SAMENVATTING:
GEZONDHEIDSBEVORDERING
EN ZELFMANAGEMENT
Sassen, B. (2018). Gezondheidsbevordering en zelfmanagement: Door
verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten (8e herziene druk). Houten: Bohn
Stafleu van Loghum.
,Inhoudsopgave
H-1 GEZONDHEID, GEZONDHEIDSINDICATOREN EN VOLKSGEZONDHEID ................................................ 4
1.1 .......................................................................................................................................................... 4
1.2 ICF .................................................................................................................................................... 4
1.3 GEZONDHEIDSINDICATOREN EN VOLKSGEZONDHEID....................................................................................... 5
1.4 EPIDEMIOLOGIE .................................................................................................................................... 5
1.5 VEELVOORKOMENDE GEZONDHEIDSINDICATOREN ......................................................................................... 6
1.6 MULTIMORBIDITEIT ............................................................................................................................... 6
1.7 .......................................................................................................................................................... 6
H-2 GEZONDHEID, GEZONDHEIDSRISICO’S EN VOLKSGEZONDHEID IN KAART BRENGEN. ........................ 8
2.1 .......................................................................................................................................................... 8
2.2 ........................................................................................................................................................ 10
2.3 .......................................................................................................................................................... 0
2.4 EXOGENE GEZONDHEIDSDETERMINANT FYSIEKE OMGEVING ............................................................................. 0
2.5 .......................................................................................................................................................... 1
2.6 .......................................................................................................................................................... 2
H-3 PREVENTIE BINNEN DE VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSUITOEFENING ................................................. 3
3.1 DOEL VAN PREVENTIE ............................................................................................................................. 3
3.2 UNIVERSELE, PRIMAIRE PREVENTIE ............................................................................................................ 3
3.3 SELECTIEVE, GEÏNDICEERDE EN SECUNDAIRE PREVENTIE................................................................................... 3
3.4 ZORGGERELATEERDE, TERTIAIRE PREVENTIE ................................................................................................. 4
3.5 HET COMBINEREN VAN VORMEN VAN PREVENTIE .......................................................................................... 4
3.6 NIVEAUS VAN PREVENTIE – INDIVIDUELE EN COLLECTIEVE PREVENTIE ................................................................. 4
3.7 PREVENTIE EN (DE COMPLEXITEIT VAN) GEZONDHEIDSGEDRAG ......................................................................... 5
H-5 GEZONDHEIDSBEVORDERING EN GEZONDHEIDSVOORLICHTING DOOR VERPLEEGKUNDIGEN .......... 6
5.1 RELATIE GEZONDHEIDSBEVORDERING EN GEZONDHEIDSVOORLICHTING .............................................................. 6
5.2 INTENTIONELE EN FACILITERENDE GEZONDHEIDSVOORLICHTING ........................................................................ 7
5.3 SYSTEMATIEK, DOELGERICHTHEID EN PLANMATIGHEID VAN GEZONDHEIDSVOORLICHTING ....................................... 7
5.4 INTERVENTION MAPPING – PLANNINGSMODEL VOOR INTENTIONELE GEZONDHEIDSVOORLICHTING ........................... 8
5.5 INTERVENTION MAPPING STAP 1 – ANALYSE VAN HET GEZONDHEIDSPROBLEEM ................................................ 11
5.5 INTERVENTION MAPPING STAP 1 – ANALYSE VAN HET GEZONDHEIDSPROBLEEM ................................................. 11
5.6 INTERVENTION MAPPING STAP 1 – ANALYSE VAN LEEFSTIJL & GEDRAG ............................................................ 12
H-6 PATIËNTENVOORLICHTING EN HET BEVORDEREN VAN ZELFMANAGEMENT DOOR
VERPLEEGKUNDIGEN ............................................................................................................................ 16
6.1 ZIEKTEPREVENTIE, PATIËNTENVOORLICHTING EN ZELFMANAGEMENT ............................................................... 16
6.4 EFFECTEN VAN HET BEVORDEREN VAN ZELFMANAGEMENT – PATIËNTTEVREDENHEID ........................................... 19
6.5 EFFECTEN VAN HET BEVORDEREN VAN ZELFMANAGEMENT – CONCORDANCE ..................................................... 19
6.6 EFFECTEN VAN HET BEVORDEREN VAN ZELFMANAGEMENT – BEGRIJPEN EN ONTHOUDEN ..................................... 20
6.7 EFFECTEN VAN HET BEVORDEREN VAN ZELFMANAGEMENT – WELBEVINDEN VAN DE PATIËNT ................................ 21
6.8 EFFECTEN VAN HET BEVORDEREN VAN ZELFMANAGEMENT – PATIËNTPARTICIPATIE ............................................. 21
,6.9 EFFECTEN VAN HET BEVORDEREN VAN ZELFMANAGEMENT – SHARED DECISION-MAKING ...................................... 22
6.10 EFFECTEN VAN HET BEVORDEREN VAN ZELFMANAGEMENT – EFFECTIEF ZELFMANAGEMENT ................................. 22
Dit is dus een samenvatting van de stof die ik moest leren voor mijn opleiding tot HBO-V
Dit betekent dat niet het HELE boek is samengevat, maar een aantal hoofdstukken/paragrafen daarvan. In
de inhoudsopgave zal duidelijk te zien zijn wat er allemaal is samengevat.
Samenvattingen van:
• H-1
• H-2
• H-3
• H-5
• H-6
Boek volgens APA:
Sassen, B. (2018). Gezondheidsbevordering en zelfmanagement: Door verpleegkundigen en
verpleegkundig specialisten (8e herziene druk). Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
*DIT ZIJN ALS HET GOED IS OOK ALLE HOOFDSTUKKEN DIE JE MOET WETEN VOOR KT6 IN
HET 4E JAAR!(mocht je HBO-V studeren aan de HU)
, H-1 Gezondheid, gezondheidsindicatoren en volksgezondheid
1.1
-Genezen van mensen
-Bevorderen gezondheid heeft meer aandacht gekregen door de jaren heen.
-Gezondheid heeft deze aspecten:
1. Waarderend
2. Normerend
3. Cultureel
De verschillende visies op gezondheid:
1.Medische monocausale visie
Bij afwezigheid van ziekte en lichaamsgebrek ben je gezond. Bij monocausaal is er één oorzaak van de ziekte. Is
het aanwijsbaar, dan ben je ziek. Is het niet aanwijsbaar, dan ben je niet ziek. Deze visie schiet wel tekort aan
de tegenwoordige ziektes.
2.Biologische visie
Iemand is gezond als hij in staat is onder wisselende externe omstandigheden zijn interne milieu constant te
houden. Dit proces van het instand houden van het interne milieu wordt homestase genoemd.
3. Psychologische visie
Iemand is gezond als hij zijn zelf gestelde doelen kan behalen en zich kan voorzien in zijn geestelijke behoeftes.
Je bent ziek bij het niet bevredigen van je geestelijke behoeften. Je bent gezond bij lichaamsgebrek of bij een
ziekte. Bij de psychologie is er sprake van een individuele benadering.
4. Sociale visie
Iemand is gezond als hij zijn sociale rollen in de maatschappij kan vervullen binnen de waarden en normen die
gelden in de samenleving. Hier staat het maatschappelijk functioneren centraal. Je bent ziek als je niet in staat
bent om je aan te passen en te gedragen naar de heersende normen en waarden van je cultuur.
5. Humane multicausale visie
Het mens is meer dan alleen lichaam. Je bent gezond als je je psychisch, sociaal en mentaal goed voelt. Het is
dus meer dan niet ziek zijn.
6. Dynamische visie
Iemand is gezond als er balans is met zichzelf en met zijn externe milieu. Gezondheid is het vermogen om zich
aan te passen aan psychische, sociale en fysieke factoren die invloed op je hebben. Het zelf regie hebben hoort
ook bij deze visie.
1.2 ICF
De ICF is een classificatie van de gezondheid en gezondheid gerelateerde domeinen.
- Geeft weer hoe men met hun gezondheid omgaat.
- Plaatst gezondheid in de context van omgevingsfactoren.
- De gezondheid wordt bekeken vanuit een bio-psychosociaal model, en wordt de mens gezien als
holistische eenheid.
- Bio-psychosociale factoren staan in relatie met de fysieke en maatschappelijke omgevingsfactoren.
- Neemt gezondheidsprobleem van de patiënt of patiëntengroep als uitgangspunt.
Vanuit het gezondheidsprobleem wordt gekeken naar de stoornissen, beperkingen en participatieproblemen
die voortkomen uit het gezondheidsprobleem.
- Stoornissen hangen samen met lichaamsfuncties en anatomische eigenschappen.
- Beperkingen hangen samen met de activiteiten die de patiënt kan uitvoeren.
- De participatieproblemen hangen samen met de mate waarin de patiënt kan participeren.
GEZONDHEIDSBEVORDERING
EN ZELFMANAGEMENT
Sassen, B. (2018). Gezondheidsbevordering en zelfmanagement: Door
verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten (8e herziene druk). Houten: Bohn
Stafleu van Loghum.
,Inhoudsopgave
H-1 GEZONDHEID, GEZONDHEIDSINDICATOREN EN VOLKSGEZONDHEID ................................................ 4
1.1 .......................................................................................................................................................... 4
1.2 ICF .................................................................................................................................................... 4
1.3 GEZONDHEIDSINDICATOREN EN VOLKSGEZONDHEID....................................................................................... 5
1.4 EPIDEMIOLOGIE .................................................................................................................................... 5
1.5 VEELVOORKOMENDE GEZONDHEIDSINDICATOREN ......................................................................................... 6
1.6 MULTIMORBIDITEIT ............................................................................................................................... 6
1.7 .......................................................................................................................................................... 6
H-2 GEZONDHEID, GEZONDHEIDSRISICO’S EN VOLKSGEZONDHEID IN KAART BRENGEN. ........................ 8
2.1 .......................................................................................................................................................... 8
2.2 ........................................................................................................................................................ 10
2.3 .......................................................................................................................................................... 0
2.4 EXOGENE GEZONDHEIDSDETERMINANT FYSIEKE OMGEVING ............................................................................. 0
2.5 .......................................................................................................................................................... 1
2.6 .......................................................................................................................................................... 2
H-3 PREVENTIE BINNEN DE VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSUITOEFENING ................................................. 3
3.1 DOEL VAN PREVENTIE ............................................................................................................................. 3
3.2 UNIVERSELE, PRIMAIRE PREVENTIE ............................................................................................................ 3
3.3 SELECTIEVE, GEÏNDICEERDE EN SECUNDAIRE PREVENTIE................................................................................... 3
3.4 ZORGGERELATEERDE, TERTIAIRE PREVENTIE ................................................................................................. 4
3.5 HET COMBINEREN VAN VORMEN VAN PREVENTIE .......................................................................................... 4
3.6 NIVEAUS VAN PREVENTIE – INDIVIDUELE EN COLLECTIEVE PREVENTIE ................................................................. 4
3.7 PREVENTIE EN (DE COMPLEXITEIT VAN) GEZONDHEIDSGEDRAG ......................................................................... 5
H-5 GEZONDHEIDSBEVORDERING EN GEZONDHEIDSVOORLICHTING DOOR VERPLEEGKUNDIGEN .......... 6
5.1 RELATIE GEZONDHEIDSBEVORDERING EN GEZONDHEIDSVOORLICHTING .............................................................. 6
5.2 INTENTIONELE EN FACILITERENDE GEZONDHEIDSVOORLICHTING ........................................................................ 7
5.3 SYSTEMATIEK, DOELGERICHTHEID EN PLANMATIGHEID VAN GEZONDHEIDSVOORLICHTING ....................................... 7
5.4 INTERVENTION MAPPING – PLANNINGSMODEL VOOR INTENTIONELE GEZONDHEIDSVOORLICHTING ........................... 8
5.5 INTERVENTION MAPPING STAP 1 – ANALYSE VAN HET GEZONDHEIDSPROBLEEM ................................................ 11
5.5 INTERVENTION MAPPING STAP 1 – ANALYSE VAN HET GEZONDHEIDSPROBLEEM ................................................. 11
5.6 INTERVENTION MAPPING STAP 1 – ANALYSE VAN LEEFSTIJL & GEDRAG ............................................................ 12
H-6 PATIËNTENVOORLICHTING EN HET BEVORDEREN VAN ZELFMANAGEMENT DOOR
VERPLEEGKUNDIGEN ............................................................................................................................ 16
6.1 ZIEKTEPREVENTIE, PATIËNTENVOORLICHTING EN ZELFMANAGEMENT ............................................................... 16
6.4 EFFECTEN VAN HET BEVORDEREN VAN ZELFMANAGEMENT – PATIËNTTEVREDENHEID ........................................... 19
6.5 EFFECTEN VAN HET BEVORDEREN VAN ZELFMANAGEMENT – CONCORDANCE ..................................................... 19
6.6 EFFECTEN VAN HET BEVORDEREN VAN ZELFMANAGEMENT – BEGRIJPEN EN ONTHOUDEN ..................................... 20
6.7 EFFECTEN VAN HET BEVORDEREN VAN ZELFMANAGEMENT – WELBEVINDEN VAN DE PATIËNT ................................ 21
6.8 EFFECTEN VAN HET BEVORDEREN VAN ZELFMANAGEMENT – PATIËNTPARTICIPATIE ............................................. 21
,6.9 EFFECTEN VAN HET BEVORDEREN VAN ZELFMANAGEMENT – SHARED DECISION-MAKING ...................................... 22
6.10 EFFECTEN VAN HET BEVORDEREN VAN ZELFMANAGEMENT – EFFECTIEF ZELFMANAGEMENT ................................. 22
Dit is dus een samenvatting van de stof die ik moest leren voor mijn opleiding tot HBO-V
Dit betekent dat niet het HELE boek is samengevat, maar een aantal hoofdstukken/paragrafen daarvan. In
de inhoudsopgave zal duidelijk te zien zijn wat er allemaal is samengevat.
Samenvattingen van:
• H-1
• H-2
• H-3
• H-5
• H-6
Boek volgens APA:
Sassen, B. (2018). Gezondheidsbevordering en zelfmanagement: Door verpleegkundigen en
verpleegkundig specialisten (8e herziene druk). Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
*DIT ZIJN ALS HET GOED IS OOK ALLE HOOFDSTUKKEN DIE JE MOET WETEN VOOR KT6 IN
HET 4E JAAR!(mocht je HBO-V studeren aan de HU)
, H-1 Gezondheid, gezondheidsindicatoren en volksgezondheid
1.1
-Genezen van mensen
-Bevorderen gezondheid heeft meer aandacht gekregen door de jaren heen.
-Gezondheid heeft deze aspecten:
1. Waarderend
2. Normerend
3. Cultureel
De verschillende visies op gezondheid:
1.Medische monocausale visie
Bij afwezigheid van ziekte en lichaamsgebrek ben je gezond. Bij monocausaal is er één oorzaak van de ziekte. Is
het aanwijsbaar, dan ben je ziek. Is het niet aanwijsbaar, dan ben je niet ziek. Deze visie schiet wel tekort aan
de tegenwoordige ziektes.
2.Biologische visie
Iemand is gezond als hij in staat is onder wisselende externe omstandigheden zijn interne milieu constant te
houden. Dit proces van het instand houden van het interne milieu wordt homestase genoemd.
3. Psychologische visie
Iemand is gezond als hij zijn zelf gestelde doelen kan behalen en zich kan voorzien in zijn geestelijke behoeftes.
Je bent ziek bij het niet bevredigen van je geestelijke behoeften. Je bent gezond bij lichaamsgebrek of bij een
ziekte. Bij de psychologie is er sprake van een individuele benadering.
4. Sociale visie
Iemand is gezond als hij zijn sociale rollen in de maatschappij kan vervullen binnen de waarden en normen die
gelden in de samenleving. Hier staat het maatschappelijk functioneren centraal. Je bent ziek als je niet in staat
bent om je aan te passen en te gedragen naar de heersende normen en waarden van je cultuur.
5. Humane multicausale visie
Het mens is meer dan alleen lichaam. Je bent gezond als je je psychisch, sociaal en mentaal goed voelt. Het is
dus meer dan niet ziek zijn.
6. Dynamische visie
Iemand is gezond als er balans is met zichzelf en met zijn externe milieu. Gezondheid is het vermogen om zich
aan te passen aan psychische, sociale en fysieke factoren die invloed op je hebben. Het zelf regie hebben hoort
ook bij deze visie.
1.2 ICF
De ICF is een classificatie van de gezondheid en gezondheid gerelateerde domeinen.
- Geeft weer hoe men met hun gezondheid omgaat.
- Plaatst gezondheid in de context van omgevingsfactoren.
- De gezondheid wordt bekeken vanuit een bio-psychosociaal model, en wordt de mens gezien als
holistische eenheid.
- Bio-psychosociale factoren staan in relatie met de fysieke en maatschappelijke omgevingsfactoren.
- Neemt gezondheidsprobleem van de patiënt of patiëntengroep als uitgangspunt.
Vanuit het gezondheidsprobleem wordt gekeken naar de stoornissen, beperkingen en participatieproblemen
die voortkomen uit het gezondheidsprobleem.
- Stoornissen hangen samen met lichaamsfuncties en anatomische eigenschappen.
- Beperkingen hangen samen met de activiteiten die de patiënt kan uitvoeren.
- De participatieproblemen hangen samen met de mate waarin de patiënt kan participeren.
