de Nederlandse teksten)
Hoofdstuk 1 Ovidius: leven, werk en tijdgeest
Ovidius’ leven
● Publius Ovidius Naso
● Geboren op 20 maart 43 v.Chr.
● Zijn vader behoorde tot de equites (bemiddelde of rijke, niet-adellijke Romeinen; ze
stonden onder de nobiles, de senatoren)
● Hij zou eerst de politiek in gaan en ging een een opleiding in de retorica volgen.
○ Hij blonk uit in de suasoria (het houden van een redevoering met een advies
aan een historische of mythologische figuur), maar was minder goed in
argumenteren.
○ Hij was veel meer een dichter → dat vond zijn vader niet leuk.
○ Hij eindigde zijn studie met een reis naar Athene, terug in Rome wijdde hij
zich geheel aan de dichtkunst.
● Hij hield voorlezingen uit eigen werk → deze waren populair en hij nam
deel aan het openbare leven.
● Hij had contact met de grootste dichters van Rome uit die tijd en voelde zich met hen
verbonden.
● Hij is drie keer getrouwd geweest.
● In 8 n.Chr. werd hij verbannen naar Tomi door Augustus:
○ Zijn vrouw en dochter mochten in Rome blijven.
○ Zijn bezittingen bleven in het bezit van de familie.
○ Hij hield het Romeinse burgerschap.
● De reden is onduidelijk:
○ Hij zegt ‘carmen et error’: de carmen slaat terug op een frivol en amoreel
gedicht. Dit vond Augustus niks want hij had juist allerlei wetten voor een
strengere moraal ingevoerd. Over de error weten we niks.
● Hij stierf in het jaar 17/18 in Tomi.
● Er zijn twijfels over of de verbanning niet verzonnen was.
○ Geen enkele andere Romeinse schrijver schrijft over de verbanning.
Ovidius’ werken
Tussen 18de en 43de levensjaar schreef hij over de liefde:
● De Amores
○ Een verzameling liefdesgedichten in drie boeken. Hij bezingt onder andere
Corinna.
● De Ars Amatoria
○ Deel 1 en 2: voorschriften en aanbevelingen aan jongemannen, die bij een
meisje in de gunst willen komen.
○ Deel 3: de meisjes leren hoe een jongen verleid kan worden.
○ Remedia Amoris: afsluiting van de Ars Amatoria waarin geneesmiddelen
tegen liefde worden besproken.
, ● De Heroides
○ 21 Heldinnenbrieven van vrouwen uit de mythologische tijd gericht aan hun
afwezige echtgenoot of minnaar.
○ Hij laat hier zien hoe goed hij zich kan inleven in de gevoelens en gedachten
van anderen.
Op middelbare leeftijd:
● De Metamorphoses
○ Een omvangrijk epos dat bestaat uit een aaneenschakeling van
gedaanteverwisseling van goden en mensen.
● De Fasti
○ Een kalender in dichtvorm van het Romeinse jaar met beschrijvingen van de
feesten en bijbehorende gebruiken en legenden.
Tijdens zijn verblijf in Tomi
● De Tristia
○ Vijftig treurzangen verdeeld over vijf boeken. Hij schrijft vol zelfbeklag over
het afscheid van Rome en zijn vrouw en over de toestand in het ballingsoord.
○ Boek II: een gedicht waarin Ovidius keizer Augustus smeekt hem
toestemming te verlenen om terug te keren.
○ Boek IV: zijn autobiografie.
● De Epistulae ex Ponto
○ Poëtische brieven uit het gebied van de Zwarte Zee aan zijn vrienden. Hij
klaagt hierin over Tomi en vraag zijn vrienden Augustus te vragen om het
einde van zijn ballingschap.
● Versmaat in alle werken (exclusief Metamorphoses): elegisch distichon.
○ Combinatie van hexameter (6 dactylen) én pentameter (2 x 2,5 dactylus)
● Elegie: deze poëzie die in het elegisch distichon is gedicht en telkens bestaat uit
tweeregelige coupletten.
○ werd oorspronkelijk met fluit begeleiding gezongen.
○ Ontstaan in 7de eeuw v.Chr. in Griekenland.
○ Werd gebruikt voor klaagliederen, grafschriften, gedichten over strijd, liefde,
voor drink liederen, wijn inscripties, voor morele adviezen en bespiegelingen
over de vergankelijkheid van het leven.
○ Bij de Romeinen vooral gebruikt voor liefdesgedichten.
, Politiek, cultureel en religieus klimaat
● In 27 v.Chr. kreeg Octavianus de eretitel Augustus.
● Tweede Triumviraat: Octavianus, Antonius en Lepidus.
○ Antonius had de macht in de oostelijke provincies en Egypte.
○ Octavianus had leiding over de westelijke provincies en Italië.
○ Lepidus troepen liepen over naar Octavianus.
● Octavianus wilde Antonius in een kwaad daglicht stellen
→ uiteindelijk slag bij Actium die door Antonius werd verloren en door
Octavianus gewonnen. Antonius pleegde zelfmoord en Octavianus kreeg
de macht in heel het Romeinse Rijk.
● Ocatvianus begreep dat hij voorzichtig te werk moest gaan om de Romeinse
samenleving aan een nieuwe staatsvorm te laten wennen.
○ Voor hem wilde velen de macht in eigen handen houden maar zij waren daar
niet in geslaagd.
● Voor de aanhangers van de republiek deed hij:
○ Senaat en oude ambten van de republiek (consul, quaestor en praetor) laten
bestaan en nieuw leven inblazen.
○ Zijn titel ‘princeps’ kwam uit de republikeinse traditie.
■ princeps: de senator met de meest vooraanstaande positie.
● Ocatvianus propageerde ook de zegeningen van zijn bewind
○ 3x in zijn regeerperiode was er vrede in het hele rijk.
→ pax augusta
● Hij wilde dat de normen en waarden waardoor Rome groot was geworden
nieuw leven inblazen → een programma van moreel herstel werd
gelanceerd.
○ Mensen mochten niet ongehuwd blijven en geen overspel plegen. Het
traditionele gezin moest weer de hoeksteen van de samenleving worden.
● Hij wilde de godsdienst een impuls geven:
○ Oude cultussen en feesten nieuw leven in te blazen.
○ De sceptische houding jegens de godsdienst een halt toe roepen.
○ De organisatie van religieuze feesten en openbare handelingen verbeteren.
○ Oude priestercollege weer in ere stellen en zichzelf tot hoofd van de
staatsgodsdienst, pontifex maximus, maken.
○ Hij herstelde vervallen tempels.
● Bij de Romeinen waren godsdienst en staat sterk met elkaar verweven.
○ Kerk was geen apart instituut.
○ Geen priester en dominees die een lange opleiding hadden gehad.
● Maar geloofden de Romeinen ondanks deze inspanningen in de traditionele goden
en mythen?
○ Verschil tussen de ‘gewone’ man en de kleine intellectuele bovenlaag.
■ De intellectuelen waren tot filosofie aangetrokken: stoïcisme en
epicurisme.
■ Betekende niet automatisch dat de de traditionele godsdienst
verwierpen.
● In de literatuur kwam de waardering voor de oude Romeinse tradities ook sterk naar
voren.