VPKI – DIABETES MELLITUS
Wat is diabetes?
Behandeling
Enige behandeling = insuline inspuiten
4x per dag: voor elke maaltijd en voor het slapengaan (extra indien er
tussendoortjes gegeten worden met koolhydraten).
Of
Continu insulinepomp dragen: toestel met een voorraad van insuline, het is
met een S.C. katheter verbonden met het lichaam. Hierdoor moet de
patiënt zelf geen insuline toedienen.
Symptomen
Polyurie: er is veel suiker Polydipsie Plots optreden
in de urine. Dit trekt veel
water aan waardoor
patiënten veel vocht
verliezen
Vermoeidheid, malaise: Vermageren: het lichaam gaat Keto-acidose
patiënten hebben veel veel vet verbranden om
suiker, maar kunnen het energie te kunnen gebruiken
niet gebruiken in de vorm
van energie.
Diabetes type 2
= er wordt minder insuline aangemaakt of het lichaam is er tegen resistent
(insuline werkt niet) of er is een combinatie van beide.
Risicofactoren
o Obesitas
o Leeftijd > 65 jaar
o Hyperlipidemie
o Medicatie: diuretica en corticoïden
Symptomen
Vaak asymptomatisch Zelden keto-acidose
Het treedt geleidelijk op Vaak reeds complicaties bij diagnose
Obesitas Idem type 1, maar niet noodzakelijk
Glycemiecontrole
Inleiding
Streefwaarden
o 2 uur na de maaltijd: < 180 mg/dl.
o Voor de maaltijd: 70-110 mg/ dl.
Afwijkende waarden
o Hypoglycemie: < 60-70 mg/ dl.
o Hyperglycemie: >180 mg/ dl.
Glycemieprik
o Voor eten en voor slapengaan.
, o 4 prikjes per dag bij type 1: 8, 12, 18 en 22 uur.
o 1x per week dagcurve prikken bij type 2: 1x per week 4-5 keer
glycemie meten.
o Steeds prikken bij vermoeden van hypoglycemie.
Werkwijze
Glucosemeter, strips en een prikpen
o Toestel droog en uit de zon bewaren
o Vervaldatum controleren
o Handen wassen voor je de strips manipuleert.
Hoe prikken?
o Vingerprik
o Patiënt moet handen wassen en drogen, niet ontsmetten
o Eventueel licht stuwen vanuit handpalm
o Steeds een prikpen gebruiken: om de juiste diepte in te stellen.
o Alle vingers gebruiken: na elke prik een ander vinger gebruiken, in
mindere mate de duim en wijsvinger.
Aandachtspunten
o Prikpen aan zijkant van vinger plaatsen en prikken
o Bloeddruppel op teststrip: testveld moet volledig bebloed zijn.
o Resultaat aflezen
o Lancet elke keer vervangen: minimum dagelijks.
Glycemiewaarden
Aandachtspunten
Waarden meedelen aan patiënt
Waarden noteren
Behandeling i.f.v. waarden
Afwijkende waarden in vraag stellen
Hyperglycemie
= > 180mg/ dl
Oorzaken
o Te veel eten
o Onvoldoende lichaamsbeweging
o Ziekte en/ of stress
o Onvoldoende insuline ingespoten of OAD ingenomen.
Behandeling
o Bijspuitschema’s indien er een insulinebehandeling is: dit is op
voorschrift en wordt enkel gedaan met ultrasnelwerkende insuline.
o Veel drinken
o Arts verwittigen bij braken: kan wijzen op keto-acidose.
Hypoglycemie
= < 60-70 mg/dl
Oorzaken
o Maaltijd vergeten
o Ongewone fysieke inspanning
Wat is diabetes?
Behandeling
Enige behandeling = insuline inspuiten
4x per dag: voor elke maaltijd en voor het slapengaan (extra indien er
tussendoortjes gegeten worden met koolhydraten).
Of
Continu insulinepomp dragen: toestel met een voorraad van insuline, het is
met een S.C. katheter verbonden met het lichaam. Hierdoor moet de
patiënt zelf geen insuline toedienen.
Symptomen
Polyurie: er is veel suiker Polydipsie Plots optreden
in de urine. Dit trekt veel
water aan waardoor
patiënten veel vocht
verliezen
Vermoeidheid, malaise: Vermageren: het lichaam gaat Keto-acidose
patiënten hebben veel veel vet verbranden om
suiker, maar kunnen het energie te kunnen gebruiken
niet gebruiken in de vorm
van energie.
Diabetes type 2
= er wordt minder insuline aangemaakt of het lichaam is er tegen resistent
(insuline werkt niet) of er is een combinatie van beide.
Risicofactoren
o Obesitas
o Leeftijd > 65 jaar
o Hyperlipidemie
o Medicatie: diuretica en corticoïden
Symptomen
Vaak asymptomatisch Zelden keto-acidose
Het treedt geleidelijk op Vaak reeds complicaties bij diagnose
Obesitas Idem type 1, maar niet noodzakelijk
Glycemiecontrole
Inleiding
Streefwaarden
o 2 uur na de maaltijd: < 180 mg/dl.
o Voor de maaltijd: 70-110 mg/ dl.
Afwijkende waarden
o Hypoglycemie: < 60-70 mg/ dl.
o Hyperglycemie: >180 mg/ dl.
Glycemieprik
o Voor eten en voor slapengaan.
, o 4 prikjes per dag bij type 1: 8, 12, 18 en 22 uur.
o 1x per week dagcurve prikken bij type 2: 1x per week 4-5 keer
glycemie meten.
o Steeds prikken bij vermoeden van hypoglycemie.
Werkwijze
Glucosemeter, strips en een prikpen
o Toestel droog en uit de zon bewaren
o Vervaldatum controleren
o Handen wassen voor je de strips manipuleert.
Hoe prikken?
o Vingerprik
o Patiënt moet handen wassen en drogen, niet ontsmetten
o Eventueel licht stuwen vanuit handpalm
o Steeds een prikpen gebruiken: om de juiste diepte in te stellen.
o Alle vingers gebruiken: na elke prik een ander vinger gebruiken, in
mindere mate de duim en wijsvinger.
Aandachtspunten
o Prikpen aan zijkant van vinger plaatsen en prikken
o Bloeddruppel op teststrip: testveld moet volledig bebloed zijn.
o Resultaat aflezen
o Lancet elke keer vervangen: minimum dagelijks.
Glycemiewaarden
Aandachtspunten
Waarden meedelen aan patiënt
Waarden noteren
Behandeling i.f.v. waarden
Afwijkende waarden in vraag stellen
Hyperglycemie
= > 180mg/ dl
Oorzaken
o Te veel eten
o Onvoldoende lichaamsbeweging
o Ziekte en/ of stress
o Onvoldoende insuline ingespoten of OAD ingenomen.
Behandeling
o Bijspuitschema’s indien er een insulinebehandeling is: dit is op
voorschrift en wordt enkel gedaan met ultrasnelwerkende insuline.
o Veel drinken
o Arts verwittigen bij braken: kan wijzen op keto-acidose.
Hypoglycemie
= < 60-70 mg/dl
Oorzaken
o Maaltijd vergeten
o Ongewone fysieke inspanning