Samenvatting artikelen Octrooirecht
Intellectuele eigendom aan het begin van de 21 e eeuw – Verkade – college 1
Onderscheid binnen de IE-rechten:
- Klassiekers: auteursrecht, merkenrecht, octrooirecht, kwekersrecht en modellenrecht
- Modernere: naburige rechten, chipsrecht en databankenrecht
Een uniform, communautair en onsplitsbaar recht en een hoogste rechter niet zomaar van de grond
kunnen komen moet gewerkt worden met interim-oplossingen.
Wat al lang zo is: een verbod van kunstmatige marktenscheiding.
Een gemeenschapsoctrooi heeft flink wat voeten in de aarde. Er is sprake van een heikele taalkwestie
en de wet van remmende voorsprong wreekt. Er is wel een EOV en daarbij horend EOB. Er geldt een
mondiale nieuwheidseis, dus conflicterende octrooien in verschillende staten zouden niet kunnen.
Een hoogste communautaire rechter mist. Dit houdt verband met de klacht van grote octrooihouders
dat de octrooirechtspraak slecht functioneert.
Volgens Verkade is het Octrooirecht feitelijk gezien al geharmoniseerd, maar een rechter ontbreekt
nog. Het belanghebbende bedrijfsleven zit er alleen niet zo op te wachten. Om die reden krijgt een
Harmonisatierichtlijn geen prioriteit. Er is wel sprake van deelharmonisering - Biotechnologie-
richtlijn.
Het TRIPs-verdrag biedt ook een stimulans voor verdere EU-integratie op IE gebied. Als een lidstaat
niet nakomt kunnen zij sancties opgelegd krijgen van de WTO in Genève. Het HvJ EU heeft zichzelf
bevoegd verklaard over de uitleg van dit verdrag – in ieder geval over de uitleg van toepasselijkheid
in materieelrechtelijke materie. Hieraan ligt ten grondslag dat de EG partij is bij het verdrag.
De geoctrooieerde uitvinding: een in taal gevangen inventieve techniek – Van Engelen –
college 2
Medinol/Abbott:
Wat wordt verboden met een octrooi wordt bepaald door de tekst van de octrooiconclusie. In deze
zaak gaat het over een octrooiaanvraag van ‘stents’. Het gaat om een grote markt met grote
financiële belangen. Medinol is houdster van een in 1995 ingediend Europees octrooi. Wat bijzonder
is aan deze stent is dat hij uit- en ingeklapt verschillende eigenschappen heeft.
Een Europees octrooi hoeft niet in alle landen werking te hebben, de aanvrager mag dit kiezen. Dit is
veelal een overweging in verband met de kosten. Tegen deze achtergrond heeft men het meestal
over een bundel van nationale octrooien. De octrooien worden ook voor de nationale rechter
beoordeeld. Het octrooi wordt door nationaal recht beheerst, voor zover het EOV daarover niets
bepaalt.
De beschermingsomvang van een octrooi wordt bepaald door de conclusie van het octrooi, de
opgenomen tekeningen en beschrijving hiervan dienen voor de uitleg van het octrooi. De conclusie is
dus maatgevend, de rest is een hulpmiddel. Nationale rechters dienen de norm van art. 69 EOV toe
te passen. In art. 1 Protocol wordt benadrukt dat de conclusie niet geïsoleerd gelezen mag worden.
Daarbij: billijke bescherming aan de octrooihouder, maar tegelijkertijd redelijke mate van
rechtszekerheid voor derden. In artikel 2 van het Procotol wordt benoemd dat rekening gehouden
moet worden met equivalenten.
In deze zaak: Hof: achtte niet alleen de taalkundige uitleg van belang, maar ook hoe de gemiddelde
vakman de tekst zal begrijpen. In deze zaak was de gemiddelde vakman een team van een ingenieur
en een cardioloog volgens het hof.
1
Intellectuele eigendom aan het begin van de 21 e eeuw – Verkade – college 1
Onderscheid binnen de IE-rechten:
- Klassiekers: auteursrecht, merkenrecht, octrooirecht, kwekersrecht en modellenrecht
- Modernere: naburige rechten, chipsrecht en databankenrecht
Een uniform, communautair en onsplitsbaar recht en een hoogste rechter niet zomaar van de grond
kunnen komen moet gewerkt worden met interim-oplossingen.
Wat al lang zo is: een verbod van kunstmatige marktenscheiding.
Een gemeenschapsoctrooi heeft flink wat voeten in de aarde. Er is sprake van een heikele taalkwestie
en de wet van remmende voorsprong wreekt. Er is wel een EOV en daarbij horend EOB. Er geldt een
mondiale nieuwheidseis, dus conflicterende octrooien in verschillende staten zouden niet kunnen.
Een hoogste communautaire rechter mist. Dit houdt verband met de klacht van grote octrooihouders
dat de octrooirechtspraak slecht functioneert.
Volgens Verkade is het Octrooirecht feitelijk gezien al geharmoniseerd, maar een rechter ontbreekt
nog. Het belanghebbende bedrijfsleven zit er alleen niet zo op te wachten. Om die reden krijgt een
Harmonisatierichtlijn geen prioriteit. Er is wel sprake van deelharmonisering - Biotechnologie-
richtlijn.
Het TRIPs-verdrag biedt ook een stimulans voor verdere EU-integratie op IE gebied. Als een lidstaat
niet nakomt kunnen zij sancties opgelegd krijgen van de WTO in Genève. Het HvJ EU heeft zichzelf
bevoegd verklaard over de uitleg van dit verdrag – in ieder geval over de uitleg van toepasselijkheid
in materieelrechtelijke materie. Hieraan ligt ten grondslag dat de EG partij is bij het verdrag.
De geoctrooieerde uitvinding: een in taal gevangen inventieve techniek – Van Engelen –
college 2
Medinol/Abbott:
Wat wordt verboden met een octrooi wordt bepaald door de tekst van de octrooiconclusie. In deze
zaak gaat het over een octrooiaanvraag van ‘stents’. Het gaat om een grote markt met grote
financiële belangen. Medinol is houdster van een in 1995 ingediend Europees octrooi. Wat bijzonder
is aan deze stent is dat hij uit- en ingeklapt verschillende eigenschappen heeft.
Een Europees octrooi hoeft niet in alle landen werking te hebben, de aanvrager mag dit kiezen. Dit is
veelal een overweging in verband met de kosten. Tegen deze achtergrond heeft men het meestal
over een bundel van nationale octrooien. De octrooien worden ook voor de nationale rechter
beoordeeld. Het octrooi wordt door nationaal recht beheerst, voor zover het EOV daarover niets
bepaalt.
De beschermingsomvang van een octrooi wordt bepaald door de conclusie van het octrooi, de
opgenomen tekeningen en beschrijving hiervan dienen voor de uitleg van het octrooi. De conclusie is
dus maatgevend, de rest is een hulpmiddel. Nationale rechters dienen de norm van art. 69 EOV toe
te passen. In art. 1 Protocol wordt benadrukt dat de conclusie niet geïsoleerd gelezen mag worden.
Daarbij: billijke bescherming aan de octrooihouder, maar tegelijkertijd redelijke mate van
rechtszekerheid voor derden. In artikel 2 van het Procotol wordt benoemd dat rekening gehouden
moet worden met equivalenten.
In deze zaak: Hof: achtte niet alleen de taalkundige uitleg van belang, maar ook hoe de gemiddelde
vakman de tekst zal begrijpen. In deze zaak was de gemiddelde vakman een team van een ingenieur
en een cardioloog volgens het hof.
1
