Hoofdstuk 4: Beroepsrollen in het sociaal werk
4.1 Het sociaal werk als beroep
4.1.1 Sociaal werk als sociaal beroep: Sociaal werk wordt gedefinieerd
als een beroep gericht op het bevorderen van het welzijn van individuen en
gemeenschappen.
4.1.2 Sociaal werker als beroepskracht: Sociaal werkers worden
gezien als professionals die met verschillende methoden en technieken
werken om sociaal welzijn te bevorderen.
4.2 Beroepsrollen
Er worden zeven beroepsrollen onderscheiden voor sociaal werkers:
1. Communicator:
o Dialoog als fundament: Communicatie is cruciaal voor sociaal
werkers om vertrouwen en begrip op te bouwen met
belanghebbenden.
o Interpersoonlijke en maatschappelijke communicatie: Dit
omvat zowel de individuele dialoog met cliënten als bredere
communicatie met organisaties en beleidsmakers.
2. Medevormgever aan sociaal beleid:
o De politieke opdracht van het sociaal werk: Sociaal werkers
hebben de taak om onrechtvaardigheden te signaleren en te
politiseren.
o Participatieve beleidsvoering: Samenwerking met de
gemeenschap om beleid te beïnvloeden en te verbeteren.
3. Sociale innovator:
o Werken aan een rechtvaardige toekomst: Innovatieve
oplossingen ontwikkelen voor complexe maatschappelijke
problemen door middel van experimenten en co-creatie.
4. Organisatieontwikkelaar:
o Ontwikkeling op team- en organisatieniveau: Zorgen voor
kwaliteitszorg en welzijn van medewerkers binnen de organisatie.
4.1 Het sociaal werk als beroep
4.1.1 Sociaal werk als sociaal beroep: Sociaal werk wordt gedefinieerd
als een beroep gericht op het bevorderen van het welzijn van individuen en
gemeenschappen.
4.1.2 Sociaal werker als beroepskracht: Sociaal werkers worden
gezien als professionals die met verschillende methoden en technieken
werken om sociaal welzijn te bevorderen.
4.2 Beroepsrollen
Er worden zeven beroepsrollen onderscheiden voor sociaal werkers:
1. Communicator:
o Dialoog als fundament: Communicatie is cruciaal voor sociaal
werkers om vertrouwen en begrip op te bouwen met
belanghebbenden.
o Interpersoonlijke en maatschappelijke communicatie: Dit
omvat zowel de individuele dialoog met cliënten als bredere
communicatie met organisaties en beleidsmakers.
2. Medevormgever aan sociaal beleid:
o De politieke opdracht van het sociaal werk: Sociaal werkers
hebben de taak om onrechtvaardigheden te signaleren en te
politiseren.
o Participatieve beleidsvoering: Samenwerking met de
gemeenschap om beleid te beïnvloeden en te verbeteren.
3. Sociale innovator:
o Werken aan een rechtvaardige toekomst: Innovatieve
oplossingen ontwikkelen voor complexe maatschappelijke
problemen door middel van experimenten en co-creatie.
4. Organisatieontwikkelaar:
o Ontwikkeling op team- en organisatieniveau: Zorgen voor
kwaliteitszorg en welzijn van medewerkers binnen de organisatie.