Cursus: Contactlens 1 (CTL1)
Cursuscode: GOO-2.CTL1-17
Lesweek: 4
Titel: Vragen hoofdstuk 9
Lees hoofdstuk 9 uit ‘Clinical Manual of Contact Lenses’. Beantwoord de
volgende vragen aan de hand van de theorie:
Het modificeren van vormstabiele lenzen wordt in de praktijk steeds minder
door de optometrist of contactlensspecialist zelf uitgevoerd. Toch is een zekere
basiskennis hierover een vereiste aangezien in sommige gevallen een klacht
relatief eenvoudig is op te lossen, zonder de lens te vernieuwen. Tegenwoordig
wordt de lens hiervoor naar de fabrikant gestuurd, welke de modificatie in een
gecontroleerde omgeving uitvoert.
1. Leg de volgende begrippen uit, geef aan waarvoor ze ingezet worden en
geef een korte weergave van de uitvoering:
a. Randafvlakking
b. Blending
c. Polijsten van de rand
d. Polijsten van het oppervlak
a. De rand van de lens wordt vlakker gemaakt
b. Met het blenden van de lensrand wordt de lensrand gemanipuleerd
waardoor deze vlakker wordt en de passing verandert.
c. Wanneer de rand van de contactlens beschadigd is wordt dit ervaren
bij de cliënt als ‘het gevoel van continue aanwezigheid van de lens’ of
dat er een vuiltje op de lens blijft zitten. Door het polijsten van de rand
kan dit worden opgelost.
d. Vroeger gingen lenzen soms wel 10 tot 15 jaar mee, en door het gebruik
ontstonden er gebruikssporen op de lens als krasjes en groeven. Deze
sporen konden worden gepolijst. Tegenwoordig gaan lenzen niet meer
zo lang mee en zijn de meeste materialen behandeld met een
oppervlakte behandeling waardoor ze niet gepolijst kunnen worden.
Contactlens 1 (CTL1) © Hogeschool Utrecht
Cursuscode: GOO-2.CTL1-17
Lesweek: 4
Titel: Vragen hoofdstuk 9
Lees hoofdstuk 9 uit ‘Clinical Manual of Contact Lenses’. Beantwoord de
volgende vragen aan de hand van de theorie:
Het modificeren van vormstabiele lenzen wordt in de praktijk steeds minder
door de optometrist of contactlensspecialist zelf uitgevoerd. Toch is een zekere
basiskennis hierover een vereiste aangezien in sommige gevallen een klacht
relatief eenvoudig is op te lossen, zonder de lens te vernieuwen. Tegenwoordig
wordt de lens hiervoor naar de fabrikant gestuurd, welke de modificatie in een
gecontroleerde omgeving uitvoert.
1. Leg de volgende begrippen uit, geef aan waarvoor ze ingezet worden en
geef een korte weergave van de uitvoering:
a. Randafvlakking
b. Blending
c. Polijsten van de rand
d. Polijsten van het oppervlak
a. De rand van de lens wordt vlakker gemaakt
b. Met het blenden van de lensrand wordt de lensrand gemanipuleerd
waardoor deze vlakker wordt en de passing verandert.
c. Wanneer de rand van de contactlens beschadigd is wordt dit ervaren
bij de cliënt als ‘het gevoel van continue aanwezigheid van de lens’ of
dat er een vuiltje op de lens blijft zitten. Door het polijsten van de rand
kan dit worden opgelost.
d. Vroeger gingen lenzen soms wel 10 tot 15 jaar mee, en door het gebruik
ontstonden er gebruikssporen op de lens als krasjes en groeven. Deze
sporen konden worden gepolijst. Tegenwoordig gaan lenzen niet meer
zo lang mee en zijn de meeste materialen behandeld met een
oppervlakte behandeling waardoor ze niet gepolijst kunnen worden.
Contactlens 1 (CTL1) © Hogeschool Utrecht