100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

samenvatting nucleaire geneeskunde

Beoordeling
-
Verkocht
3
Pagina's
23
Geüpload op
16-05-2024
Geschreven in
2022/2023

Samenvatting boekje en les van nucleaire geneeskunde


















Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
16 mei 2024
Aantal pagina's
23
Geschreven in
2022/2023
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

• Kan via cachexie ook wel gastheer aantasten
o Kankerpt. Met ernstig postoperatieve infectie waar tumor was → doen beter
▪ Oppervlakkige blaaskanker → behandeld met intracesicale inspuiting met
afgezwakt mycobacterium bacil (BCG)
• Goede + slechte inflammatie
o Soort ontsekingscel!!! → Tumor Associated Fibroblast + Tumor Associated
Macrophage
▪ Bepalende rol van activiteit ontsteking + kwaliteit matrix
o Verschillende macrofaag genotypes
▪ M1 en M2 uitersten van spectrum
• M1 = pro-inflammatoir + stimulatie afbraak en opruiming (ook
kankercel opruiming)
o Nadeel: door ontsekingsgeweld schade aan parenchym
▪ Vb: bij MS heel veel aanmaak van stoffen waar
neuronen en axonen niet tegenkunnen (gewoon te
veel M1 macrofagen aanwezig)
• M2 = inflammatie met groei en herstel (granulatieweefsel,
neovscularisatie,..)
o Nadeel: groei kankercellen gestimuleeerd

Behandeling
• Medicamenteuze behandeling → inztten op aanval van binnen en van buiten
• Buiten aavnal
o Fenotype en fenotype van elke kanker moet gekend zijn
▪ Targeted therapy beter te bepalen
o Momenteel maar ongeveer 5% van de kankergenen kan geblokkeerd worden
o Uiteindelijk waarschijnlijk ook resistentie tegen medicatie
o Kankercel laat spoor van genotype achter in bloed
▪ = vloeibare biopsie
• Aanval binnenuit
o Optimalisatie reactivatie tumor supressorgenen, immunotherapie, analyse + bijsturen
van stromale omgeving



PROF. VAN LAERE – INLEIDING TOT DE NUCLEAIRE GENEESKUNDE
1. Inleiding: Basisprincipes, meetapparatuur en principes van
radioprotectie
1.1 Basisprincipes
• Voornamelijk moleculaire beeldvorming
• Inbeeld brengen moleculaire processen menselijk lichaam door radiofarmaca
o Radiofarmacon gekoppeld aan radionuclide met gamma of bètaplus straling
o Ook voor goedaardige en kwaadaardige aandoeningen gebruikt
= radionuclide therapie → radionucliden met bèta-min en alpha straling
• Tracerprincipe

, o Toediening heel kleine hoeveelheid stoffen → functie organen meten zonder functie
te verstoren
o Stoffen moeten buiten lichaam gedetecteerd worden → radiofarmaca gelabeld
▪ Radiofarmacon bepaald welke functie er gemeten wordt
▪ Radionuclide bepaald welke techniek gebruikt moet worden voor detectie



• Kinetiek
o Opname, distributie, specifieke binding, uitscheiding → kennen om optimaal
tijdsvenster voor beeldvorming te bepalen + waargenomen patroon te kunnen
interpreteren
o 100% specifieke opname in 1 orgaan nooit mogelijk → biodistributie en
excretieroutes kennen!!!
• Sensitiviteit
o Ziekteproces ontstaat genetisch, moleculair, cellulair eerst, daarna pas structureel of
anatomisch → vroegtijdige detectie pathologie is mogelijk
• Specificiteit
o Afhankelijk proces dat in beeld gebracht wordt (vb: dopamine bij Parkinson vs
botaanmaakmerker)
• Anatomische verandering aangetoond via klassieke radiologische beeldvorming
• Accuraatheid
o Verhoogd door structurele en functionele info
o Meeste toestellen hybride → geven zowel structurele als moleculaire info
• Kwantitatieve verdeling radiofarmacon in lichaam ook meetbaar
o Intensiteit van afwijking verhoogt zo specificiteit (vb verhoogd glucosemetabolisme
bij kanker of infectie) → toont ernst van afwijking ook aan
▪ In verschillende grootheden uitgedrukt
• Radioactiviteitsdistributie
o Maat voor opname in orgaan tov ingespoten activiteit
• Volledig kwantitatief
o Bmax/Kd
▪ Kd = affiniteit tracer
▪ Bmax = concentratie bindingsplaatsen

1.2 Radiofarmaca
Deeltjesstraling
• Alfastraling (heliumkern)
• Bèta-min straling (elektron)
• Bèta-plus straling (positron)
o Bij bèta-plus verval → positron uitgezonden dat met elektron botst
▪ 2 gamma-stralen gevormd van 511 keV → deze diagnostisch beeldvormend
• In therapeutische hoeveelheden toegediend → hoge lineaire energie transfer = LET
o Lokaal veel energie op korte afstand afgezet
o Ook gebruikt voor RNT-toepassingen → uitgezonden deeltjes beschadigen plaatselijk
weefsel

,Elektromagnetische straling
• Enkel beeldvorming
• Ook gammastralers
• Lage LET
• Weinig interactie met weefsel → uitwendig detecteerbaar



Diagnostiek
• Proton-atoomkern maar paar geschikt voor diagnostische en therapeutische doeleingen
➔ komen niet in natuur voor en worden dus aangemaakt
o Via kernreactor en radionuclide-generator
• Radionuclide moet max info geven met min stralingsbelasting
o Halfleven moet relatief kort zijn (ongeveer duur onderzoeksprocedure)
• Best hoogst mogelijk specifieke activiteit
o Volgens tracerprincipe werken
o Geen farmacologische bijwerkingen induceren
• Meeste gebruikte gammastraler
o Technetium-99m
▪ Halfleven = 6,02u
▪ Tralingsenergie = 140keV → hoog genoeg om niet te veel absorptie, niet te
hoog zodat meettoestel nog kan detecteren
▪ In ziekenhuis bekomen door generator (meestal maar 1 week)
• 99Mo omgezet naar 99mTc
• In chromatografische kolom van aluminiumoxide en MO absorbeert
hier sterk aan → na verval tot Tc is absorptie minder
o Elutie met fysiologisch water mogelijk
o Door middel van vacuüm flesje op regelmatige tijdstippen Tc
elueren (99mTcO4- oplossing)
▪ 99mTcO4- oplossing gebruikt om verschillende radiofarmaca aan te maken
• Aan molecule HDP koppelen om na injectie naar botaanmaak te gaan
• Aan sestamibi gekoppeld voor hartonderzoek
• Aan WBC
• Aan macroaggregaten
• …
▪ Voorverpakt aangekocht
• Klinisch gebruikte bèta-plus stralers
o In cyclotron ter plekke aangemaakt
o Vb: 18F, 11C, 15O, 13N
▪ Halfleven meestal vrij kort (20min – 2u)
▪ F = meest gebruikt (2u halfleven, transport tussen ziekenhuizen mogelijk)
o Via 68Ge generator → 68Ga als PET radionucleotide gebruikt

Zirkonium ook gebruikt bij predictie en opvolging monoclonale therapie

• Hoge eisen gesteld bij aanmaak radiofarmaca
o PET radiofarmaca → in Good-Manufacturing-Practice (GMP) bereid
▪ Zuiverheid

, ▪ Steriliteit
o Bijwerkingen zijn verwaarloosbaar
▪ Geen farmacologische effecten
▪ Via wereldwijde farmacovigilante surveys van bijwerkingen
• 1-3/100 000




• Radio-isotopen voor therapie bruikbaar
o Voldoende kort half-leven, niet te kort zodat geen hoge dosis nodig is
o Type deeltjesstraling gerelateerd aan dimensies in behandelbare ruimte
→ Beste correspondentie met dimensies van typische gezwellen

1.3 Gammacamera, SPECT, PET, hybride beeldvorming
Gammacamera en SPECT-scan
Gammacamera
• = planaire scintigrafie
• Voor meting uitgezonden gammastralen
o In alle richtingen at random vanuit lichaam uitgezonden
o Enkel loodrecht invallende straling doorgelaten (juiste locatie weten)
→ door collimator
▪ Loden plaat
▪ Uitgebreid gaatjespatroon (enkele mm)
• Invallende straling omgezet in lichtflitsen via scintillatiekristal (NaI)
o Gammastralen hierin geaborbeerd → elektronen in geëxciteerde toestand →
terugvallen naar grondtoestand → lichtflits
o Lichtflits omgezet in klassieke camera via fotomultipliers naar elektrische signalen
▪ Computer bepaald dan plaats in digitale matrix
• Vaste-stof detectoren + halfgeleider PM’s
o Veel gevoeliger
o Betere beeldkwalitieit
• Kop van gamacamera = 40x50 cm
o Grote gewicht lood → ingebouwd in grotere houder = gantry
▪ Kan ook roteren rond patiënt
• NADEEL
o Noodzaak van collimator → enkel kleine fractie uitgezonden straling gebruikt
▪ Verhoging gevoeligheid → meerkops gammacamera’s
• Scintigrafie = beeld opgenomen met gammacamera met scintillator kristal
• Ruimtelijke resulotie = 5-12 mm
• Statisch of dynamisch mogelijk
o Getriggerde beelden
▪ Camera gestuurd door elektrocardiogram van patiënt
→ gedurende verschillende hartslagen opnieuw dynamische sessie van
opnamen per hartcyclus

,SPECT-scan
• Whole-bodyscan
o Ganse patiënt langs camera geschoven voor 10 min.
• Tomografische (3D) scan
o Camera draait volledig rond patiënt
• = single-photon emission computed tomography
o Single-photon <-> 2 fotonen bij PET


Pet-scan
• Voor detectie positron uitsturende radiofarmaca
• Na positron emissie → remt af → wordt geannihileerd door omgevend materiaal in buurt van
kern
o Volledige massa van elektron + positron omgezet in energie
▪ 2 fontonen van 511 keV gevormd (E = mc2)
o Bij annihilatie → 2 fotonen simultaan uitgestuurd in 180° tegenovergestelde richting
• Ring met scintillatiekristallen → kunnen 2 uitgezonden stralen snel detecteren
→ gebeurt in coïncidentie
• PET kristallen van zwaarder materiaal
• PET camera → gevoeliger dan gammacamera’s want geen extra collimator nodig (dankzij
coïncidentie)
• Plaatsbepaling = immers via lines of response (LOR)
o Uitgezonden straling moet komen vanop lijn die de 2 detectoren (met gelijke
activatie) verbindt
• Nieuwste ultrasnelle PET camera’s → time-of-flight 81etective
o Heel Kleine tijdsverschillen worden gemeten en laten beter schatting toe met hogere
LOR van waar positron uitgezonden is
o Scherpere beelden met hogere signaal-ruisverhouding
• Betere ruimtelijke resolutie dan SPECT
o Objecten van 3-5mm onderscheiden
o Bepaald door positronrange van gebruikte radionuclide
o Duurt 8-15 min.
• Laatste ontwikkeling → meervoudige ringsystemen (klassiek 3-5 ringen aan detectoren)

Beeldreconstructie en dataprocessing
• Via wiskunde software → tomografisch 3D-activiteitsdistributies berekend uitgaande van
responslijnen op PET of vlakke projecties van SPECT
• Verdere verwerking van beelden + eventuele reconstructie
• Via region of interest → orgaan of weefsel tijds-activiteitscurven berekenen om kwantitatieve
en functioneel te interpreteren data af te leiden (vb glucosemetabolisme)
• Kwantitatieve PET → enige waarbij beeldvormingstechniek in vivo humaan kan op moleculair

Hybride beeldvorming
• PET-scans enkel nog verkocht in combo met anatomische modaliteit
o In PET-CET vooral morfologische CT-informaite bij differentiatie van tumoren
• PET-MR beeldvorming is mogelijk
o MR = accurater, veelzijdiger dan cT
o Hoge kostprijs

,1.4 Stralingsbelasting en elementen van radioprotectie
• Radioactief gemerkte moleculen → stralingsbelasting voor patiënt
o Minimaal + geen meetbare gevaren
• Effectieve stralingsdosis
o Uitgedrukt in milliSievert
o Rekening houdend met energie die straling afzet op lichaam
▪ Geabsorbeerde dosis in Gray uitgedrukt = 1J/kg
o Rekening houdend met type straling
o Rekeninghoudend met gevoeligheid van organen via weefselwegingsfactoren
o Maat voor gemiddelde stralingsrisico van een gehele lichaamsbestraling
• Gamma/SPECt of PET onderzoek → effectieve stralingsdosis tussen 0,5 en 5 mSv
o Naargelang isotoop
o Zelfde als bij CT-abdomen of thorax
o Oude gammaradionucliden wel hogere stralingsbelasting
• Referentiekader = natuurlijke omgevingsstraling (in België = 2-3 mSv)
o Natuurlijke stralingsbronnen → 80% stralingsbelasting Belgische bevolking
▪ 20% medische straling (vooral van CT)
• Blootstelling radioactieve straling → laattijdige ontwikkeling tumoren
o Zeer hoge hoeveelheid straling (>100 mSv)
o Lineair verondersteld effect → hoe meer straling, hoe hoger risico op ontwikkeling
van tumoren
• LNT-benadering
o Lineair, conservatief, Belgische, Europese en Amerikaanse wetgeving hiermee
o Maken gebruik van absoluut risico
▪ Omrekening absoluut risico via fatale kankerrisico-coëfficiënt
• Kans op ontwikkeling van onbehandelbare kanker per hoeveelheid
effectieve dosis
▪ Gemiddelde waarde = 50 x 10-6/mSv
• Blootstelling 10 mSv = risico 000
▪ Kans dat iemand kanker in leven ontwikkeld -5
o Waarden voor fataal kankerrisico-coëfficiënt verschilt lichtjes voor algemene
bevolking vs werknemers → kinderen hebben hogere stralingsgevoeligheid
• Vergelijking via risico op verkorting van levensverwachting op populatieniveau = LLE
o 1 blootstelling 10 mSv = gemiddelde verkorting levensverwachting van 2 dagen
o Verglijking met roken: een pakje per dag = 2441 dagen minder
• Radiofarmaca meestal IV toegediend
o Soms oraal, of inhalatie
o Blijft in lichaam tot radioactiviteit fysiek vervallen is of biologisch geëlimineerd
o Veel drinken na toediening tracer om klaring renaal te verhogen
• OOK → externe blootstelling
o Afstand tot stralingsbron → risico kwadratisch afnemend met afstand
o Duur blootstelling
o Afscherming tegen straling
• Dosimeter
o Dragen verplicht voor beroepshalve blootgesteld persoon
o Maximale stralingsbelasting = 20 mSv / 12 opeenvolgende maanden
• ALARA-principe toepassen! (bij werknemers)

, o = As Low As Reasonably Achievable
o Door rotatieshiften, optimale planning
o Dosimeter dragen

2. Moleculaire beeldvorming in de oncologie
2.1 FDG PET
Principe
• Meest gebruikt diagnostisch nucleair beeldcormingsonderzoek
• Meeste tumoren vertonen hoog glucoseverbruik
• Glucose gemerkt met 18F
o Hydroxyl groep in synthesemodule vervangen door 18-fluor = FDG
• FDG
o Opgenomen zoals gewoon glucose
o Door hexokinase omgezet tot FDG-6-fosfaat
o Niet verder gemetaboliseerd, want niet herkend door volgend enzym
o Tijdelijk opgestapeld
• Verhoogd glucose-metabolisme → meer opname FDG → verhoogde tracercaptatie bij PET
• Glucose vooral bij sneldelende tumoren
o Vaak maat voor agressiviteit van tumor
• Infectieuze + inflammatoire processen ook verhoogd glucose-metabolisme door WBC
• Onderzoeksverloop
o FDG intraveneus
o 60 min. Opstapeling in lichaam (pt moet stilliggen)
o Ledigen van blaas
o Pt. Schuift in stukken door scanner → lichaamsoverzicht van glucoseverdeling
opgenomen
▪ Fysiologisch meer bij hersenen + blaas/nieren (secretie)
• Pt. Moet nuchter zijn
o Endogeen glucose niet te veel in competitie met FDG
• FDG meest gevoelig bij avide tumor = weinig opnemend omliggend weefsel

Algemene indicaties voor FDG PET
Diagnose en stadiëring
• Suspect letsel waarschijnlijk tumoraal bij hoge FDG opname
• TNM-classificatie bepalen → voor veel types is FDG belangrijke rol

Opvolging van therapie
• FDG PET betere evaluatie van therapierespons dan CT
o Metabole veranderingen door therapie
o Morfologische veranderingen van tumor

Opsporen van tumoraal recidief
• Na behandeling tumorale pathologie → pt. Klassiek opgevolgd met meetbare parameters ter
detectie tumoraal recidief
o Vb: tumormerker in bloed
• Bij aanwezigheid tumoraal recidief → FDG PET uitgevoerd ter primaire bevestiging,
lokalisatie, eventuele re-staging van recidief

,Huidige stand van terugbetaalde indicaties
• Voor aantal indicaties al terugebetaald

Een typevoorbeeld: longtumoren en FDG PET
• Differentieel diagnose
o A- priori waarschijnlijkheid (leeftijd + rookgedrag)
o Radiologische kenmerken (randen, groote letsel, calcificaties,…)
o Invasieve test kan uiteindelijke diagnose verder bepalen
• TNM-classificatie → longtumoren ingedeeld in stadia I, II, IIIa, IIIb
o I en II behandelbaar voor chirurgie
• Door FDG PET niet-invasieve karakterisering van letsel
o <-> CT
▪ Via PET ook SPN’s groter dan 1,5 cm goedaardig of kleiner ook kwaadaardig
• FDG PET sensitiviteit van 94% en specificiteit van 82% voor onderscheiding goed/kwaad

Alternatieve non-FDG klinische oncologische targets
18
F-PSMA bij prostaatcarcinoom – 11C-choline
• Prostaatkanker = op 1 na meest voorkomende kanker bij mannen
• Na behandeling opgevolgd met meting PSA in bloed
o Stijging = recidief van tumor
• Prostaatkankercellen → nemen niet veel FDG op (FDG-PET van beperkte waarde)
o Door blaas + renale excretieroute van FDG storing
• Botscan voor M-staging eerst → nu ook 11C-choline of 18F-fluorocholine PET
o Veel maligne tumoren → verhoogde fosfolipidensynthese
▪ Choline dus essentieel bestanddeel van celmembraan
• Sinds 2016 ook meer specifiek o.b.v. PSMA (prostaat specifiek membraan antigen)
o Verschillende analogen 18F-PSMA
▪ Lage urine-excretie (geen storing van blaas)
68
Ga-dotatate bij neuro-endocriene tumoren
• Neuro-endocriene tumoren (NET) → afkomstig van endocriene cellen
o Zelfdzaam
o Groeit traag
o Lange overleving
o Nemen beperkt FDG op → FDG-PET vaak niet nuttig
• Meeste reageren op somatostatine
o Opregulatie somatostatine receptor op celmembraan
• Sinds 10 jaar ook positron emitters verbonden met multipeptide somtatostatine analogen
(68Ga)
o Gevoeliger + scherpere PET beeldcorming
• Opname 68Ga dotatate = richtinggevend voor radionuclidetherapie
• Gevoeligheid en acuraatheid van PET radiofarmaca voor NET beter dan SPECT-tracers
18
F-PET (of 11C-methionine) voor hersentumoren
• PET rol bij tumordetectie, staging, gradering, prognose en nemen van biopsies
• FDG ook verhoogd bij tumorale letsel
MAAR onderscheid laaggradige letsels met gezonde grijze stof niet makkelijk

, • Hersenmetastasen van perifere tumoren → intensiteit nog hoger dan van normaal
hersenweefsel
• Gevoeligheid behaald door gemerkte aminozuren zoals 18F-fluoroethyltyrosine (FET) of 11C-
methionine
o Tumor heeft overexpressie LAT-2 → voor voldoende eiwitten om te groeien
• Deze merkers meer accuraat dan FDG
o Gezond weefsel geen verhoogde aminozuursynthese
o Opname AZ PET correleert met overleving patiënt + onafhankelijk van schade aan
BBB
o Weinig beïnvloedt door inflammatie
• Belangrijke rol bij differentiële diagnose tussen necrose door bestraling, oedeem en effectief
tumorrecidief
• AZ PET scan ook gebruikt voor richten van stereotactische biopsie → histologie juiste typering
68
Ga-FAPI voor tumor micro-omgeving
• Laatste jaren pas bekend
• Fibroblast activator proteïne inhibitor
• Meer belang aan kwantitatief bepalen van activiteit door stroma rondom tumor

Oncologie en conventionele (SPECT) beeldvorming
Schildklier- en bijschildkliertumoren
• 131
I (of 123I)→ opsporing gedifferentieerde schildkkliertumoren door whole-body opname
o Voor opsporing gezwel bijschildklier → combinatie onderzoek

Carcinoïd tumoren en medullair schildkliercarcinoom
• Meta-iodobenzylguanide (MIBG) gelabeld met zelfde als bij schildklier
o = noradrenaline analoog → opsporing tumor uit neurale lijst (oorsprong embryonaal)
• Meeste neurale lijst tumoren ook met Ga-Donatate opspoorbaar
• Geen bescherming van schildklier nodig door beperkte dissociatie moedermolecule

Sentinel-node scintigrafie
• Schildwachtersklier – of sentinel node scintigrafie = bekendste
• Eerst drainerende lymfeknoop → geen tumorcellens
o Volgende nodes ook niet → regionaal lymfeklierstelsel = ziektevrij
o Volstaat om sentinel node op te zoeken
• Vooral toegepast bij borstcarcinoom en melanoom
o Peritumorale/intradermale injectie van radioactief gemerkt nanocolloïd
o Brengt sentinelklier preoperatief in beeld
• Radiotracer 99mTc-nanocolloïd
o Volg lymferoutes vanaf injectieplek
o In sentinel node gefagocyteerd door macrofagen
o Urenlang detecteerbaar
o Sentinel node kan dan preoperatief gelokaliseerd worden met gammaprobe
• Chirurg kan sentinel node verwijderen voor histologisch onderzoek
o Enkele min. Preoperatief kleurstof inspuiten → 2 manieren voor lokalisatie mogelijk
▪ Via geluid en via het oog
• Door SPECT-CT anatomische positie in beeld brengen

, 4. Moleculaire beeldvorming van infectie en inflammatie
Gemerkte witte-bloedcel scintigrafie
• 99m
Tc of 111In gebruikt om WBC te merken
o Gekoppeld aan HMPAO om met hoge efficiëntie te merken
• Merking kan in vivo of na bloedafname in vitro
• Hoge specificiteit, maar niet 100%
o Normaal beenmerg kan ook product opnemen → voorzichtig zijn bij nieuwe
botvorming
o Bij infectie wervelkolom → WBC SPECT en CT is suboptimaal
→ bij voordkeur met FDG PET uitgevoerd

FDG PET bij infectie en inflammatie
• WBC → vertonen verhoogd glucoseverbruik
o Ook mogelijk via 18F-FDG
o Minder voorbereiding dan in vitro WBC merking
o Beeld met hogere resolutie
• FDG PET laat detectie van inflammatie en tumoren toe → bredere differentiaaldiagnose
• Vroegdiagnose van
o Koorts van onbekende oorsprong
▪ >38,3°C
▪ Na 2 weken of 3 dagen hospitalisatie behandeling
▪ Na uitsluiting van meest infectieuze aandoeningen via 1ste lijnstesten
▪ Diagnose opbrengst = 50%
o Septicemie of bacteriëmie van onbekende oorsprong
▪ Pt. Met hartkleplijden, druggebruik, recente operatie
o Perefere osteomyelitis
o Sarcoïdose
o Vasculitis-polymyalgia rheumatica
▪ Gestegen ESR of CPR, vasculaire inflammatie
▪ Vaak voorkomend verschijnsel
▪ Reuzencelarteritits

5. Moleculaire beeldvorming van de hersenen
Basisprincipes
• Perfusie en metabolisme bepalen → algemene maat neuronale activiteit
• Specifieke processen kwantitatief en selectief in beeld brengen
o Bepalen neurotransmissie
o Pathologische eiwitdepositiees
o Andere mediatoren (vb inflammatie)
• Hersenen
o Obligaat afhankelijk van glucose
o Groot bereik aan zuurstofextractie uit bloedbaan
o Gebied meer doorbloed → hoger metabolisme
• Hersenperfusie
o Door SPECT
€3,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
klarabukasa

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
klarabukasa Katholieke Universiteit Leuven
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
4
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
1
Documenten
13
Laatst verkocht
11 maanden geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen