samenvatting voeding voor ouderen - lifecycle

Inhoudsopgave
1. inleiding...................................................................................................................... 2

2. voedingsgerelateerde gevolgen van het ouder worden................................................2
2.1 veranderingen van de zintuigelijke gewaarwording......................................................................3
2.2veroudering van mond en tanden..................................................................................................... 3
2.3 veranderingen in maagdarmkanaal............................................................................................... 3
2.4 veranderingen in de glucose tolerantie........................................................................................... 4
2.5 veranderingen in de spiermassa...................................................................................................... 5
2.6 veranderingen in de waterhuishouding..........................................................................................5
2.7 veranderingen in de Calcium en vitamine d stofwisseling.............................................................5

3. voedingsbehoefte macronutrienten............................................................................5
3.1 energie............................................................................................................................................... 6
3.2 eiwitten.............................................................................................................................................. 6
3.3 vetten................................................................................................................................................. 6
3.4 koolhydraten..................................................................................................................................... 7
3.5 vezels.................................................................................................................................................. 7
3.6 vocht................................................................................................................................................... 7

4. voedingsbehoefte vitaminen.......................................................................................8

5. voedingsbehoefte mineralen.......................................................................................9
5.1 calcium............................................................................................................................................... 9
5.2 ijzer.................................................................................................................................................... 9
5.3 magnesium........................................................................................................................................ 9
5.4 zink................................................................................................................................................... 10
5.5 overzicht........................................................................................................................................... 10

6. praktische voedingsaanbevelingen............................................................................10

7. klachten/problemen bij bejaarden.............................................................................11

8. osteoporose............................................................................................................... 13

, OUDEREN
1. INLEIDING

Wanneer is iemand bejaard?
- Vroeger 65 jaar, pensioenleeftijd
- Nu??

Ouderen (60+)
- 3e leeftijd = jong bejaard (65-75 jaar)
- 4e leeftijd = hoog bejaard (> 75 jaar)

Levensverwachting is laatste jaren enorm gestegen
- Mannen: 79,5 jaar
- Vrouwen: 83,8 jaar

Vergrijzing van de bevolking
- Vergrijzing = bevolking 65 jaar en ouder/totale bevolking
- Verzilvering = bevolking > 80 jaar/bevolking > 65 jaar
= toenemend aandeel oudere ouderen binnen het segment van de oudere bevolking
- Stijgende vergrijzing
o Meer problemen met de gezondheid
o Minder autonomie van hoogbejaarden
- Gezondheid ouderen komt vaak negatief in beeld
- Pas na 60-jarige leeftijd meer gezondheidsproblemen
o Toename chronsche aandoeningen
- Ouderen willen zo lang mogelijk onafhankelijk blijven -> aangepaste voeding is dus belangrijk
om
o De vitaliteit van de gezonden te beschermen
o Verdere complicaties bij minder gezonde ouderen te voorkomen
o Het herstel in acute ziektefase bevorderen
o Het optreden van bepaalde ziektes met ernstige gevolgen vertragen
o Nefaste gevolgen van een verminderde spierkracht en verzwakt beendergestel voor
een deel op te vangen
o Via een evenwichtige aanvoer van energie, eiwitten en micronutrienten het
infectierisico beperken


2. VOEDINGSGERELATEERDE GEVOLGEN VAN HET OUDER WORDEN

Veranderingen door verouderen
- Continu proces van veranderingen
- Vooral tussen 40ste en 60ste levensjaar
- Gepaard met geleidelijk aan minder efficient functioneren (maagdarmkanaal, hart en longen)
o Door afnemende actieve celmassa
o Minder efficiente celactiviteit
- Kenmerkend voor fysiologie van het verouderen is verlies van reservecapaciteit om de
homeostase te handhaven