Anatomie en fysiologie / Anneleen Minner
ENERGIE-OMZETTINGEN IN DE CEL
1.1 Inleiding
▪ Energievoorraden van een cel
o Zetmeel (planten)
o Glycogeen (dieren)
o Vetten en (minder belangrijk) eiwitten
→ energie is alleen bruikbaar wanneer deze van de 1 cel/molecuul op de ander
cel/molecuul kan worden overgedragen
→ door energierijke verbindingen (covalente binding= fosfaatgroep en organisch
Molecuul → vaak afgeleid van nucleotiden)
→ verbroken verbinden zorgt voor vrijkomen van energie
▪ Voor onmiddellijk gebruik (spieractiviteit):
o ATP (adenosine trifosfaat) = speciale+ belangrijkste energierijke binding
▪ ATP kan onder invloed van ATP-ase gesplitst worden in =
o ADP (adenosine difosfaat)
o Fosfaatgroep
o Soms 2e fosfaatgroep afsplitsen = AMP (adenosine monofosfaa)t
→ voorraad = zeer beperkt → minder dan 1 seconde activiteit
ATP-ase
ATP + H2O ADP + Pi + 29,5 kJ
, Anatomie en fysiologie / Anneleen Minner
▪ Langdurige activiteit: veel E nodig
veel ATP nodig
uit omzetting reservestoffen
= cellulaire verbranding/ademhaling
ATP-ase
ATP + H2O ADP + Pi + 29,5 kJ
ADP-fosforylase uit cellulaire
verbranding:
Gefosforyleerd substraat + ADP → → → → eindproduct + ATP
▪ Opbouw van ATP door afbraak glucose = celllulaire verbranding/ademhaling
▪ 4 fasen
o GLYCOLYSE : anaërobe reacties (geen O2 nodig) waarbij gluxose afgebroken wordt
tot pyrodruivenzuur
o OXIDATIEVE DECARBOXYLATIE: (O2 nodig) pyrodruivenzuur wordt omgezet in
acetyl coenzyme A door het enzyme pyruvaat dehydrogenase
o CITROENZUUR = KREBSCYCLUS: (O2 nodig) met verwerking van het acetyl-
coënzyme A en de vorming van CO2
o OXIDATIEVE FOSFORYLATIE = ADEMHALINGS = CYTOCHROOMKETEN: (O2 nodig)
een elektronen-en H+-transfer, waarbij water gevormd wordt
▪ Ademhalingsketen = Grootste energielevering!
▪ De energie die tijdens de celademhaling vrijkomt, wordt in een omgekeerde reactie
onder invloed van ADP fosforylase gecapteerd en onmiddellijk aan ATP overgedragen.
▪ ATP bestaat uit 3 fosfaatgroepen gebonden aan:
o Het pentose, ribose
o Organische base, adenine
ADP + PI + 7000 cal ADP fosforylase ATP + H2O
▪ Vorming van ATP in het cytoplasma tijdens de glycolyse en in de mitochondria
→ enzyme zet haar gefosforyleerd substraat om in een eindproduct met een fosfor
minder en ATP:
Gefosforyleerd substraat + ADP eindproduct + ATP
ENERGIE-OMZETTINGEN IN DE CEL
1.1 Inleiding
▪ Energievoorraden van een cel
o Zetmeel (planten)
o Glycogeen (dieren)
o Vetten en (minder belangrijk) eiwitten
→ energie is alleen bruikbaar wanneer deze van de 1 cel/molecuul op de ander
cel/molecuul kan worden overgedragen
→ door energierijke verbindingen (covalente binding= fosfaatgroep en organisch
Molecuul → vaak afgeleid van nucleotiden)
→ verbroken verbinden zorgt voor vrijkomen van energie
▪ Voor onmiddellijk gebruik (spieractiviteit):
o ATP (adenosine trifosfaat) = speciale+ belangrijkste energierijke binding
▪ ATP kan onder invloed van ATP-ase gesplitst worden in =
o ADP (adenosine difosfaat)
o Fosfaatgroep
o Soms 2e fosfaatgroep afsplitsen = AMP (adenosine monofosfaa)t
→ voorraad = zeer beperkt → minder dan 1 seconde activiteit
ATP-ase
ATP + H2O ADP + Pi + 29,5 kJ
, Anatomie en fysiologie / Anneleen Minner
▪ Langdurige activiteit: veel E nodig
veel ATP nodig
uit omzetting reservestoffen
= cellulaire verbranding/ademhaling
ATP-ase
ATP + H2O ADP + Pi + 29,5 kJ
ADP-fosforylase uit cellulaire
verbranding:
Gefosforyleerd substraat + ADP → → → → eindproduct + ATP
▪ Opbouw van ATP door afbraak glucose = celllulaire verbranding/ademhaling
▪ 4 fasen
o GLYCOLYSE : anaërobe reacties (geen O2 nodig) waarbij gluxose afgebroken wordt
tot pyrodruivenzuur
o OXIDATIEVE DECARBOXYLATIE: (O2 nodig) pyrodruivenzuur wordt omgezet in
acetyl coenzyme A door het enzyme pyruvaat dehydrogenase
o CITROENZUUR = KREBSCYCLUS: (O2 nodig) met verwerking van het acetyl-
coënzyme A en de vorming van CO2
o OXIDATIEVE FOSFORYLATIE = ADEMHALINGS = CYTOCHROOMKETEN: (O2 nodig)
een elektronen-en H+-transfer, waarbij water gevormd wordt
▪ Ademhalingsketen = Grootste energielevering!
▪ De energie die tijdens de celademhaling vrijkomt, wordt in een omgekeerde reactie
onder invloed van ADP fosforylase gecapteerd en onmiddellijk aan ATP overgedragen.
▪ ATP bestaat uit 3 fosfaatgroepen gebonden aan:
o Het pentose, ribose
o Organische base, adenine
ADP + PI + 7000 cal ADP fosforylase ATP + H2O
▪ Vorming van ATP in het cytoplasma tijdens de glycolyse en in de mitochondria
→ enzyme zet haar gefosforyleerd substraat om in een eindproduct met een fosfor
minder en ATP:
Gefosforyleerd substraat + ADP eindproduct + ATP