Iedereen kansrijk: kijken naar kinderen C
1. Inclusie
1.1. Inclusie
- Inclusieve leeromgevingen = leeromgevingen die goed onderwijs
mogelijk maken voor alle lln., ongeacht beperking, gender, etniciteit,
afkomst, meertaligheid, etc. diversiteit = meerwaarde + gelijke
behandeling van iedere ll.
- Lkr. kan alle mogelijke ondersteuningsbronnen aanboren + nodige
aanpassingen om volwaardige participatie aan schoolgebeuren
mogelijk te maken
= > elke ll. krijgt optimale leerkansen op cognitief, sociaal,
emotioneel, motorisch en moreel vlak
- Kenmerken:
o Bevorderen participatie- en leermogelijkheden
o Diversiteitsgedachte
o Drempels van leren en participeren herkennen + verlagen
o Verschillende actoren in inclusieverhaal + goede samenwerking
1.2. Het leersteundecreet
1.2.1. Het leersteundecreet
- Geeft omgang lln. met specifieke onderwijsbehoeften (SOB) aan =
lln. met langdurige en belangrijke participatieproblemen ontstaan door:
o Functiebeperkingen
o Beperkingen in activiteiten
o Persoonlijke en externe factoren
= > Wat heeft een bepaalde ll. specifiek nodig om te kunnen
participeren?
= > omgeving aanpassen aan specifieke noden van elke ll.
(ongeacht oorzaak)
- GEEN LABEL! > samenspel van persoonlijke + externe factoren
1.2.2. Nood aan een mindshift
- Kernvraag: Welke nood of behoefte heeft deze ll. in deze klas en tijdens
deze les om tot leren te komen of om te kunnen participeren in de school-
of klascontext?
= > ‘wat is de nood’ i.p.v. focus op beperking/label tot uiting in een
onaangepaste omgeving waar een participatieprobleem ontstaat voor
persoon in kwestie
1.2.3. Waarom inclusief onderwijs? Waarom
leersteundecreet?
- België: relatief veel ll. met SOB (6,63%)
- Oplossing: aparte scholen voor lln. met SOB (6%)
- Aantal lln. in buitengewoon onderwijs blijft groeien
- Verplichting door ondertekening gelijkekansen- en
gelijkbehandelingsdecreet + VN – verdrag inzake rechten
personen met een handicap
1.2.4. Uitgangspunt en doel
- Bekrachtiging: 5 mei 2023, in werking: 1 september 2023
Pagina | 1
,- Kwaliteitsvol onderwijs voor alle lln., dat werkbaar blijft voor de
lkr. = optimale ontwikkeling ll. voor maximale leerwinst
- Doel: inclusief onderwijs, meer lln. in regulier onderwijs, 2 –
richtingsverkeer tussen regulier en buitengewoon onderwijs
- Ll. met SOB heeft recht om zich in te schrijven in regulier onderwijs:
o GC = gemeenschappelijk curriculum (toelatingsvoorwaarden +
GC – verslag)
o IAC = individueel aangepast curriculum
1.2.5. Krachtlijnen
- Leersteunmodel = basis
- Leersteuncentrum
- Redelijke aanpassingen
- Grotere samenwerking regulier - buitengewoon
1.2.5.1. Definitie van leersteun
- Maximale ontplooiing, leerwinst,
welbevinden, zelfredzaam en
volwaardige participatie bevordert
van lln. met SOB in regulier
onderwijs die beschikken over GC –
verslag, IAC – verslag of OV4 –
verslag
- Competenties versterkt van lkr. en
schoolteams in scholen in regulier
onderwijs in begeleiding van lln. met
SOB en creëren van inclusieve
klaspraktijk en schoolcultuur
- Lln. – gericht, lkr. – gericht of teamgericht inzetten
1.2.5.2. Leersteuncentra en hun samenwerkingen
- Vervanging ondersteuningsnetwerk F multidisciplinair team waar
onderwijskundige, paramedische, sociale, psychologische en
orthopedagogische expertises vertegenwoordigd zijn
- Iedere school verbonden aan 1 leersteuncentrum F aanspreking vanaf lln.
in fase 2: uitbreiding van zorg > samen met CLB met gemeenschappelijk
curriculum – verslag of individueel
aangepast curriculum verslag
- Éénsporenbeleid = alle vragen naar
ondersteuning via één spoor:
leersteuncentrum verbonden aan de
school
- Oprichting specifieke leersteuncentra
voor types 4,6 en/of 7
F gewoon leersteuncentrum zonder
expertise > structurele
samenwerking met specifiek
leersteuncentrum (gewone centrum
bepaalt)
Pagina | 2
, F bepaalde trajecten vragen specifieke expertise aan en gewone
leersteuncentrum/specifieke leersteuncentrum in structurele
samenwerking kan dit niet geranderen > ad hoc samenwerking met ander
leersteuncentrum = niet structureel en gericht op de specifieke nood in
een specifiek traject (voor alle types! + gewone centrum bepaalt)
1.2.5.3. Samenwerking gewoon en buitengewoon
onderwijs
- Regulier onderwijs en buitengewoon onderwijs MOETEN zelfde taal spreken
en visie gelijkstromen = > overgang vergemakkelijken
- Buitengewoon onderwijs moet wel blijven afstemmen met regulier
onderwijs met oog op eventuele terugkeer van lln. met gewoon onderwijs
(tweerichtingsverkeer)
- Pedagogische begeleidingsdiensten bieden hulp voor professionalisering
rond hoge doelen stellen + terugkeer en samenwerking met regulier
onderwijs > voor buitengewoon onderwijs!
1.2.5.4. Kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding
- Samenwerking met onderwijspartners: CLB, pedagogische
begeleidingsdienst, kenniscentrum Leerpunt (professionalisering lkr.)
1.2.6. Historiek
- 1989: universele rechten van het kind
- 1994: Salamanca – verdrag = elk kind heeft recht op onderwijs en lln.
met SOB moeten toegang hebben tot reguliere onderwijs F meest
gezaghebbende document (wereldwijde vaststelling)
- VLOR = Vlaamse Onderwijsraad verschillende poging tot decreet m.b.t.
inclusief onderwijs
- 2006: VN – verdrag ter bescherming van personen met een
handicap
- 2008: Vlaamse Gelijke kansen en gelijkbehandelingsbeleid =
onderwijs moet gelijke kansen voorzien (recht!)
- 2009: ratificatie VN – verdrag door Vlaanderen > moet worden
omgezet in decreet
F DAM – decreet = dringende en andere maatregelen
F BNM – decreet = belangrijke en noodzakelijke maatregelen
F M – decreet = maatregelen voor lln. met SOB op 1/09/2015
- 30/10/2019: begeleidingsdecreet voor lln. met zorgnoden + lkr. = per ll.
kijken of het haalbaar is om een traject in regulier onderwijs te volgen (wat
is het beste voor deze ll.?)
= > pragmatische + realistische invulling aan begeleiding van lln. met
zorgnoden
= > betere begeleiding voor hoogbegaafden + personen met dyslexie
F M – decreet: personen met handicap zo goed mogelijk integreren in
regulier onderwijs, maar praktische bezwaren
= > september 2021
Leersteundecreet op 1/09/2023
1.3. Redelijke aanpassingen
1.3.1. Definitie
- Aanpassing = concrete maatregel die de beperkende invloed van een
onaangepaste omgeving op de participatie van een persoon met een
handicap kan neutraliseren
Pagina | 3
1. Inclusie
1.1. Inclusie
- Inclusieve leeromgevingen = leeromgevingen die goed onderwijs
mogelijk maken voor alle lln., ongeacht beperking, gender, etniciteit,
afkomst, meertaligheid, etc. diversiteit = meerwaarde + gelijke
behandeling van iedere ll.
- Lkr. kan alle mogelijke ondersteuningsbronnen aanboren + nodige
aanpassingen om volwaardige participatie aan schoolgebeuren
mogelijk te maken
= > elke ll. krijgt optimale leerkansen op cognitief, sociaal,
emotioneel, motorisch en moreel vlak
- Kenmerken:
o Bevorderen participatie- en leermogelijkheden
o Diversiteitsgedachte
o Drempels van leren en participeren herkennen + verlagen
o Verschillende actoren in inclusieverhaal + goede samenwerking
1.2. Het leersteundecreet
1.2.1. Het leersteundecreet
- Geeft omgang lln. met specifieke onderwijsbehoeften (SOB) aan =
lln. met langdurige en belangrijke participatieproblemen ontstaan door:
o Functiebeperkingen
o Beperkingen in activiteiten
o Persoonlijke en externe factoren
= > Wat heeft een bepaalde ll. specifiek nodig om te kunnen
participeren?
= > omgeving aanpassen aan specifieke noden van elke ll.
(ongeacht oorzaak)
- GEEN LABEL! > samenspel van persoonlijke + externe factoren
1.2.2. Nood aan een mindshift
- Kernvraag: Welke nood of behoefte heeft deze ll. in deze klas en tijdens
deze les om tot leren te komen of om te kunnen participeren in de school-
of klascontext?
= > ‘wat is de nood’ i.p.v. focus op beperking/label tot uiting in een
onaangepaste omgeving waar een participatieprobleem ontstaat voor
persoon in kwestie
1.2.3. Waarom inclusief onderwijs? Waarom
leersteundecreet?
- België: relatief veel ll. met SOB (6,63%)
- Oplossing: aparte scholen voor lln. met SOB (6%)
- Aantal lln. in buitengewoon onderwijs blijft groeien
- Verplichting door ondertekening gelijkekansen- en
gelijkbehandelingsdecreet + VN – verdrag inzake rechten
personen met een handicap
1.2.4. Uitgangspunt en doel
- Bekrachtiging: 5 mei 2023, in werking: 1 september 2023
Pagina | 1
,- Kwaliteitsvol onderwijs voor alle lln., dat werkbaar blijft voor de
lkr. = optimale ontwikkeling ll. voor maximale leerwinst
- Doel: inclusief onderwijs, meer lln. in regulier onderwijs, 2 –
richtingsverkeer tussen regulier en buitengewoon onderwijs
- Ll. met SOB heeft recht om zich in te schrijven in regulier onderwijs:
o GC = gemeenschappelijk curriculum (toelatingsvoorwaarden +
GC – verslag)
o IAC = individueel aangepast curriculum
1.2.5. Krachtlijnen
- Leersteunmodel = basis
- Leersteuncentrum
- Redelijke aanpassingen
- Grotere samenwerking regulier - buitengewoon
1.2.5.1. Definitie van leersteun
- Maximale ontplooiing, leerwinst,
welbevinden, zelfredzaam en
volwaardige participatie bevordert
van lln. met SOB in regulier
onderwijs die beschikken over GC –
verslag, IAC – verslag of OV4 –
verslag
- Competenties versterkt van lkr. en
schoolteams in scholen in regulier
onderwijs in begeleiding van lln. met
SOB en creëren van inclusieve
klaspraktijk en schoolcultuur
- Lln. – gericht, lkr. – gericht of teamgericht inzetten
1.2.5.2. Leersteuncentra en hun samenwerkingen
- Vervanging ondersteuningsnetwerk F multidisciplinair team waar
onderwijskundige, paramedische, sociale, psychologische en
orthopedagogische expertises vertegenwoordigd zijn
- Iedere school verbonden aan 1 leersteuncentrum F aanspreking vanaf lln.
in fase 2: uitbreiding van zorg > samen met CLB met gemeenschappelijk
curriculum – verslag of individueel
aangepast curriculum verslag
- Éénsporenbeleid = alle vragen naar
ondersteuning via één spoor:
leersteuncentrum verbonden aan de
school
- Oprichting specifieke leersteuncentra
voor types 4,6 en/of 7
F gewoon leersteuncentrum zonder
expertise > structurele
samenwerking met specifiek
leersteuncentrum (gewone centrum
bepaalt)
Pagina | 2
, F bepaalde trajecten vragen specifieke expertise aan en gewone
leersteuncentrum/specifieke leersteuncentrum in structurele
samenwerking kan dit niet geranderen > ad hoc samenwerking met ander
leersteuncentrum = niet structureel en gericht op de specifieke nood in
een specifiek traject (voor alle types! + gewone centrum bepaalt)
1.2.5.3. Samenwerking gewoon en buitengewoon
onderwijs
- Regulier onderwijs en buitengewoon onderwijs MOETEN zelfde taal spreken
en visie gelijkstromen = > overgang vergemakkelijken
- Buitengewoon onderwijs moet wel blijven afstemmen met regulier
onderwijs met oog op eventuele terugkeer van lln. met gewoon onderwijs
(tweerichtingsverkeer)
- Pedagogische begeleidingsdiensten bieden hulp voor professionalisering
rond hoge doelen stellen + terugkeer en samenwerking met regulier
onderwijs > voor buitengewoon onderwijs!
1.2.5.4. Kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding
- Samenwerking met onderwijspartners: CLB, pedagogische
begeleidingsdienst, kenniscentrum Leerpunt (professionalisering lkr.)
1.2.6. Historiek
- 1989: universele rechten van het kind
- 1994: Salamanca – verdrag = elk kind heeft recht op onderwijs en lln.
met SOB moeten toegang hebben tot reguliere onderwijs F meest
gezaghebbende document (wereldwijde vaststelling)
- VLOR = Vlaamse Onderwijsraad verschillende poging tot decreet m.b.t.
inclusief onderwijs
- 2006: VN – verdrag ter bescherming van personen met een
handicap
- 2008: Vlaamse Gelijke kansen en gelijkbehandelingsbeleid =
onderwijs moet gelijke kansen voorzien (recht!)
- 2009: ratificatie VN – verdrag door Vlaanderen > moet worden
omgezet in decreet
F DAM – decreet = dringende en andere maatregelen
F BNM – decreet = belangrijke en noodzakelijke maatregelen
F M – decreet = maatregelen voor lln. met SOB op 1/09/2015
- 30/10/2019: begeleidingsdecreet voor lln. met zorgnoden + lkr. = per ll.
kijken of het haalbaar is om een traject in regulier onderwijs te volgen (wat
is het beste voor deze ll.?)
= > pragmatische + realistische invulling aan begeleiding van lln. met
zorgnoden
= > betere begeleiding voor hoogbegaafden + personen met dyslexie
F M – decreet: personen met handicap zo goed mogelijk integreren in
regulier onderwijs, maar praktische bezwaren
= > september 2021
Leersteundecreet op 1/09/2023
1.3. Redelijke aanpassingen
1.3.1. Definitie
- Aanpassing = concrete maatregel die de beperkende invloed van een
onaangepaste omgeving op de participatie van een persoon met een
handicap kan neutraliseren
Pagina | 3