100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

samenvatting bedrijfseconomie 2e semester (6e middelbaar)

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
5
Geüpload op
06-08-2024
Geschreven in
2021/2022

samenvatting bedrijfseconomie 2e semester, 6e middelbaar. obv lesnotities.

Instelling
3e Graad









Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Middelbare school
Studie
3e graad
School jaar
5

Documentinformatie

Geüpload op
6 augustus 2024
Aantal pagina's
5
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Bedrijfseconomie 6e jaar
1e semester
2 Ondernemen is toegevoegde waarde creëren

2.1 Wat is toegevoegde waarde?

2.1.1 Het begrip toegevoegde waarde

2.1.2 middelen om toegevoegde waarde te creëren: productiefactoren.

Toegevoegde waarde: Waardevermeerdering die plaats vindt tijdens het productieproces.

TW= waarde eindproduct – waarde grondstoffen

-> om TW te creëren moeten productiefactoren worden ingezet.

Traditionele productiefactoren: natuur, arbeid en kapitaal.

Afzonderlijke productiefactoren: ondernemerschap, kennis en technologie.

Kwaliteit& kwantiteit = belangrijk

Verschil TW, factoren:

- Verkoopt de onderneming goederen of diensten?
- Doet de onderneming aan aankoop- doorverkoop of maakt ze zelf een product?
- Is de onderneming kapitaal- of arbeidsintensief?

TW per (euro) werknemer => goed zicht op productiviteit v/d wn’ers & vergelijking met andere
ondernemingen.

2.1.3 Afleiding v/d toegevoegde waarde uit de resultatenrekening

Vergoeding voor inzet van productiefactoren (vb.): Diensten en diverse goederen (huur), personeel,
afschrijving, interesten op h. hypothecair krediet, resultaat voor belastingen.

TW= D& DG (huur) + personeel +afschrijvingen + interest op… + RVB

OF Bedrijfsopbrengsten – aankopen – D& DG (aankoop)

TW per wn’er = TW/ wn’er

Per 10 000 euro wn’er= (TW/ personeelskost) * 10 000




1

, 2.2 Tegen welke prijs verkopen?

2.2.1 prijsbepalende elementen en prijsstrategieën

Prijsbepalende elementen: kosten (min. Prijs), vraag (bereidheid tot betalen), concurrentie.

Methodes om verkoopprijs te bepalen:

1) Cost plus pricing methode
P= GK1 + winstpercentage (30% winst = GK+ 30/100 . GK)
TW= TO 2- TK3
2) Target pricing methode
Gewenst rendement op geïnvesteerde vermogen
Vb. geïnvesteerd vermogen = €6000, je wil 25% rendement => gewenste winst €1500 => Gk +
Gewenste winst/ Q

Voordeel: simpel + als alle veronderstellingen kloppen sowieso winst

Nadeel: bep. van veronderstellingen.

Er wordt bij beide methodes enkel rekening gehouden met de kosten en niet met de vraag&
concurrentie.

Beïnvloeding prijszetting:

- Prijselasticiteit v/d vraag: prijsINelastische vraag => vlot verhoogbare prijs.
- Prijsdiscriminatie: bep. doelgroepen betalen meer voor hetzelfde product.
- Prijdsdifferentiatie: andere prijs voor varianten v/ eenzelfde product.
- Psychologische prijszetting: prijs net onder drempel, bv. € 4,99

Doel= prijs& afzet zo hoog mogelijk.

Er moet ook rekening gehouden worden met directe & indirecte concurrentie.

Prijsstrategie:

- Afroomprijsstrategie: begint met hoge introductieprijs voor ‘early adaptors’ en de prijs daalt
na verloop van tijd, zo willen ze verschillende soorten consumenten motiveren tot aankoop.
- Penetratiestrategie: inzetten op de laagste prijs om zo marktaandeel te veroveren.
- High- end pricing: hoge prijs aanhouden.
- Tussen marktprijs en max. prijs blijven.

Me too pricing: zelfde prijs vragen als concurrentie

Put out pricing: door lagere prijzen bestaande concurrent wegduwen.

Stay out pricing: door lage prijzen de potentiële concurrent weghouden.

Gebroken prijzen (=psychologische prijszetting): net onder prijsdrempel.

Meerstuksaanbiedingen: korting als meer gekocht wordt.

Streepprijzen: 499 -> 449

1
Gck + gvk
2
P. Q
3
GVK . Q + TCK

2

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
ellie2004 Katholieke Universiteit Leuven
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
80
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
3
Documenten
22
Laatst verkocht
1 dag geleden

4,3

3 beoordelingen

5
1
4
2
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen