HOOFDSTUK 11 HET
SPIJSVERTERINGSSTELSEL.
De onderdelen van het spijsverteringstelsel zijn
Mond en mondholte
Keel of farynx
Slokdarm of oesofagus
De maag
De dunne darm
De dikke darm
De anus
Aan het spijsverteringstelsel zitten nog vier andere organen verbonden.
Speekselklieren, de lever, de galblaas, alvleesklier of pancreas
Tijdens het verplaatsen van voedsel doorgeen het spijsverteringsklanaal verandert het voedsel
Halfvaste bolus, die wordt doorgeslikt -> de maag mengt de bolus met maagsap tot zeer vloeibaar en
halfverteerde chymus
1
, 11.2. DE FUNCTIES VAN HET SPIJSVERTERINGSSTELSEL
Ingestie Het innemen van voedsel ( Mond
opeten)
Mechanische verwerking Fysisch verkleinen of vermalen Mond, (tanden), maag
van voedsel
Vertering of digestie Chemisch verkleinen of afbreken Mond, maag, dunnen darm
van voedingsstoffen
Peristaltiek Wormachtige bewegingen van Van mond tot anus, door de
spieren in de wand van het gladde spiercellen in het
spijverteringskanaal spijsverteringskanaal
Secretie Afgeven van klierproducten, Speekselklieren, maag, pancreas,
enzymen of slijm aan het lumen ( lever, dunnen darm
inwendige holte)
Absorptie Voedingsstoffen worden Uitsluitend thv de dunne darm
opgenomen in de bloedbaan of de
lymfevaten
Eliminatie of uitscheiding Het afvalproduct -> feces Anus
2
SPIJSVERTERINGSSTELSEL.
De onderdelen van het spijsverteringstelsel zijn
Mond en mondholte
Keel of farynx
Slokdarm of oesofagus
De maag
De dunne darm
De dikke darm
De anus
Aan het spijsverteringstelsel zitten nog vier andere organen verbonden.
Speekselklieren, de lever, de galblaas, alvleesklier of pancreas
Tijdens het verplaatsen van voedsel doorgeen het spijsverteringsklanaal verandert het voedsel
Halfvaste bolus, die wordt doorgeslikt -> de maag mengt de bolus met maagsap tot zeer vloeibaar en
halfverteerde chymus
1
, 11.2. DE FUNCTIES VAN HET SPIJSVERTERINGSSTELSEL
Ingestie Het innemen van voedsel ( Mond
opeten)
Mechanische verwerking Fysisch verkleinen of vermalen Mond, (tanden), maag
van voedsel
Vertering of digestie Chemisch verkleinen of afbreken Mond, maag, dunnen darm
van voedingsstoffen
Peristaltiek Wormachtige bewegingen van Van mond tot anus, door de
spieren in de wand van het gladde spiercellen in het
spijverteringskanaal spijsverteringskanaal
Secretie Afgeven van klierproducten, Speekselklieren, maag, pancreas,
enzymen of slijm aan het lumen ( lever, dunnen darm
inwendige holte)
Absorptie Voedingsstoffen worden Uitsluitend thv de dunne darm
opgenomen in de bloedbaan of de
lymfevaten
Eliminatie of uitscheiding Het afvalproduct -> feces Anus
2