100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting - Micro-economie (HOOFDSTUK 4: De vraag en theorie van het consumentengedrag)

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
7
Geüpload op
26-09-2024
Geschreven in
2023/2024

KU Leuven Campus Brussel - Schakelprogramma: Handelswetenschappen - Micro-economie - HOOFDSTUK 4: De vraag en theorie van het consumentengedrag











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
26 september 2024
Aantal pagina's
7
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Inhoudsopgave
1 Inleiding .............................................................................................................................. 2
2 Budgetbeperking: De budgetrechte (BR) ............................................................................... 2
3 Preferenties van de consument: Indifferentiecurves ............................................................. 3
3.1 Indifferentiecurves (IC) .......................................................................................................... 3
3.2 Vier kenmerken van indifferentiecurves (IC)......................................................................... 3
3.3 Marginale substitutievoet (MSV) van de consument ............................................................ 3
3.4 Twee extreme gevallen van indifferentiecurves ................................................................... 4
4 ‘Feitelijke’ keuze consument als optimeringsprobleem ......................................................... 4
4.1 Optimering door de consument ............................................................................................ 4
4.2 Gevolgen van inkomensveranderingen ................................................................................. 5
4.3 Gevolgen van prijsveranderingen .......................................................................................... 5
4.4 Onderscheid tussen inkomenseffect en substitutie-effect bij prijsveranderingen (voor
normale goederen) ............................................................................................................................. 5
4.5 Afleiding van de vraagcurve .................................................................................................. 6
5 Implicaties van de theorie van het consumentengedrag ........................................................ 6
5.1 Vraagcurves hebben niet altijd een dalend verloop ............................................................. 6
5.2 Inkomensexpansie en Engelcurven ....................................................................................... 7




HOOFDSTUK 4: DE VRAAG EN THEORIE VAN HET CONSUMENTENGEDRAG 1 van 7

, HOOFDSTUK 4: De vraag en theorie van het
consumentengedrag

1 Inleiding
- In dit hoofdstuk zien we hoe de vraagcurve tot stand komt
 Welke beslissingen van de consument liggen aan de grondslag van het tot stand komen van de
vraagcurve


2 Budgetbeperking: De budgetrechte (BR)
- De budgetrechte geeft alle consumptiemogelijkheden weer die
budgettair mogelijk zijn
 Het budget is volledig besteed voor alle punten gelegen op de
budgetrechte
 Het budget wordt niet volledig besteed: Alle punten links van
de budgetrechte
 Alle punten rechts van de budgetrechte zijn niet mogelijk
𝐵
𝑃 𝑃𝑌
- De helling van de budgetrechte: 𝑃𝑋 (= 𝐵 )
𝑌
𝑃𝑋

 De relatieve prijsverhouding van de twee goederen

VOORBEELD:
𝑃𝑥(𝑝𝑖𝑧𝑧𝑎) = € 10 𝐵 1.000
𝑃𝑌 2
𝑃𝑦(𝑐𝑜𝑙𝑎) = € 2 ⇒ 𝐵 = 1.000 =5
𝑃𝑋 10
Budget (𝐵) = € 1.000 (één eenheid van goed x (pizza) kost vijf eenheden van goed y (cola))

- De budgetrechte verschuift evenwijdig met zichzelf naar rechts bij een hoger inkomen (B4.2)
 Evenwijdig omdat de relatieve prijsverhouding niet wijzigt

- De helling van de budgetrechte verandert bij een prijsverandering van één goed (B4.3-4)
 De rechte roteert rond het punt op de as van het goed dat niet in prijs is veranderd

- Een prijsverandering in beide goederen zorgt ervoor de dat de helling van de budgetrechte
verandert (B4.5)
 Deze verandering hangt af van de nieuwe relatieve prijsverhouding




(B4.2) (B4.3) (B4.4) (B4.5)




HOOFDSTUK 4: DE VRAAG EN THEORIE VAN HET CONSUMENTENGEDRAG 2 van 7

, 3 Preferenties van de consument: Indifferentiecurves

3.1 Indifferentiecurves (IC)
- Een indifferentiecurve geeft alle combinaties weer van
goederen die de consument éénzelfde nut opleveren
(= ‘isonutsfunctie’)
 Hoger gelegen indifferentiecurves stemmen overeen
met een hoger ordinaal1 nutsniveau
 Nutsniveaus worden op ordinaal (kwalitatief) niveau
gemeten




3.2 Vier kenmerken van indifferentiecurves (IC)
- Hogere indifferentiecurves worden geprefereerd ten opzichte van lagere indifferentiecurves

- Indifferentiecurves zijn steeds dalend
 Als men van goed 𝑋 een aantal eenheden moet afstaan, wil men meer eenheden van goed 𝑌
bekomen om op eenzelfde nutsniveau te blijven

- Indifferentiecurves kunnen elkaar nooit kruisen

- Indifferentiecurves zijn convex
 Bolle kant naar beneden gericht


3.3 Marginale substitutievoet (MSV) van de consument
- De marginale substitutievoet (𝑀𝑆𝑉) geeft aan hoeveel extra eenheden van goed 𝑌 nodig zijn om
het verlies van één eenheid van goed 𝑋 te compenseren, zodat men op hetzelfde nutsniveau blijft
∆𝑌
𝑀𝑆𝑉 =
∆𝑋
- De eerste wet van Gossen = de wet van het dalend grensnut: Naarmate een consument over meer
eenheden van een goed beschikt, daalt het marginaal nut2 van het goed, en omgekeerd
(bv. het eerste stuk chocolade levert een hoger nut op dan het vijfde stuk)
∆𝑌 𝑀𝑈
𝑀𝑆𝑉 = ∆𝑋 = 𝑀𝑈𝑋 (= helling raaklijn indifferentiecurve)
𝑌

 De marginale substitutievoet wordt bepaald door de verhouding van de marginale nuttigheden
 De marginale substitutievoet is verschillend op elk punt van de indifferentiecurve




1 Hoewel het nut van een bepaald goed of dienst niet kan worden gemeten door gebruik te maken van een numerieke
schaal, dit wel kan door een individu te vragen verschillende alternatieven in volgorde van minder, gelijk of beter
kwalitatief te ordenen
2 Marginaal nut is het nut verbonden aan het bekomen van één extra eenheid




HOOFDSTUK 4: DE VRAAG EN THEORIE VAN HET CONSUMENTENGEDRAG 3 van 7

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
evsmts Katholieke Universiteit Leuven
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
37
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
3
Documenten
71
Laatst verkocht
1 dag geleden

4,0

2 beoordelingen

5
1
4
0
3
1
2
0
1
0

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen