Bewegingsanalyse, integratie
1 Herhaling
2 Spierwerk
TCG / ENKEL
1.1 Kinematica
• IC: NP (of 3-5° PF)
• LR: 7° PF (heelrocker)
Van 7° PF naar 0° is ook DF, want
de PF wordt kleiner
• VVC: DF
o voet blijft ter plaatse = vast
o tibia = bewegende segment
• 20% GC: NP
• MS + ½ TS: DF
→ max. 10° na 48% GC
• DF tot op einde single support
• PS: snelle PF
→ max. 20% op einde standsfase
• Toe-off: DF (laatste)
• MS: NP
• TS: soms lichte drop, PF 3-5°
→ Initial Swing, Midswing: DF,
footclearance (voet vrijmaken van
Het belangrijkste punt op de x-as: 60%: overgang van standfase naar MCPP)
zwaaifase. → Midswing, Terminal Swing: vrij weinig
! IC is geen fase, maar een moment = het moment dat de fatpad beweging, loopt bijna evenwijdig met
contact maakt met de grond (0-2%) → geen begin en geen einde, horizontale (x-as).
gewoon een moment.
Podologisch Onderzoek: Bewegingsanalyse Schijf 2 2018-2019 1
,1.2 Body vector (standsfase) (een body vector = een inwerkende kracht)
Hierdoor weten we hoeveel spierwerking we nodig hebben
Rockers : mechanisme waardoor we makkelijker kunnen bewegen, gaat progressie in de hand werken
INITIAL • Center of pressure thv hiel
CONTACT • GRF zit posterieur van de enkel
• Plantair flexie torque (GRK duwt op hiel
0-2% GC en zorgt ervoor dat er een moment naar
PF ontstaat)
LOADING • Center of pressure thv enkel bij 5% GC
RESPONSE (midden LR)
• Plantair flexie torque = 0
2-5% GC
(Einde LR: contralaterale voet raakt los vd grond)
(Tibia: bewegend segment, voet: vast segment)
Podologisch Onderzoek: Bewegingsanalyse Schijf 2 2018-2019 2
, MID STANCE • GRF anterieur van de TCG-as
• Dorsaal flexie torque
6-48% GC • Dorsaal flexie torque wordt groter
naarmate GRF verder van de enkel gaat
Net voor
contralateraal IC
(late TS)
1.3 Spierwerking
• Voornamelijk plantairflectoren tijdens standsfase
o Plantairflectoren tijdens standsfase: excentrisch spierwerk
o Dorsaalflectoren tijdens standsfase: dorsaalflectoren begeleiden de plantairflectoren en ze bewegen
met de zwaartekracht mee: concentrisch spierwerk.
▪ (Bij een dropvoet werken de dorsaalflectoren niet meer)
• Voornamelijk dorsaalflectoren tijdens zwaaifase
o Uitzondering: tijdens LR: controle PF
▪ Het TCG en STG reageren op de impact van het initieel hielcontact. De positie van de body
vector aan de hiel veroorzaakt een posterieure hefboomarm. Als reactie op de snelle lading
van het lichaamsgewicht op de hefboomarm van de hiel (70% van het lichaamsgewicht in 2%
GC) wordt de voet ogenblikkelijk naar de grond gedreven. Intensieve, excentrische activiteit
van de pretibiale spieren (M. Tibialis Anterior en de lange teen extensoren) genereren een
tegenovergesteld dorsiflexiemoment.
(Hefboom: mechanisme waarbij je met zo weinig mogelijk kracht/energie een zo groot mogelijke massa kan
verplaatsen.)
Podologisch Onderzoek: Bewegingsanalyse Schijf 2 2018-2019 3
, DORSAALFLECTOREN:
• M. Tibialis Anterior
• M. Extensor Digitorum Longus (40% werking tov TA)
• M. Extensor Hallucis Longus (20% werking tov TA)
• Pre Swing: start activiteit
• Initial Swing: piek
• Midswing: dal
• Terminal Swing: opnieuw piek
• IC: piek
• Einde LR: einde activiteit
o Afremmen PF
Podologisch Onderzoek: Bewegingsanalyse Schijf 2 2018-2019 4