Chronologie Romeinse Rijk IP
West-Romeinse Rijk
Oost-Romeinse Rijk
Les 2: De ondergang van het West-Romeinse Rijk en herschikking van West-Europa
1. De nadagen van het Romeinse keizerrijk
Crisis in de 3de eeuw (limieten op vlak van grensverdeling, economische achteruitgang) =>
Diocletianus en Constantijn (verantwoordelijk voor de omslag van de crisis en zorgden voor
veiligheid en zekerheid)
- Tijdelijke introductie Tetrarchie en versterking keizerschap
o Alles rond de keizer was sanctus, heilig.
o Indien niet met zijn leger op campagne, werd de keizer permanent omgeven
door een zwerm vrouwen, vrienden, eunuchen en andere leden van het
sacrum cubiculum
- Organisatie: 2 helften (sinds 293: oost en west)
o Oosten: Diocletanius en Galerius
o Westen: Maximianus en Constantius Chlorus
o 4 prefecturen (bv. Gallia)
o 14 diocesen (bv. Egypte)
o 114 provincies (bv. Afrika)
o Civitates/districten = bestonden uit een stedelijk centrum en het platteland
daaromheen
- Grondige belastinghervorming
o Iugatio, grondbelasting
o Captatio, hoofdelijke belasting
- Van Romeinse staatsgoden naar tolerantie van het christendom
o Onder Diocletianus: christenvervolgingen en staatsgodsdienst sterk
gehanteerd
o Onder Constantijn: tolerantie van christendom, later ook staatsgodsdienst
- Bureaucratie gebaseerd op omvangrijke senatorenstand (tot ca. 2000 in 378)
- Belang van het centrale bestuur
‘Filadelfion’
= Toont de tetrarchie en de hechte, maar toch hiërarchische
onderlinge relatie
- De caeseren zijn duidelijk als jongelingen afgebeeld
- Alle 4 lijken op elkaar, en die doelbewuste gelijkenis
onderstreept nog eens de eenheid en
eensgezindheid, de kracht en de vastberadenheid die
Diocletianus’ keizerlijke junta wilde uitstralen.
Stedelijke centra in civitates
- Rol van de ‘curia’/stadsraad => inning staatsbelastingen, rechtspraak, publieke
infrastructuur en onderhouden publieke leven (badhuizen, theaters… Steden als
handels- en productiecentra)
, Achteruitgang rol van curiae vanaf 5de eeuw
- Door christendom?
- Verminderde aantrekkelijkheid van functie van ‘curiales’ in ‘civitates’ door opkomst
nieuwe rijksbureaucratie sinds Tetrarchie
- Belang nieuwe bestuurlijke ambtenaren afgevaardigd door regionale
grootgrondbezitters, vaak i.s.m. bisschoppen (Christendom)
- Barbaren
- Belang van lokaal bestuur
Leger en grensverdediging
- Belang belastingsysteem
o De gehele fiscaliteit (belastingen + leger) waren de steunpilaren van het rijk
- Vanaf eind 3de eeuw: gelimiteerde grenstroepen, uitvalbasissen en mobiele legers in
garnizoensplaatsen verder weg van de eigenlijke ‘limes’ (grens)
- Menselijke bufferzones via gecontroleerde immigratie (Kleine volkeren gaan deel
uitmaken van de grenspolitiek van het WRR, met hen allianties aangaan)
- Vanaf 4de eeuw: foedera en huurlingendiensten (kregen geen vaste soldij),
“nieuwkomers” die doorgroeien tot in de legertop
- Barbarisering Romeinse legers
2. Instorting van de Romeinse orde in het Westen
(Visi-)Goten
- Leven langs het gebied van de Zwarte Zee.
- Komen sterk onder druk te staan door het nomadische (Mongoolse) volk van de
Hunnen
- Goten gaan Rijk binnenvallen met toestemming van Romeinse machthebbers
- Steken Donau over en gaan zich vestigen als ‘foederati’ in Balkangebied
o Niet tevreden en gaan verder migreren
- 410: beroemde tocht van Alarik en plundert Rome
o Augustinus schreef in die periode zijn werk ‘De Civitate Dei’ over de inval: ‘de
eeuwige stad blijkt toch niet zo eeuwig te zijn’
- Gaan dan verder immigreren naar Aquitanië en Iberisch Schiereiland
- Einde 5de eeuw: groot conflict met Franken, die duwen hen tot zuiden Pyreneeën
- Vroege 8ste eeuw: Vestiging op Iberisch Schiereiland (vanaf dan Visigoten)
- 711: Arabische overrompeling
3. Latere migraties
Alanen = Iraans volk, Vandalen en Sueben
- Trekken in vroege 5de eeuw alle drie in confederatie over de Rijn
- Ze gaan verder zuidwaarts tot over Iberisch Schiereiland en Sueben blijven daar
- Vandalen en Alanen steken de straat van Gibraltar over en trekken naar Noord-Afrika
waar ze Carthago veroveren (koninkrijk van de Vandalen)
- 533: Oost-Romeinse campagne tegen Vandalen, want Noord-Afrika belangrijk voor
graantoevoer
West-Romeinse Rijk
Oost-Romeinse Rijk
Les 2: De ondergang van het West-Romeinse Rijk en herschikking van West-Europa
1. De nadagen van het Romeinse keizerrijk
Crisis in de 3de eeuw (limieten op vlak van grensverdeling, economische achteruitgang) =>
Diocletianus en Constantijn (verantwoordelijk voor de omslag van de crisis en zorgden voor
veiligheid en zekerheid)
- Tijdelijke introductie Tetrarchie en versterking keizerschap
o Alles rond de keizer was sanctus, heilig.
o Indien niet met zijn leger op campagne, werd de keizer permanent omgeven
door een zwerm vrouwen, vrienden, eunuchen en andere leden van het
sacrum cubiculum
- Organisatie: 2 helften (sinds 293: oost en west)
o Oosten: Diocletanius en Galerius
o Westen: Maximianus en Constantius Chlorus
o 4 prefecturen (bv. Gallia)
o 14 diocesen (bv. Egypte)
o 114 provincies (bv. Afrika)
o Civitates/districten = bestonden uit een stedelijk centrum en het platteland
daaromheen
- Grondige belastinghervorming
o Iugatio, grondbelasting
o Captatio, hoofdelijke belasting
- Van Romeinse staatsgoden naar tolerantie van het christendom
o Onder Diocletianus: christenvervolgingen en staatsgodsdienst sterk
gehanteerd
o Onder Constantijn: tolerantie van christendom, later ook staatsgodsdienst
- Bureaucratie gebaseerd op omvangrijke senatorenstand (tot ca. 2000 in 378)
- Belang van het centrale bestuur
‘Filadelfion’
= Toont de tetrarchie en de hechte, maar toch hiërarchische
onderlinge relatie
- De caeseren zijn duidelijk als jongelingen afgebeeld
- Alle 4 lijken op elkaar, en die doelbewuste gelijkenis
onderstreept nog eens de eenheid en
eensgezindheid, de kracht en de vastberadenheid die
Diocletianus’ keizerlijke junta wilde uitstralen.
Stedelijke centra in civitates
- Rol van de ‘curia’/stadsraad => inning staatsbelastingen, rechtspraak, publieke
infrastructuur en onderhouden publieke leven (badhuizen, theaters… Steden als
handels- en productiecentra)
, Achteruitgang rol van curiae vanaf 5de eeuw
- Door christendom?
- Verminderde aantrekkelijkheid van functie van ‘curiales’ in ‘civitates’ door opkomst
nieuwe rijksbureaucratie sinds Tetrarchie
- Belang nieuwe bestuurlijke ambtenaren afgevaardigd door regionale
grootgrondbezitters, vaak i.s.m. bisschoppen (Christendom)
- Barbaren
- Belang van lokaal bestuur
Leger en grensverdediging
- Belang belastingsysteem
o De gehele fiscaliteit (belastingen + leger) waren de steunpilaren van het rijk
- Vanaf eind 3de eeuw: gelimiteerde grenstroepen, uitvalbasissen en mobiele legers in
garnizoensplaatsen verder weg van de eigenlijke ‘limes’ (grens)
- Menselijke bufferzones via gecontroleerde immigratie (Kleine volkeren gaan deel
uitmaken van de grenspolitiek van het WRR, met hen allianties aangaan)
- Vanaf 4de eeuw: foedera en huurlingendiensten (kregen geen vaste soldij),
“nieuwkomers” die doorgroeien tot in de legertop
- Barbarisering Romeinse legers
2. Instorting van de Romeinse orde in het Westen
(Visi-)Goten
- Leven langs het gebied van de Zwarte Zee.
- Komen sterk onder druk te staan door het nomadische (Mongoolse) volk van de
Hunnen
- Goten gaan Rijk binnenvallen met toestemming van Romeinse machthebbers
- Steken Donau over en gaan zich vestigen als ‘foederati’ in Balkangebied
o Niet tevreden en gaan verder migreren
- 410: beroemde tocht van Alarik en plundert Rome
o Augustinus schreef in die periode zijn werk ‘De Civitate Dei’ over de inval: ‘de
eeuwige stad blijkt toch niet zo eeuwig te zijn’
- Gaan dan verder immigreren naar Aquitanië en Iberisch Schiereiland
- Einde 5de eeuw: groot conflict met Franken, die duwen hen tot zuiden Pyreneeën
- Vroege 8ste eeuw: Vestiging op Iberisch Schiereiland (vanaf dan Visigoten)
- 711: Arabische overrompeling
3. Latere migraties
Alanen = Iraans volk, Vandalen en Sueben
- Trekken in vroege 5de eeuw alle drie in confederatie over de Rijn
- Ze gaan verder zuidwaarts tot over Iberisch Schiereiland en Sueben blijven daar
- Vandalen en Alanen steken de straat van Gibraltar over en trekken naar Noord-Afrika
waar ze Carthago veroveren (koninkrijk van de Vandalen)
- 533: Oost-Romeinse campagne tegen Vandalen, want Noord-Afrika belangrijk voor
graantoevoer