Duitse Rijk/Duitsland IP
Les 9: Keizer vs. Paus. Van Rijkskerk tot Gregoriaanse hervormingen
1. De opgang van het Duitse Koninkrijk/Roomse Rijk, 10de-vroege 11de eeuw
Duitse koninkrijk als belangrijkste erfgenaam Karolingische Rijk ondanks 10 de-eeuwse
ontwikkelingsachterstand
Complexe historiek
- Niet onmiddellijk feodaliteit, vroegste ontwikkeling staatsmacht
- Groot en complex territorium
- Rijksidee vs territoriale vorstendommen, lokale heerlijkheden, rijkssteden
- Late ME: opkomst stedenbonden
Gewicht van de (stam)hertogdommen (=grote omschrijvingen die terug te voeren zijn op
militaire redenen, autonome ondergeschikte vorstendommen, met aanwezige dynastie en
macht en gingen proberen wegen op vorstelijke macht) vanuit eigen
Hausmacht.
- Saksen, Franken (Saliërs), Zwaben, Beieren, Neder- en Opper-
Lotharingen
Frankische vorst Koenraad I wordt eerste niet-Karolingische vorst van
Oost-Frankische Rijk (911-918)
- Politiek zeer zwak (kreeg te maken met niet-katholieke
groepen) tegenover de Maygaren
- Zal kiezen voor nieuw opvolgingsprincipe
919: einde van erfdeling koninklijke macht
- Opvolger werd vanaf dan aangeduid
- Hendrik I de Vogelaar (919-936) uit Saksen: electie naar
Frankische traditie (werd verkozen)
- Al snel teruggegrepen naar erfelijkheidsprincipe (macht doorgeven binnen familie)
- Vestiging Ottoonse dynastie (919-936)
o Otto I
o Otto II
o Otto III
Expansieve politiek (vooral onder Otto I)
- Inlijving Lotharingen (restant Middenrijk)
- 951: belegering Pavia – laat zich uitroepen tot koning van “Franken en Langobarden”
(Karolingische traditie)
- 955: Magyaren verslagen op Lechfeld en laat een grensgordel uitbouwen tegen
Slaven en Magyaren (tot dat deze Hongaarse groepen zich bekeren tot het
christendom)
- Campagnes in Zuid-Italië en Byzantijnse invloedssfeer
- 1034: inlijving Bourgondië onder Saliërs
Les 9: Keizer vs. Paus. Van Rijkskerk tot Gregoriaanse hervormingen
1. De opgang van het Duitse Koninkrijk/Roomse Rijk, 10de-vroege 11de eeuw
Duitse koninkrijk als belangrijkste erfgenaam Karolingische Rijk ondanks 10 de-eeuwse
ontwikkelingsachterstand
Complexe historiek
- Niet onmiddellijk feodaliteit, vroegste ontwikkeling staatsmacht
- Groot en complex territorium
- Rijksidee vs territoriale vorstendommen, lokale heerlijkheden, rijkssteden
- Late ME: opkomst stedenbonden
Gewicht van de (stam)hertogdommen (=grote omschrijvingen die terug te voeren zijn op
militaire redenen, autonome ondergeschikte vorstendommen, met aanwezige dynastie en
macht en gingen proberen wegen op vorstelijke macht) vanuit eigen
Hausmacht.
- Saksen, Franken (Saliërs), Zwaben, Beieren, Neder- en Opper-
Lotharingen
Frankische vorst Koenraad I wordt eerste niet-Karolingische vorst van
Oost-Frankische Rijk (911-918)
- Politiek zeer zwak (kreeg te maken met niet-katholieke
groepen) tegenover de Maygaren
- Zal kiezen voor nieuw opvolgingsprincipe
919: einde van erfdeling koninklijke macht
- Opvolger werd vanaf dan aangeduid
- Hendrik I de Vogelaar (919-936) uit Saksen: electie naar
Frankische traditie (werd verkozen)
- Al snel teruggegrepen naar erfelijkheidsprincipe (macht doorgeven binnen familie)
- Vestiging Ottoonse dynastie (919-936)
o Otto I
o Otto II
o Otto III
Expansieve politiek (vooral onder Otto I)
- Inlijving Lotharingen (restant Middenrijk)
- 951: belegering Pavia – laat zich uitroepen tot koning van “Franken en Langobarden”
(Karolingische traditie)
- 955: Magyaren verslagen op Lechfeld en laat een grensgordel uitbouwen tegen
Slaven en Magyaren (tot dat deze Hongaarse groepen zich bekeren tot het
christendom)
- Campagnes in Zuid-Italië en Byzantijnse invloedssfeer
- 1034: inlijving Bourgondië onder Saliërs