Hoofdstuk 1 Hellingsprocessen door massabewegingen (gravitatie)
inwendige wrijvingshoek, water, klei, permafrost, lithologische structuur
mechanische, chemische en biologische verwering
snel (catastrofaal) vs. traag (geleidelijk)
1.1 Rotsval 1.2 Afglijden of afschuiven 1.3 Kruipen 1.4 Vloeien
(vallen, rockfall) (slump/landslide) (creep) (debris/mud flow)
puinhelling/puinkegel haakombuiging solifluctie
grondverschuiving
rotsgletsjers bodemkruip door ploegen gelifluctie
spreiden
bergstorting graften puinwaaier
, Hoofdstuk 2 Hellingsprocessen door watererosie (stromend water)
badlands (‘woeste gronden’)
2.1 Sheet en rill erosie = intergeul- en geulerosie
diffuse watererosie: splash en oppervlakkige laagstroom (wash) geconcentreerde watererosie
2.1.1 Het RevisedUniversalSoilLossEquation model
intensiteit van sheet en rill erosie
E = f(K,B,T,O,M) E = sheet en rill erosie
K = klimaat
B = bodemeigenschappen
T = topografie
O = eigenschappen van het bodemoppervlak
M = menselijke activiteiten
A: gemiddelde bodemverlies als gevolg van geul- en intergeulerosie (Mg ha-1 jaar-1) = R*K*L*S*C*P
2.1.1.1 R-factor of neerslag-runoff erosiviteitsfactor (MJ mm ha-1 h-1 jaar-1)
R = ∑ (EI30) / N E = totale energie van een neerslag evenement (MJ ha-1)
I30 = maximale 30-min neerslag intensiteit (mm h-1)
N = observatieperiode (jaar)
energie van neerslag: grootte van regendruppels, valsnelheid, windsterkte en invalshoek van de neerslag
2.1.1.2 K-factor of de bodemerodibiliteit (Mg h MJ-1 mm-1)
bodem erosiviteitsgevoeligheidsfactor
inwendige wrijvingshoek, water, klei, permafrost, lithologische structuur
mechanische, chemische en biologische verwering
snel (catastrofaal) vs. traag (geleidelijk)
1.1 Rotsval 1.2 Afglijden of afschuiven 1.3 Kruipen 1.4 Vloeien
(vallen, rockfall) (slump/landslide) (creep) (debris/mud flow)
puinhelling/puinkegel haakombuiging solifluctie
grondverschuiving
rotsgletsjers bodemkruip door ploegen gelifluctie
spreiden
bergstorting graften puinwaaier
, Hoofdstuk 2 Hellingsprocessen door watererosie (stromend water)
badlands (‘woeste gronden’)
2.1 Sheet en rill erosie = intergeul- en geulerosie
diffuse watererosie: splash en oppervlakkige laagstroom (wash) geconcentreerde watererosie
2.1.1 Het RevisedUniversalSoilLossEquation model
intensiteit van sheet en rill erosie
E = f(K,B,T,O,M) E = sheet en rill erosie
K = klimaat
B = bodemeigenschappen
T = topografie
O = eigenschappen van het bodemoppervlak
M = menselijke activiteiten
A: gemiddelde bodemverlies als gevolg van geul- en intergeulerosie (Mg ha-1 jaar-1) = R*K*L*S*C*P
2.1.1.1 R-factor of neerslag-runoff erosiviteitsfactor (MJ mm ha-1 h-1 jaar-1)
R = ∑ (EI30) / N E = totale energie van een neerslag evenement (MJ ha-1)
I30 = maximale 30-min neerslag intensiteit (mm h-1)
N = observatieperiode (jaar)
energie van neerslag: grootte van regendruppels, valsnelheid, windsterkte en invalshoek van de neerslag
2.1.1.2 K-factor of de bodemerodibiliteit (Mg h MJ-1 mm-1)
bodem erosiviteitsgevoeligheidsfactor