OE313a Informatiekunde
Data zijn feiten of cijfers, de basis voor informatie. Het is ook de invoer-of uitvoernummers
die in een digitaal informatie-systeem worden beheerd.
→ totdat iets of iemand er betekenis aan toevoegt, blijven het feiten/cijfers en
zijn ze waardenvrij.
→ Data zijn fenomenen die door een systeem of persoon worden waargenomen.
→ Als we de data kunnen waarnemen, kunnen we waarde toekennen en de data betekenis
geven.
→ Data wordt informatie.
Een informatiesysteem is:
1. Een reeks onderling verwante componenten.
2. Informatie verzamelen, verwerken, opslaan en distribueren.
3. Ondersteuning van besluitvorming, coördinatie en controle.
→ De basisactiviteiten van een systeem: invoer, verwerking, uitvoer
→ Dit produceert informatie die bedrijven nodig hebben.
Business intelligence zet alle data die een bedrijf genereert om in informatie die relevant is
voor de juiste doelgroep.
→ Moderne BI applicaties zijn in staat om dit te combineren met data die van buiten het
bedrijf beschikbaar zijn (bijvoorbeeld het weer)
→ Hiervoor worden duidelijke dashboards gebruikt.
H3
Een organisatie is een formele structuur die middelen uit de omgeving verwerkt om output
te genereren.
- Routines, (Standard operating procedures) zijn precieze regels, procedures en praktijken,
ontwikkeld om met alle verwachte situaties om te gaan.
→ bedrijfsprocessen: verzameling van routines
→ bedrijf: collectie van bedrijfsprocessen.
Disruptieve technologie zijn vervangende producten die net zo goed of beter zijn. Dit brengt
ingrijpende veranderingen teweeg
→ First movers: uitvinders van disruptieve technologieën
→ Fast Followers: bedrijven met de omvang en middelen om te profiteren van de
technologie.
Volgens mintzberg zijn er 5 soorten organisatiestructuren:
1. Ondernemend
2. Machinebureaucratie
3. Verdeelde bureaucratie
4. Professionele bureaucratie
5. Adhocratie
→ Informatiesysteem weerspiegelt vaak de organisatiestructuur.
Data zijn feiten of cijfers, de basis voor informatie. Het is ook de invoer-of uitvoernummers
die in een digitaal informatie-systeem worden beheerd.
→ totdat iets of iemand er betekenis aan toevoegt, blijven het feiten/cijfers en
zijn ze waardenvrij.
→ Data zijn fenomenen die door een systeem of persoon worden waargenomen.
→ Als we de data kunnen waarnemen, kunnen we waarde toekennen en de data betekenis
geven.
→ Data wordt informatie.
Een informatiesysteem is:
1. Een reeks onderling verwante componenten.
2. Informatie verzamelen, verwerken, opslaan en distribueren.
3. Ondersteuning van besluitvorming, coördinatie en controle.
→ De basisactiviteiten van een systeem: invoer, verwerking, uitvoer
→ Dit produceert informatie die bedrijven nodig hebben.
Business intelligence zet alle data die een bedrijf genereert om in informatie die relevant is
voor de juiste doelgroep.
→ Moderne BI applicaties zijn in staat om dit te combineren met data die van buiten het
bedrijf beschikbaar zijn (bijvoorbeeld het weer)
→ Hiervoor worden duidelijke dashboards gebruikt.
H3
Een organisatie is een formele structuur die middelen uit de omgeving verwerkt om output
te genereren.
- Routines, (Standard operating procedures) zijn precieze regels, procedures en praktijken,
ontwikkeld om met alle verwachte situaties om te gaan.
→ bedrijfsprocessen: verzameling van routines
→ bedrijf: collectie van bedrijfsprocessen.
Disruptieve technologie zijn vervangende producten die net zo goed of beter zijn. Dit brengt
ingrijpende veranderingen teweeg
→ First movers: uitvinders van disruptieve technologieën
→ Fast Followers: bedrijven met de omvang en middelen om te profiteren van de
technologie.
Volgens mintzberg zijn er 5 soorten organisatiestructuren:
1. Ondernemend
2. Machinebureaucratie
3. Verdeelde bureaucratie
4. Professionele bureaucratie
5. Adhocratie
→ Informatiesysteem weerspiegelt vaak de organisatiestructuur.