De geo aardrijkskunde VWO
samenvatting / deelvragen
AARDE
KLIMAAT EN VRAAGSTUKKEN
,Hoofdstuk 1 – Het weer- en klimaatsysteem
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
Weer= de toestand van de dampkring op een bepaald moment en voor een klein gebied
Klimaat= de gemiddelde toestand van het weer over een lange periode en voor een groot gebied
Wat is de samenstelling en opbouw van de atmosfeer?
De samenstelling van de atmosfeer:
- 78% stikstof
- 21 zuurstof
- Kleine hoeveelheden waterdamp en koolstofdioxide
De atmosfeer bestaat uit 4 lagen van boven naar onder:
(de overgang tussen de sferen wordt ‘pauze’ genoemd)
- Thermosfeer
hoe hoger, hoe warmer
hier maar 1% van atmosferische gassen
- Mesosfeer
hoe hoger, hoe kouder
meteorieten verbranden hier door luchtweerstand
- Stratosfeer
hoe hoger, hoe warmer
laag met ozon, dat filtert schadelijke straling
- Troposfeer
hoe hoger, hoe kouder
Waardoor zijn er variaties in de stralingsbalans?
De hoeveelheid straling die een bepaald gebied op aarde ontvangt, hangt af van:
- Breedteligging
Op lage breedte= energieoverschot, op hoge breedte= tekort
Oorzaak:
-bolling van de aarde
- Albedo
Weerkaatsing van zonlicht verschilt van gebied tot gebied:
Lichte/witte gebieden (bv. sneeuw) reflecteren meer zonnestraling dan
donkere gebieden (bv. asfalt)
- Gesteldheid van het aardoppervlak
Water wordt langzamer koud en warm dan land
Oorzaken:
-zonlicht kan dieper in water doodringen dan in land
-doordat water beweegt wordt warmte beter verdeeld dan op land
-kost meer energie om water een graad in temperatuur te laten stijgen dan land
-bij verdamping water gaat energie uit water naar dampkring
, Temperatuurfactoren
5 temperatuurfactoren die grote invloed hebben op de gemiddelde temperatuur in een gebied:
1. Breedteligging
Hoe verder van evenaar hoe lager gemiddelde temperatuur
2. Hoogteligging
Hoe hoger je komt, hoe lager de gemiddelde temperatuur
3. Water of land
Het opwarmen en afkoelen van water duurt langer dan van hetzelfde hoeveelheid land
4. Aanlandige of aflandige wind
Ligging aan zee zorgt bij
-aanlandige wind: in veel gebieden voor koele wind in zomer en (relatief) warme wind in
winter
-aflandige wind: in winter voor lage en in zomer voor hoge temperaturen
5. Aanvoer van warmte of koude door zeestromen
Zeestromen kunnen warm zeewater uit de tropen naar poolstreken voeren en
Poolstreken kunnen koud poolwater naar de tropen voeren
Neerslag
Stijgingsregen= neerslag die ontstaat door een (sterke) opwarming van het aardoppervlak en lucht
daarboven, bv. rond evenaar
Stuwingsregen= neerslag die ontstaat als lucht bij een gebergte gedwongen wordt om op te stijgen
Waarom zijn er variaties op het globale windsysteem?
- Luchtcirculatie
Lucht beweegt van hogedrukgebied naar lagedrukgebied
- Corioliseffect
Door draaiing van de aarde:
-wind op N.H afwijking naar rechts
-wind op Z.H afwijking naar links
- Passaten en moessons
-passaat= relatief droge wind die het hele jaar uit oostelijke richting van de subtropische
hogedrukgebieden naar de evenaar waait
-moesson= land- of zeewind die elk halfjaar ongeveer 180-graden van richting verandert
Hoe werkt de mondiale oceanische circulatie?
Door overheersende winden ontstaat oceanische circulatie (zeestromen). Ook deze zeestromen
krijgen door corioliskracht een afwijking.
2 soorten zeestromen:
- Warme zeestromen: brengen relatief warm water naar polen
- Koude zeestromen: brengen relatief koud water naar lagere breedtes
Thermohaline circulatie
De Golfstroom die voor een zachter klimaat in Noordwest-Europa zorgt, koelt op weg naar Europa af
en wordt relatief zouter.
Bij Groenland zinkt dit koudere en zoutere water naar de oceaanbodem. Deze stroming langs de
bodem van de oceaan wordt de Noord-Atlantische Diep Water Stroming genoemd.
samenvatting / deelvragen
AARDE
KLIMAAT EN VRAAGSTUKKEN
,Hoofdstuk 1 – Het weer- en klimaatsysteem
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
Weer= de toestand van de dampkring op een bepaald moment en voor een klein gebied
Klimaat= de gemiddelde toestand van het weer over een lange periode en voor een groot gebied
Wat is de samenstelling en opbouw van de atmosfeer?
De samenstelling van de atmosfeer:
- 78% stikstof
- 21 zuurstof
- Kleine hoeveelheden waterdamp en koolstofdioxide
De atmosfeer bestaat uit 4 lagen van boven naar onder:
(de overgang tussen de sferen wordt ‘pauze’ genoemd)
- Thermosfeer
hoe hoger, hoe warmer
hier maar 1% van atmosferische gassen
- Mesosfeer
hoe hoger, hoe kouder
meteorieten verbranden hier door luchtweerstand
- Stratosfeer
hoe hoger, hoe warmer
laag met ozon, dat filtert schadelijke straling
- Troposfeer
hoe hoger, hoe kouder
Waardoor zijn er variaties in de stralingsbalans?
De hoeveelheid straling die een bepaald gebied op aarde ontvangt, hangt af van:
- Breedteligging
Op lage breedte= energieoverschot, op hoge breedte= tekort
Oorzaak:
-bolling van de aarde
- Albedo
Weerkaatsing van zonlicht verschilt van gebied tot gebied:
Lichte/witte gebieden (bv. sneeuw) reflecteren meer zonnestraling dan
donkere gebieden (bv. asfalt)
- Gesteldheid van het aardoppervlak
Water wordt langzamer koud en warm dan land
Oorzaken:
-zonlicht kan dieper in water doodringen dan in land
-doordat water beweegt wordt warmte beter verdeeld dan op land
-kost meer energie om water een graad in temperatuur te laten stijgen dan land
-bij verdamping water gaat energie uit water naar dampkring
, Temperatuurfactoren
5 temperatuurfactoren die grote invloed hebben op de gemiddelde temperatuur in een gebied:
1. Breedteligging
Hoe verder van evenaar hoe lager gemiddelde temperatuur
2. Hoogteligging
Hoe hoger je komt, hoe lager de gemiddelde temperatuur
3. Water of land
Het opwarmen en afkoelen van water duurt langer dan van hetzelfde hoeveelheid land
4. Aanlandige of aflandige wind
Ligging aan zee zorgt bij
-aanlandige wind: in veel gebieden voor koele wind in zomer en (relatief) warme wind in
winter
-aflandige wind: in winter voor lage en in zomer voor hoge temperaturen
5. Aanvoer van warmte of koude door zeestromen
Zeestromen kunnen warm zeewater uit de tropen naar poolstreken voeren en
Poolstreken kunnen koud poolwater naar de tropen voeren
Neerslag
Stijgingsregen= neerslag die ontstaat door een (sterke) opwarming van het aardoppervlak en lucht
daarboven, bv. rond evenaar
Stuwingsregen= neerslag die ontstaat als lucht bij een gebergte gedwongen wordt om op te stijgen
Waarom zijn er variaties op het globale windsysteem?
- Luchtcirculatie
Lucht beweegt van hogedrukgebied naar lagedrukgebied
- Corioliseffect
Door draaiing van de aarde:
-wind op N.H afwijking naar rechts
-wind op Z.H afwijking naar links
- Passaten en moessons
-passaat= relatief droge wind die het hele jaar uit oostelijke richting van de subtropische
hogedrukgebieden naar de evenaar waait
-moesson= land- of zeewind die elk halfjaar ongeveer 180-graden van richting verandert
Hoe werkt de mondiale oceanische circulatie?
Door overheersende winden ontstaat oceanische circulatie (zeestromen). Ook deze zeestromen
krijgen door corioliskracht een afwijking.
2 soorten zeestromen:
- Warme zeestromen: brengen relatief warm water naar polen
- Koude zeestromen: brengen relatief koud water naar lagere breedtes
Thermohaline circulatie
De Golfstroom die voor een zachter klimaat in Noordwest-Europa zorgt, koelt op weg naar Europa af
en wordt relatief zouter.
Bij Groenland zinkt dit koudere en zoutere water naar de oceaanbodem. Deze stroming langs de
bodem van de oceaan wordt de Noord-Atlantische Diep Water Stroming genoemd.