HC1
• Genoom is het totaal aantal
genen in de cellen van een
Genoom organisme
• In een mensen zijn dit 30000
genen verdeeld over 23
chromosomen
HC1
• DNA is opgebouwd uit nucleotide
• zit in een dubbele helix structuu
DNA streng zit altijd samen met
complementaire streng.
DNA structuur • Er zijn hier basenparen gevormd
bindt met G en A bindt met T. C&
zitten gepaard door 3
waterstofbruggen, A&T kunnen m
twee waterstofbruggen maken. E
C&G-paar heeft dus een sterkere
binding dan A&T-paar.
,HC1
• bestaat uit een suikermolecuu
fosfaatgroep en 1 van de 4 ba
• Het suikermolecuul bestaat ui
een ring met vijf C-atomen en
nucleotide daarnaast 1 O-atoom.
• Bij een losse nucleotide zit dus
aan de 5’ kant zit een
fosfaatgroep en aan de 3’ kan
OH-groep die vrij is voor
polymerisatie.
HC1
• adenine, cytosine, guanine
en thymine.
• A en G hebben twee ringen
4 basen
hun structuur (purines),
• C en T hebben maar 1 ring
(pyrimidines).
,HC1
is thymine vervangen door
RNA
uracil (U).
HC1
• DNA is een template voor RN
dat wordt gemaakt via
transcriptie (5’ naar 3’).
• RNA is een onstabiele kopie
Centrale dogma van DNA en is template voor
eiwitten gemaakt door
translatie.
• Eiwitten zijn de bouwblokken
van de cel, en zorgt voor al d
functies die de cel uitoefent
, HC1
Prokaryoten en eukaryoten
Genorganisatie verschillen qua
genorganisatie.
HC1
• Bij prokaryoten zitten meerdere ge
samen in een cluster en delen regu
elementen, de genen worden dus s
gereguleerd
prokaryoten • Van deze genen wordt dan ook ma
product gemaakt waaruit verschille
eiwitten worden gemaakt
• Prokaryoten hebben ook weinig RN
processing, er zijn geen introns en
Het DNA is circulair en bevindt zich
cytoplasma.
• Genoom is het totaal aantal
genen in de cellen van een
Genoom organisme
• In een mensen zijn dit 30000
genen verdeeld over 23
chromosomen
HC1
• DNA is opgebouwd uit nucleotide
• zit in een dubbele helix structuu
DNA streng zit altijd samen met
complementaire streng.
DNA structuur • Er zijn hier basenparen gevormd
bindt met G en A bindt met T. C&
zitten gepaard door 3
waterstofbruggen, A&T kunnen m
twee waterstofbruggen maken. E
C&G-paar heeft dus een sterkere
binding dan A&T-paar.
,HC1
• bestaat uit een suikermolecuu
fosfaatgroep en 1 van de 4 ba
• Het suikermolecuul bestaat ui
een ring met vijf C-atomen en
nucleotide daarnaast 1 O-atoom.
• Bij een losse nucleotide zit dus
aan de 5’ kant zit een
fosfaatgroep en aan de 3’ kan
OH-groep die vrij is voor
polymerisatie.
HC1
• adenine, cytosine, guanine
en thymine.
• A en G hebben twee ringen
4 basen
hun structuur (purines),
• C en T hebben maar 1 ring
(pyrimidines).
,HC1
is thymine vervangen door
RNA
uracil (U).
HC1
• DNA is een template voor RN
dat wordt gemaakt via
transcriptie (5’ naar 3’).
• RNA is een onstabiele kopie
Centrale dogma van DNA en is template voor
eiwitten gemaakt door
translatie.
• Eiwitten zijn de bouwblokken
van de cel, en zorgt voor al d
functies die de cel uitoefent
, HC1
Prokaryoten en eukaryoten
Genorganisatie verschillen qua
genorganisatie.
HC1
• Bij prokaryoten zitten meerdere ge
samen in een cluster en delen regu
elementen, de genen worden dus s
gereguleerd
prokaryoten • Van deze genen wordt dan ook ma
product gemaakt waaruit verschille
eiwitten worden gemaakt
• Prokaryoten hebben ook weinig RN
processing, er zijn geen introns en
Het DNA is circulair en bevindt zich
cytoplasma.