ADL: Pre- en postoperatieve zorg
1. Soorten ingrepen
1.1 Diagnostische ingreep
= Op basis van de resultaten tijdens de ingreep, wordt beslist wat ze gaan doen
o Voorbeelden: Curettage, biopsie, laparoscopie
1.1 Endoscopische ingreep
= Via kleine insneden of via natuurlijke opening, endoscoop inbrengen
o Voorbeelden: liesbreuk, appendectomie
1.1 Exploratieve ingreep
= Diagnose stellen en onmiddellijke ingreep
o Voorbeeld: buitenbaarmoederlijke zwangerschap
1.1 Curatieve ingreep
= Zieke weefsel of orgaan wordt weggenomen of defect lichaamsdeel vervangen of herstellen
Doel: de patiënt te genezen van de kwaal of complicaties ervan
o Voorbeelden: appendectomie, tumor, heupprothese, tonsillectomie (amandelen: bestrijden MO), liesbreuk
1.1 Palliatieve ingreep
= Klachten verminderen, symptomen behandelen, geen causale behandeling
o Voorbeelden: Stoma, stent
1.1 Plastische ingrepen
Reconstructieve chirurgie
o Aangeboren defecten
Hazenlip
Septumdefect
o Voorbeeld: Atriumseptumdefect (ASD) (hartafwijking, waarbij
scheidingswand tussen de 2 boezems van het hart een gaatje zit)
o Trauma
Oncologische oorsprong
Brandwonden
Littekencorrecties
o Transgenderoperaties
Esthetische chirurgie
= Louter aangewend vanuit esthetische overwegingen
o Voorbeelden: borstvergroting, facelift, liposuctie
1. Terminologie: heelkundige ingrepen
, 1.1 Ectomie of resectie
= Wegnemen van organen
o Voorbeeld: appendectomie
1.1 – Tomie
= Insneden in een weefsel of lichaamsdeel
o Voorbeelden: laparotomie (insneden in de buik), thoraxtomie (insneden in de thorax)
1.1 – Stomie
= Ingreep waarbij een abnormale monding wordt aangebracht t.h.v. de huid omdat een orgaan in contact staat
met de buitenzijde van het lichaam
o Voorbeelden: Colostomie (dikke darm), gastrostomie (maag), urostomie (urineleider),
iliostomie (dunne darm)
1.1 – Dese
= Vastzetten van gewrichten met osteosynthesemateriaal (bv. Enkel/rug,)
Desis = fixeren van een verbinding (bv. Arthrodesis)
1.1 – Scopie
= een onderzoek waarbij de arts de binnenkant van de organen bekijkt
o Voorbeelden: Endoscopie, laparoscopie (LS herstelt sneller dan LT)
1.1 – Plastie
= een correctie van een weefsel of orgaan
o Voorbeelden: vaginoplastie, abdominoplastie
1.1 – Greffe
= plaatsen van donorweefsel om een defect te herstellen
1. Soorten ingrepen
1.1 Diagnostische ingreep
= Op basis van de resultaten tijdens de ingreep, wordt beslist wat ze gaan doen
o Voorbeelden: Curettage, biopsie, laparoscopie
1.1 Endoscopische ingreep
= Via kleine insneden of via natuurlijke opening, endoscoop inbrengen
o Voorbeelden: liesbreuk, appendectomie
1.1 Exploratieve ingreep
= Diagnose stellen en onmiddellijke ingreep
o Voorbeeld: buitenbaarmoederlijke zwangerschap
1.1 Curatieve ingreep
= Zieke weefsel of orgaan wordt weggenomen of defect lichaamsdeel vervangen of herstellen
Doel: de patiënt te genezen van de kwaal of complicaties ervan
o Voorbeelden: appendectomie, tumor, heupprothese, tonsillectomie (amandelen: bestrijden MO), liesbreuk
1.1 Palliatieve ingreep
= Klachten verminderen, symptomen behandelen, geen causale behandeling
o Voorbeelden: Stoma, stent
1.1 Plastische ingrepen
Reconstructieve chirurgie
o Aangeboren defecten
Hazenlip
Septumdefect
o Voorbeeld: Atriumseptumdefect (ASD) (hartafwijking, waarbij
scheidingswand tussen de 2 boezems van het hart een gaatje zit)
o Trauma
Oncologische oorsprong
Brandwonden
Littekencorrecties
o Transgenderoperaties
Esthetische chirurgie
= Louter aangewend vanuit esthetische overwegingen
o Voorbeelden: borstvergroting, facelift, liposuctie
1. Terminologie: heelkundige ingrepen
, 1.1 Ectomie of resectie
= Wegnemen van organen
o Voorbeeld: appendectomie
1.1 – Tomie
= Insneden in een weefsel of lichaamsdeel
o Voorbeelden: laparotomie (insneden in de buik), thoraxtomie (insneden in de thorax)
1.1 – Stomie
= Ingreep waarbij een abnormale monding wordt aangebracht t.h.v. de huid omdat een orgaan in contact staat
met de buitenzijde van het lichaam
o Voorbeelden: Colostomie (dikke darm), gastrostomie (maag), urostomie (urineleider),
iliostomie (dunne darm)
1.1 – Dese
= Vastzetten van gewrichten met osteosynthesemateriaal (bv. Enkel/rug,)
Desis = fixeren van een verbinding (bv. Arthrodesis)
1.1 – Scopie
= een onderzoek waarbij de arts de binnenkant van de organen bekijkt
o Voorbeelden: Endoscopie, laparoscopie (LS herstelt sneller dan LT)
1.1 – Plastie
= een correctie van een weefsel of orgaan
o Voorbeelden: vaginoplastie, abdominoplastie
1.1 – Greffe
= plaatsen van donorweefsel om een defect te herstellen