100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Antwoorden

Vennootschapsbelasting, werkgroep 9 uitgebreid

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
5
Geüpload op
16-09-2019
Geschreven in
2018/2019

Duidelijke overzicht van werkgroep 9 vennootschapsbelasting inclusief casusvragen en uitgebreide antwoorden ( extra casusvragen en antwoorden).

Instelling
Vak









Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Gekoppeld boek

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
16 september 2019
Aantal pagina's
5
Geschreven in
2018/2019
Type
Antwoorden
Persoon
Onbekend

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

VPB, werkgroep 9

OESO-modelverdrag = regeling ter voorkoming van dubbele belasting. Ofwel = voorkomen dat eenzelfde
inkomen bij dezelfde persoon in de belastingheffing wordt betrokken. Nederland sluit voor hetgeen onder
“vaste inrichting” wordt verstaan volledig aan bij hetgeen de OESO modelverdrag art. 5. Op grond hiervan
wordt onder een vaste inrichting in het bijzonder verstaan: een plaats waar leiding gegeven wordt, een filiaal,
een kantoor, een fabriek, een werkplaats, een mijn, olie- of gasbron of steengroeve. Een ruimte die slechts als
magazijn dient, wordt expliciet niet als vaste inrichting aangemerkt. Uit jurisprudentie kan min of meer worden
afgeleid dat het moet gaan om een ruimte die min of meer permanent ter beschikking staat voor de duur van
de werkzaamheden en die is ingericht voor het uitoefenen van de werkzaamheden.

Opgave 2
Goudse BV is gevestigd in Gouda, en produceert stroopwafels. In een poging de afzetmarkt te vergroten, opent
Goudse BV op 1 mei 2016 een filiaal in Bluewater, een groot winkelcentrum nabij London in Engeland. Het is
een groot succes, en het eerste jaar realiseert het filiaal een winst van € 35.000. Ook wordt een filiaal in Brussel
gestart, met aanmerkelijk minder succes. Het filiaal in Brussel leidt over het eerste jaar een verlies van €20.000.
Met de overige activiteiten behaalt Goudse BV een winst van €75.000, dus de totale winst over 2016 van
Goudse BV is € 90.000.

a. Op welke wijze wordt het resultaat van deze filialen in de Nederlandse belastingheffing betrokken?
Motiveer uw antwoord.
Goudse BV is gevestigd in Gouda, Nederland. Goudse BV is belastingplichtig op grond van art. 2 lid 1
sub a en op grond van art. 2 lid 5 wordt zij geacht haar onderneming te drijven met behulp van haar
gehele vermogen, dus ook de filialen in het buitenland. Nederland wil over de wereldwinst heffen.
Maar Engeland en België zullen ook belasting willen heffen over de filialen in Londen en Brussel.

OESO-modelverdrag = regeling ter voorkoming van dubbele belasting. Ofwel = voorkomen dat
eenzelfde inkomen bij dezelfde persoon in de belastingheffing wordt betrokken. Nederland sluit voor
hetgeen onder “vaste inrichting” wordt verstaan volledig aan bij hetgeen de OESO modelverdrag art.
5.

Filiaal Londen = winst 35.000
Filiaal Brussel = verlies 20.000
Overige activiteiten Goudse BV = winst 75.000
Totaal = (35.000 + 75.000) – 20.000 = 90.000 = wereldwinst

De filialen in Londen en Brussel zijn vaste inrichtingen op grond van art. 5 OESO sub b (“a branch” =
een filiaal)

In verdragen wordt vaak een verdeling opgenomen. Vaak mag het buitenland heffen over de winst die
daar wordt gemaakt, Nederland moet dan op dat gebied een vrijstelling geven (art. 15 e t/m 15j vpb).

Het OESO modelverdrag regelt de verdeling van de heffingsbevoegdheid. Landen moeten zelf invullen
hoe ze dit in hun nationale wetgeving gaan regelen.

In dit geval is art. 15 e van toepassing.
Art. 15 e lid 1 = bij de belastingplichtige met winst uit een andere staat wordt de winst verminderd
met de positieve en negatieve bedragen van de winst uit die staat = objectvrijstelling voor
buitenlandse ondernemingswinsten.
Art. 15 e lid 2 = onder winst uit een andere staat wordt verstaan
Sub a = voor zover in de relatie tot de andere staat een verdrag van kracht is
Onder 1 = de winst die toerekenbaar is aan een buitenlandse onderneming in die staat, zijnde een
onderneming die wordt gedreven met behulp van een vaste inrichting (art. 5 OESO modelverdrag).

, Het resultaat = de wereldwinst art. 8 vpb jo. 3.8 en 3.25 wet IB. Dus de winst van Goudse BV wordt
verminderd met de positieve en negatieve bedragen van de winst uit die staat. Ofwel de winst van
Goudse BV = 75.000 en er wordt dus geen rekening gehouden met de winsten/verliezen uit de
buitenlandse filialen. Dit is je winst op grond van art. 7 lid 3. Vervolgens trek je giften er eventueel nog
af (art. 16 vpb), maar hier is in casu geen sprake van (art. 7 lid 2 vpb) = belastbare winst. Vervolgens
kun je nog verrekenbare verliezen eraf halen (art. 20 vpb), maar deze zijn in casu niet aanwezig. Het
bedrag dat je uiteindelijk overhoudt = het belastbaar bedrag = 75.000.

Het filiaal in Brussel blijft verliezen maken. Daarom wordt besloten dit filiaal te sluiten per 1 augustus 2017.
Over 2017 wordt door dit filiaal, mede door de kosten die gepaard gaan met de sluiting, nog een verlies
geleden van €27.000.

b. Op welke wijze wordt bij de Nederlandse belastingheffing rekening gehouden met dit verlies, en wat
zijn daarbij de gevolgen van het besluit het filiaal te sluiten? Motiveer uw antwoord.
Art. 15i lid 1 = in geval de belastingplichtige ophoudt winst uit een andere staat te genieten, vindt de
objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten geen toepassing met betrekking tot het op
de voet van dit artikel berekende verlies uit die staat. Ofwel = het verliessaldo mag je ten laste
brengen van de winsten. Tot het Marks & Spencer arrest was het niet mogelijk om verliezen bij staking
in het buitenland te verrekenen met winsten in het eigen land. Dit was in strijd met de vrijheid van
vestiging en door het arrest is het nu wel mogelijk om stakingsverliezen te verrekenen.
Art. 15i lid 2 = van een stakingsverlies in een staat is sprake in geval de op de voet van artikel 15 e in
aanmerking genomen bedragen aan winst uit die staat per saldo hebben geleid tot een negatief
bedrag, doch voor zover terzake van dit negatieve saldo in die andere staat generlei tegemoetkoming
bij de belastingheffing is verleend.

1 mei 2016 filiaal Brussel maakt verlies 20.000
1 augustus 2017 filiaal Brussel maakt nog een laatste verlies in verband met de sluiting van 27.000
Totaal stakingsverlies = 47.000. Dit zijn de verliezen uit 2016 en 2017, de jaren dat het filiaal in Brussel
open is geweest.

Het stakingsverlies komt in aanmerking art. 15i lid 4 op het moment dat de belastingplichtige ophoudt
winst uit de andere staat te genieten, dus op 1 augustus 2017.

Om enkele grotere klanten uit België te gerieven, wordt besloten dat door Goudse BV per 1 januari 2018 vanuit
een daartoe in Antwerpen gehuurd pand aan deze klanten geleverd gaat worden.

c. Welke gevolgen heeft voorgaande voor de belastbare winst van Goudse BV? Motiveer uw antwoord.

Art. 15i lid 5 = Goudse BV gaat binnen drie jaar weer winst uit België genieten en daarom wordt een
bedrag ter grootte van het in aftrek genomen verlies, 47.000, weer aan de winst toegevoegd.

Sinds enige jaren heeft Goudse BV een dochtermaatschappij, Kekse GmbH, feitelijk gevestigd in Aken,
Duitsland. Overwogen wordt om de levering aan de hiervoor bedoelde klanten in België niet vanuit Antwerpen,
maar door Kekse GmbH in Aken te laten plaatsvinden.

d. Wat zijn de fiscale gevolgen voor Goudse BV indien hiertoe wordt besloten? Motiveer uw antwoord.
Dan zou de 47.000 euro stakingsverlies meegaan naar de dochter in Duitsland. Het maakt feitelijk niet
uit waar de dochter gevestigd is, maar wel van belang is wat de dochter kan met de verliezen. Maar
deze dochter heeft een onafhankelijke rechtspersoon, dus kan niets met de 47.000 stakingsverlies
want Kekse Gmbh is helemaal niet belastingplichtig in Nederland. Voortzetting door een buitenlandse
dochter is dus niet handig. Eigenlijk raar en een vorm van discriminatie. Een Nederlandse
vennootschap kan de verliezen meenemen en kan hier iets mee, maar een buitenlandse vennootschap
niet. Eigenlijk zou hierover geprocedeerd moeten worden.
Art. 15j is niet van toepassing, want dit artikel ziet op overbrenging van activiteiten naar een in
Nederland gevestigd verbonden lichaam.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
Juliet95 Radboud Universiteit Nijmegen
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
14
Lid sinds
6 jaar
Aantal volgers
4
Documenten
18
Laatst verkocht
3 jaar geleden

5,0

1 beoordelingen

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen