Samenvatting Neuroanatomie en Neurofysiologie (17/20 behaald)

Neuroanatomie


14/02

Leerpunten

 Alle structuren van het CZS goed kunnen benoemen

Oppervlakte anatomie: hersenvliezen

 Onder het schedelbot zien we de 3 componenten van de hersenvliezen
o Vlak onder het bot is een stug en dik hersenvlies wat de dura mater wordt genoemd
 Bestaat uit een binnenste periostale laag
 Uit een tweede laag die als een stugge, losse zak, rondom de hersenen ligt
 = de meningeale laag
 Deze lagen zijn belangrijk want omgeven de hersenen en vormen een
schokdemper voor de hersenen
 Beschermt de hersenen voor schade
 Het hersenvocht is demper
o Tweede hersenvlies is de arachnoïdea
 Veel bloedvaten hierin gelegen
 Vormt een virtuele ruimte tussen de dura mater en het binnenste
hersenvlies wat de pia mater is
 Heel losmazig  virtuele ruimte waarin bloedingen tussen de hersenvliezen
kunnen optreden
 Subarachnoïdale bloedingen
o Derde is de pia mater en deze kleeft heel nauw op de hersenen
 Volgt heel nauw de groeven van de hersenen
 Zien een plooi naar binnen gaan
 De dura mater vormt hier op de middenlijn de falx cerebri
 Ter hoogte van het achterhoofd gaat er een soort van plooi gevormd worden
o Tentori cerebeli
o Dit is scheidingsvlak tussen de grote (cerebrum) en de kleine hersenen eronder

Cerebrum

 De plooien zorgen ervoor dat de hersencortex aan oppervlakte vergroting kan doen
 2 hersenhelften komen samen op de middenlijn thv de hersenbalk
 Sulci = groeve, gyri = windingen
o Laten toe om een onderverdeling te maken aan het cerebrum in verschillende
lobben
 4 belangrijke groeven kennen voor het examen 

Gyri en Sulci

 Lateraal
o Sulcus centralis
 Scheidingslijn tussen voorste en achterste hersenkwab
 Rond die sulcus centralis zitten 2 gyri
o De pre centrale gyrus en de post centrale

,  Primaire sensorische en primaire sensibele hersenschors
o De laterale sulcus
 Scheidingsvlak tussen de verschillende hersen kwabben
 Mediale zijde
o Parietoocipetale sulcus
o Longitudinale fiscuur
 Groeve die het scheidingsvlak vormt tussen beide hemisferen
 Lateraal (dia 15)
o Als we in de diepte kijken zien we nog meer hersenschors
 = insula
 Deze worden afgesloten door de operculi
 Inferieur
o Het cerebrum vanonder bekeken
o De kleine hersenen zijn eraf en zien de doorsnede van de bovenste hersenstam
o 2 belangrijke hersenzenuwen kunnen we onderscheiden
 Vanvoor de nervus olfactorius
 Meer in de diepte de nervus chiasma?

hersenkwabben

 De 5de hersenkwab is in de diepte, in het paars is het lymbisch systeem
 Frontale kwab
o Centrale sulcus met daarvoor precentrale gyris
 Dit zorgt voor de aansturing van bewegingen, is de motorische gyris
o Is onderverdeeld is een bovenste, middelste en onderste gedeelte
 Zijn gyri
o Vooraan de orbitale gyrus
 Pariëtale kwab
o De sensibele cortex, is de postcentrale gyrus
o Bovenste en onderste deel, met onderaan de angulaire gyrus
 Occipitale kwab
 Temporale kwab
o De scheidingsvlakken worden gevormd door een superieure en inferieure sulcus
o In het verlengde de parahippocampale gyrus en die eindigt in een soort haak die we
de uncus noemen
 Limbische kwab
o Circulaire structuren hebben allemaal de anterioposterieure golvende winding, die
een basis kent in de embryonale ontwikkeling

Cerebellum (kijken op het achterhoofd)

 Vrij gelijkaardig als cerebrum
 Bestaat ook uit 2 hersenhelften (hemisferen)
 Er wordt ook aan oppervlakte vergroting gedaan door groeven en kunnen verschillende
lobben gaan kennen
o Gescheiden door fissuren
 Op de middenlijn vinden we de vermis
 Het heeft veel functies

, o Belangrijk is motorische controle, voor evenwicht en een lichaamshouding, maar ook
om de weerstand in de spieren te kunnen behouden
o Het coördineert bewegingen
o Aanleren van nieuwe motorische vaardigheden, daarbij speelt cerebellum een rol
 Mensen met problemen gaan moeite hebben met de ogen, en met normale
motorische controle

Functionele anatomie

 De visuele banen die gaan hier de input van de ogen projecteren
o Dat paarse deel is het visuele deel van de cortex
 Groene is de frontale
o Belangrijk voor gedragscontrole en gedragsinhibitie
o Problemen hier ga je zien bij mensen die frontale gedragskenmerken vertonen
 mensen die ongepast gaan reageren en geen gedragscontrole
 bruine = pre motorische zones
o spelen rol in de beweging van het hoofd en de ogen
 oranje is spraak en taal centra
o zit bij de meesten in de linker hersenhelft
o zone van Wernicke en Brocka zijn hierbij belangrijk
 Brocka zorgt voor spraak
 Wernicke staat meer in voor het interpreteren en vatten van spraak
 Cingulate gyrus
o Controle van emoties
 Gele is de olfactorische cortex

Somatotopische organisatie  elke functie heeft zijn eigen plaats?

 Occipitaal
o Grotere en sinsibelere presentatie van de voeten en de handen, en kleiner van de
romp
o De motorische handfunctie vergt veel verschillende vaardigheden en dus groot
oppervlak van de hersenen staat in voor de aansturing van de hand
o De gevoeligheid van de hand palm is ook veel gevoeliger dan de romp

Anatomische vlakken

 3 belangrijke anatomische vlakken
 Paarse vlak is de axiale
 Een overlangse doorsnede van oor tot oor is het coronale vlak
 De derde dimensie (groen) is het sagittale vlak
o Recht door de middenlijn tussen de ogen en krijgen zij aanzicht
 Ventraal en dorsaal in de hersenstam

Dia 27

 1 is de frontale kwab
o We kijken in het horizontale vlak en kijken van onder naar boven
o de kleine zwarte structuren aan de zijkant zijn invaginaties die kwabben
onderverdelen
 C is de temporale kwab

, Dia 28

 3 is het Cerebellum
o We zitten in het mid sagittale vlak
 5 is de medulla oblongata
  voorbeeldjes voor vragen op het examen


Interne anatomie

Basale ganglia

 Coronale doorsnede op hoogte van de oren
o dus links rechts is omgekeerd
 de basale kernen bestaan uit verschillende componenten
 groene structuur is de nucleus caudatus
o die ligt redelijk tegen de middellijn
o de kop ligt naar de voorzijde, vormt een kromming naar achter toe
o putamen en de palladis gaan we samen als de leniform nucleus (lenzvormige kernen)
zien
 functie
o hebben functie in controleren van bewegingen
o spelen rol in cognitie en affectieve functie
o belangrijkste ziekte hier is die van Parkinson

Thalamus

 vormt de wand van 1 van de hersenkamers (ventrikels)
 die bestaat uit verschillende componenten
 functie
o talrijke verschillende kernen
o de thalamus is een schakelcentrum waarbij dat informatie van lichaam naar de
hersenen en omgekeerd hier passeert
o informatie van de sensorische modaliteiten (behalve van de reukzin)
o speelt een rol als filter om minder relevante input te onderdrukken en belangrijke
informatie te versterken

Hypothalamus

 staat in voor huishouding van vocht en balans
 reguleert functies zoals temperatuur en dorst

capsula interna

 is de witte stof, zijn dalende banen van witte stof die verbinding hebben tussen de
hersenstam en de motorische hersenschors
 bestaat uit 3 componenten
o crus anterior wat voorste deel is
 op een klein oppervlak passeren hier dalende motorische banen
o in de posterieure component

Hippocampus en fornix