Fiscaal recht – 2e jaar vastgoed -
samenvatting
Deel 1: Indeling van de belastingen
1 De directe belasting
Belastingen die direct bij een handeling worden ingehouden. Bijv. de Belasting Toegevoegde Waarde (btw).
Directe belasting wordt geheven door de Administratie of het Bestuur van de directe belastingen.
1.1 Inkomstenbelasting
Inkomstenbelasting is een vorm van directe belasting die geheven wordt over het inkomen van particuliere
belastingplichtigen.
Belastingen worden pas tot 2 jaar na het inkomen berekend en opgevraagd voorkomen dat de persoon niet
meer kan betalen voorschot = voorheffing.
4 soorten inkomstenbelastingen:
1. Personenbelasting (PB): Belasting op inkomen van natuurlijke personen. Natuurlijke personen vermelden in
hun aangifte Beroepsinkomsten (BI), onroerende inkomsten (OI), roerende inkomsten (RO) en diverse
inkomsten (DI).
2. Vennootschapsbelasting (VenB): Belastingen op winsten van handelsvennootschappen. Vermelden in hun
aangifte reserves (winst die wordt bijgehouden), dividenden (vergoedingen gegeven aan
aandeelhouders, enkel bij winst) en verworpen uitgaven ( uitgaven die door de fiscus niet worden aanvaard)
3. Rechtspersonenbelasting (RPB): Belastingen op roerende en onroerende inkomsten van VZW’s
(verenigingen zonder winst).
4. Belastingen der niet inwoners (BNI): Inkomstenbelasting die geheven wordt op de inkomsten van niet-
rijksinwoners. Dubbele inkomstbelasting wordt vermeden door dubbelbelastingsverdragen, beide landen
maken een besluit over welk inkomstbelasting kan innen.
1.2 Met inkomstenbelasting gelijkgestelde belastingen
3 soorten met inkomsten gelijkgestelde belastingen:
1. Verkeersbelasting: jaarlijkse heffing op voertuigen
2. Belastingen op spelen en weddenschappen: belasting op ingezette sommen
3. Belasting op automatische ontspanningstoestellen: jaarlijkse heffing (bv. flipperkast, bingospel)
2 De indirecte belastingen
Indirecte belastingen zijn belastingen die door overheden op indirecte wijze worden geheven, zoals de
omzetbelasting. Deze belastingen zijn indirect in de zin dat ze door een tussenpersoon worden geïnd, de
verkoper, die de belasting aan de uiteindelijke betaler doorrekent in de prijs.
8 soorten indirecte belastingen:
1. Registratierechten: Bepaald door de federale overheid
Registratiebelastingen: Bepaald door Vlaamse gewest
Belasting wordt door de ontvanger van de registratie geïnd ter gelegenheid van de registratie van akten of
geschriften in een register.
2. Griffierechten: Bepaald op federaal niveau
Belasting wanneer de griffie van de rechtbank een document moet opstellen.
3. Successierechten/ erfbelasting: Bepaald op gewestelijk niveau
Belasting op een nalatenschap
4. BTW: Bepaald op federaal niveau
Belasting toegevoegde waarde omzetbelasting die wordt geheven bij de levering van een product of dienst.
5. Met zegel gelijkgestelde taksen: Bepaald op federaal niveau
Inschrijvingstaks auto’s
Pagina 1 van 60
,Pagina 2 van 60
,6. Invoerrechten: Bepaald op federaal niveau
Belasting te betalen wanneer goederen van buiten de EU in de EU worden ingevoerd.
7. Accijnzen: Bepaald op federaal en gewestelijk niveau
Belasting geheven op de verkoop van bepaalde goederen.
8. Zegelrechten: Bepaald op federaal niveau
Belasting bij de totstandkoming van bepaalde contracten of andere documenten, waarvan de betaling
bewezen wordt door een zegel of stempel op het betreffende document.
Pagina 3 van 60
, Deel 2 Registratierechten en registratiebelastingen
Hoofdstuk 1 Algemene beschouwing over registratierechten
1 Wetgevende bronnen
2.1 Wetboek der registratie, hypotheek en griffierechten (W.Reg.)
Is een federale regelgeving. In het wetboek is de omschrijving van de registratieformaliteit weergegeven. Wetboek
blijft van toepassing voor tarieven en procedure van o.a vast recht, specifieke en vaste rechten en bepaalde
specifieke registratierechten.
2.2 Vlaamse codex Fiscaliteit (VCF)
Is een gewestelijke regelgeving. De gewesten bepalen tarieven, procedures van inning en invordering van
belastingen.
Inning wordt uitgevoerd door Vlaamse Belastingdienst (VLABEL).
4 registratiebelastingen:
1. Verkooprecht
2. Schenkbelasting
3. Verdeelrecht
4. Recht op hypotheekvestiging
3 De registratieformaliteit
Artikel 1 W.Reg: De registratie is een formaliteit die bestaat in het afschrijven, ontleden of vermelden van een akte
of van een geschrift, door de ontvanger der registratie, in een hiertoe bestemd register of op elke andere
informatiedrager.
Bepaalde documenten moeten verplicht geregistreerd worden. Afhankelijk van soort akte en van wie de akte
opmaakt. Andere documenten kunnen vrijwillig geregistreerd worden.
Fiscaal doel = innen van registratierechten.
Voordelen van registratie:
Document krijgt vaste datum
Inhoud staat vast
Voordeel voor de Administratie, kadastrale legger aanpassen
4 Indeling van de rechten/ belastingen
Bij elke registratie moeten registratierechten of registratiebelastingen betaald worden.
Indeling in evenredige rechten en vaste rechten:
Evenredige rechten: een % dat wordt toegepast
Vaste rechten opgedeeld in algemeen vast recht en specifiek vast recht
o Algemeen vast recht: onveranderlijk bedrag
o Specifiek vast recht: forfait voor specifieke verrichting
Pagina 4 van 60
samenvatting
Deel 1: Indeling van de belastingen
1 De directe belasting
Belastingen die direct bij een handeling worden ingehouden. Bijv. de Belasting Toegevoegde Waarde (btw).
Directe belasting wordt geheven door de Administratie of het Bestuur van de directe belastingen.
1.1 Inkomstenbelasting
Inkomstenbelasting is een vorm van directe belasting die geheven wordt over het inkomen van particuliere
belastingplichtigen.
Belastingen worden pas tot 2 jaar na het inkomen berekend en opgevraagd voorkomen dat de persoon niet
meer kan betalen voorschot = voorheffing.
4 soorten inkomstenbelastingen:
1. Personenbelasting (PB): Belasting op inkomen van natuurlijke personen. Natuurlijke personen vermelden in
hun aangifte Beroepsinkomsten (BI), onroerende inkomsten (OI), roerende inkomsten (RO) en diverse
inkomsten (DI).
2. Vennootschapsbelasting (VenB): Belastingen op winsten van handelsvennootschappen. Vermelden in hun
aangifte reserves (winst die wordt bijgehouden), dividenden (vergoedingen gegeven aan
aandeelhouders, enkel bij winst) en verworpen uitgaven ( uitgaven die door de fiscus niet worden aanvaard)
3. Rechtspersonenbelasting (RPB): Belastingen op roerende en onroerende inkomsten van VZW’s
(verenigingen zonder winst).
4. Belastingen der niet inwoners (BNI): Inkomstenbelasting die geheven wordt op de inkomsten van niet-
rijksinwoners. Dubbele inkomstbelasting wordt vermeden door dubbelbelastingsverdragen, beide landen
maken een besluit over welk inkomstbelasting kan innen.
1.2 Met inkomstenbelasting gelijkgestelde belastingen
3 soorten met inkomsten gelijkgestelde belastingen:
1. Verkeersbelasting: jaarlijkse heffing op voertuigen
2. Belastingen op spelen en weddenschappen: belasting op ingezette sommen
3. Belasting op automatische ontspanningstoestellen: jaarlijkse heffing (bv. flipperkast, bingospel)
2 De indirecte belastingen
Indirecte belastingen zijn belastingen die door overheden op indirecte wijze worden geheven, zoals de
omzetbelasting. Deze belastingen zijn indirect in de zin dat ze door een tussenpersoon worden geïnd, de
verkoper, die de belasting aan de uiteindelijke betaler doorrekent in de prijs.
8 soorten indirecte belastingen:
1. Registratierechten: Bepaald door de federale overheid
Registratiebelastingen: Bepaald door Vlaamse gewest
Belasting wordt door de ontvanger van de registratie geïnd ter gelegenheid van de registratie van akten of
geschriften in een register.
2. Griffierechten: Bepaald op federaal niveau
Belasting wanneer de griffie van de rechtbank een document moet opstellen.
3. Successierechten/ erfbelasting: Bepaald op gewestelijk niveau
Belasting op een nalatenschap
4. BTW: Bepaald op federaal niveau
Belasting toegevoegde waarde omzetbelasting die wordt geheven bij de levering van een product of dienst.
5. Met zegel gelijkgestelde taksen: Bepaald op federaal niveau
Inschrijvingstaks auto’s
Pagina 1 van 60
,Pagina 2 van 60
,6. Invoerrechten: Bepaald op federaal niveau
Belasting te betalen wanneer goederen van buiten de EU in de EU worden ingevoerd.
7. Accijnzen: Bepaald op federaal en gewestelijk niveau
Belasting geheven op de verkoop van bepaalde goederen.
8. Zegelrechten: Bepaald op federaal niveau
Belasting bij de totstandkoming van bepaalde contracten of andere documenten, waarvan de betaling
bewezen wordt door een zegel of stempel op het betreffende document.
Pagina 3 van 60
, Deel 2 Registratierechten en registratiebelastingen
Hoofdstuk 1 Algemene beschouwing over registratierechten
1 Wetgevende bronnen
2.1 Wetboek der registratie, hypotheek en griffierechten (W.Reg.)
Is een federale regelgeving. In het wetboek is de omschrijving van de registratieformaliteit weergegeven. Wetboek
blijft van toepassing voor tarieven en procedure van o.a vast recht, specifieke en vaste rechten en bepaalde
specifieke registratierechten.
2.2 Vlaamse codex Fiscaliteit (VCF)
Is een gewestelijke regelgeving. De gewesten bepalen tarieven, procedures van inning en invordering van
belastingen.
Inning wordt uitgevoerd door Vlaamse Belastingdienst (VLABEL).
4 registratiebelastingen:
1. Verkooprecht
2. Schenkbelasting
3. Verdeelrecht
4. Recht op hypotheekvestiging
3 De registratieformaliteit
Artikel 1 W.Reg: De registratie is een formaliteit die bestaat in het afschrijven, ontleden of vermelden van een akte
of van een geschrift, door de ontvanger der registratie, in een hiertoe bestemd register of op elke andere
informatiedrager.
Bepaalde documenten moeten verplicht geregistreerd worden. Afhankelijk van soort akte en van wie de akte
opmaakt. Andere documenten kunnen vrijwillig geregistreerd worden.
Fiscaal doel = innen van registratierechten.
Voordelen van registratie:
Document krijgt vaste datum
Inhoud staat vast
Voordeel voor de Administratie, kadastrale legger aanpassen
4 Indeling van de rechten/ belastingen
Bij elke registratie moeten registratierechten of registratiebelastingen betaald worden.
Indeling in evenredige rechten en vaste rechten:
Evenredige rechten: een % dat wordt toegepast
Vaste rechten opgedeeld in algemeen vast recht en specifiek vast recht
o Algemeen vast recht: onveranderlijk bedrag
o Specifiek vast recht: forfait voor specifieke verrichting
Pagina 4 van 60
