die elke aanbieder biedt, wordt bepaald door zijn totale opportuniteitskost
Expliciete kost (= van de inputs) + impliciete kost (= waarde van de tijd/loon dat gederfd wordt door niet
elders te kunnen gaan werken
HOOFDSTUK 6: CONSUMENTEN, PRODUCENTEN EN DE EFFICIËNTIE VAN MARKTEN 3 van 6