Samenvatting Biologie Thema 4: Spieren
Thema 4: Hoe reageren mensen en andere dieren op prikkels?
Verken:
Peristaltiek: de ritmische knijpbeweging waarbij spieren boven de voedselbrok
samentrekken en de brok naar beneden duwen. (kringspieren en lengtespieren in
de wand van de slokdarm.)
Reacties op prikkels = uitgevoerd door effectoren (spieren en klieren)
Spieren = kunnen samentrekken = niet onder controle van onze wil
Hoofdstuk 1: de spieren
1.1 Welke soorten spieren kunnen we onderscheiden?
- Gladde spieren: werken uit zichzelf, vb. spieren rond
spijsverteringsorgaan = geen controle over = niet bewust aanspannen of
ontspannen. -> geregeld door autonome zenuwstelsel
- Dwarsgestreepte spieren: bewust aansturen, vb. armspieren bij iets
oppakken -> of skeletspieren (hangen vast aan skelet) en geregeld door
somatische zenuwstelsel
- Hartspier: buitenbeentje, heeft geen signaal nodig om samen te trekken
en te ontspannen, snelheid = niet in hart zelf geregeld, maar door
autonome zenuwstelstel
1.2 Hoe worden dwarsgestreepte spieren aangestuurd?
A.Hoe zijn ze opgebouwd?
- Omgeven door stevig, wit vlies = spierschede
- Bestaat uit bindweefsel = houdt alle delen samen en zorgt dat beweging
van spieren over elkaar schuiven zonder beschadiging
- Dikste gedeelte: spierbuik
- Elke spier = opgebouwd uit spierbundels die omgeven zijn door
bindweefsel = bundelschede
- Elke spierbundel = bestaat uit spiervezels (lopen evenwijdig aan elkaar)
- Elke spiervezel = omgeven door elastisch bindweefsel dat spiervezel
samenhoudt
- In bindweefsel = bloedvaten die voedingsstoffen en zuurstofgas
aanbrengen en zenuwen die werking van spiervezels aansturen
- Soorten bindweefsel = verenigen buiten spier tot pees
Pezen lopen over gewrichten en hechten spier van op bot
A.2 Microscopische bouw
- Spiervezel = niet zichtbaar met blote oog
- Grote cilindrische structuur door samensmelting van cellen = meerdere
kernen
- Elke spiervezel = groot aantal eiwitvezels (spierfibrillen of myofibrillen)
- Spierfibril = opgebouwd uit myofilamenten/ eiwitdraden.
2 soorten eiwitdraden: myosine (dikke eiwitdraden) en actine (dunne
eiwitdraden)
- Elke spierbril = ingedeeld in groot aantal sarcomeren (dikke en dunne
eiwitdraden op regelmatige manier gerangschikt) -> dwarsgestreept
patroon = dwarsgestreepte spieren
Thema 4: Hoe reageren mensen en andere dieren op prikkels?
Verken:
Peristaltiek: de ritmische knijpbeweging waarbij spieren boven de voedselbrok
samentrekken en de brok naar beneden duwen. (kringspieren en lengtespieren in
de wand van de slokdarm.)
Reacties op prikkels = uitgevoerd door effectoren (spieren en klieren)
Spieren = kunnen samentrekken = niet onder controle van onze wil
Hoofdstuk 1: de spieren
1.1 Welke soorten spieren kunnen we onderscheiden?
- Gladde spieren: werken uit zichzelf, vb. spieren rond
spijsverteringsorgaan = geen controle over = niet bewust aanspannen of
ontspannen. -> geregeld door autonome zenuwstelsel
- Dwarsgestreepte spieren: bewust aansturen, vb. armspieren bij iets
oppakken -> of skeletspieren (hangen vast aan skelet) en geregeld door
somatische zenuwstelsel
- Hartspier: buitenbeentje, heeft geen signaal nodig om samen te trekken
en te ontspannen, snelheid = niet in hart zelf geregeld, maar door
autonome zenuwstelstel
1.2 Hoe worden dwarsgestreepte spieren aangestuurd?
A.Hoe zijn ze opgebouwd?
- Omgeven door stevig, wit vlies = spierschede
- Bestaat uit bindweefsel = houdt alle delen samen en zorgt dat beweging
van spieren over elkaar schuiven zonder beschadiging
- Dikste gedeelte: spierbuik
- Elke spier = opgebouwd uit spierbundels die omgeven zijn door
bindweefsel = bundelschede
- Elke spierbundel = bestaat uit spiervezels (lopen evenwijdig aan elkaar)
- Elke spiervezel = omgeven door elastisch bindweefsel dat spiervezel
samenhoudt
- In bindweefsel = bloedvaten die voedingsstoffen en zuurstofgas
aanbrengen en zenuwen die werking van spiervezels aansturen
- Soorten bindweefsel = verenigen buiten spier tot pees
Pezen lopen over gewrichten en hechten spier van op bot
A.2 Microscopische bouw
- Spiervezel = niet zichtbaar met blote oog
- Grote cilindrische structuur door samensmelting van cellen = meerdere
kernen
- Elke spiervezel = groot aantal eiwitvezels (spierfibrillen of myofibrillen)
- Spierfibril = opgebouwd uit myofilamenten/ eiwitdraden.
2 soorten eiwitdraden: myosine (dikke eiwitdraden) en actine (dunne
eiwitdraden)
- Elke spierbril = ingedeeld in groot aantal sarcomeren (dikke en dunne
eiwitdraden op regelmatige manier gerangschikt) -> dwarsgestreept
patroon = dwarsgestreepte spieren