Samenvatting RZL: levensbeschouwelijke vorming 1

Inhoud
0. introductie...................................................................................................................... 2

1. being............................................................................................................................... 2

2. thinking........................................................................................................................... 4

3. relating......................................................................................................................... 16

4. collaborating................................................................................................................. 19

5. acting/handelen............................................................................................................ 23

,0. INTRODUCTIE

 RZL = religie, zingeving & levensbeschouwing
 Religie: 1 van de vele vormen van zingeving of het zoeken naar betekenisvolle
verbindingen
o In bredere zin: een meer algemene vorm van spiritualiteit, gevoelens,
gedachten met betrekking tot de zin van het leven
o Verschilt van geloof
 Zingeving: het zoeken naar de zin, bedoeling of doel van het leven of van grote
gebeurtenissen in het leven; of het trachten dit doel zelf te scheppen
 Levensbeschouwing: een visie op het leven; wa leven betekent, wat de waarde
ervan is & hoe het geleefd moet worden
o Religieuze levensbeschouwing: bestaan van 1 of meer goden centraal &
antwoorden op vragen die daaruit voortvloeien
o Seculiere levensbeschouwingen: mens of maatschappij centraal & wordt
het bestaan van goden doorgaans buiten beschouwing gelaten
 Inner development goals (IDG):
o Being
o Thinking
o Relating
o Collaborating
o Acting


1. BEING

= relatie tot jezelf

 Het cultiveren van ons innerlijk leven en het ontwikkelen en verdiepen van onze
relatie met onze gedachten, gevoelens en ons lichaam helpen ons om aanwezig,
intentioneel en niet-reactief te zijn wanneer we geconfronteerd worden met
complexiteit
o Innerlijk kompas
o Integriteit & authenticiteit
o Openheid & leermindset
o Zelf bewustzijn
o Aanwezigheid


ISABELLA BAUMFREE (SOJOURNER TRUTH)

 Werd in 1797 geboren in de slavernij

,  Werd na haar vrijlating in 1827 actief in de feministische & antislavernij
bewegingen
 In 1851 hield ze op een vrouwenrechtenbijeenkomst in Ohio haar beroemde
toespraak ‘Ain’t i a Woman?’
o Kritiek uitte op vrouwenrechten
 Ze herkende zich niet in de eisen die werden gesteld door witte vrouwen


INTERSECTIONALITEIT

Kimberlé Crenshaw

 Feministische Amerikaanse jurist die de term “intersectionaliteit” in 1989
onderzocht
 Aanleiding: een Amerikaanse rechter slaagt er niet in om te bepalen of groep
zwarte vrouwen gediscrimineerd wordt op de werkvloer vanwege hun gender of
huidskleur
o ≠ onderdrukkingsmechanismen, zoals seksisme & racisme spelen op elkaar
in & kunnen elkaar zelfs mogelijkerwijs versterken
 Haar tekst ‘on intersectionality’ waarschuwt voor blindheid voor aspecten die
benadeelde of geprivilegieerde positie kunnen creëren
 Structurele intersectionaliteit: individuele ervaringen van discriminatie die
voortvloeien uit structurele ongelijkheden
 Politieke intersectionaliteit: onderzoekt hoe wisselwerking tussen ≠ vormen
van ongelijkheid op politiek & institutioneel niveau aangepakt of juist gecreëerd
wordt
 Representatieve intersectionaliteit: analyseert de culturele constructie die
specifieke intersectionele identiteiten representatieve autoriteit voor sociale groep
toeschrijft, waardoor andere onzichtbaar worden gemaakt

Intersectioneel denken

 = kruispuntdenken: ≠ aspecten van
iemands sociale identiteit die de
maatschappelijke positie van deze persoon
bepaalt
 Iemand die zich op kruispunt bevindt waar
meerdere discriminatiegronden samenkomen
is sterker benadeeld & loopt meer risico op
discriminatie op
 Identiteit wordt getoond als een samenstelling
van ≠ deelidentiteiten