100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Immunologie en Virologie

Beoordeling
5,0
(1)
Verkocht
5
Pagina's
24
Geüpload op
05-01-2019
Geschreven in
2018/2019

De samenvatting bevat alle benodigde leerstof van de hoofdstukken: Rijkers: H1, 2, 3, 4, 5, 7 en 8 Campbell: H26, 47 Brock: H8, 9, 28, 29 De samenvatting is in het Nederlands, met soms Engelse termen vanuit Brock/Campbell/Rijkers, maar altijd uitleg in het Nederlands erachter.

Meer zien Lees minder
Instelling
Vak










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Gekoppeld boek

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
H1, 2, 3, 4, 5, 7, 8
Geüpload op
5 januari 2019
Aantal pagina's
24
Geschreven in
2018/2019
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Samenvatting Virologie & Immunologie
Campbell H26
- Virus: heeft klein nucleïnezuur genoom (ssDNA/RNA, dsDNA/RNA), verpakt in een eiwit
capsid en soms ook in virale envelop.
- Phagen repliceren door 2 mechanismen:
o Lytische cyclus: Virulent/temperate phage, vernietiging van gastheer DNA, productie
phagen, lysis van gastheercel.
o Lysogenische cyclus: temperate phage, genoom integratie in bacterieel chromosoom
(prophage)  ook aanwezig in dochtercellen en kan geïnduceerd worden om het
chromosoom te verlaten en een lytische cyclus te starten.
- Provirus: Retrovirus dat omgezet RNA in DNA laat integreren in het genoom van de gastheer.
- Omdat virussen alleen kunnen repliceren in cellen, zijn ze ontstaan nadat de eerste cellen
ontstonden.
- Vaccinaties stimuleren het immuunsysteem om de gastheer te beschermen tegen specifieke
virussen.
- Epidemie: een wijdverspreide uitbraak van een ziekte over een bepaald gebied.
- Pandemie: een wereldwijde epidemie.
- Virussen komen plantcellen binnen door beschadigde wandcellen (horizontale transmissie)
of door overerving van ouder (verticale transmissie).
- Viroids: RNA-moleculen welke planten infecteren en de groei van planten verstoren.
- Prions: langzame, bijna onverwoestbare eiwitten welke hersenziekten in gewervelden
kunnen veroorzaken.

Brock H8.1-8.4 + 8.9-8.11
- Virion: nucleïnezuur dat codeert voor replicatie met een extracellulair omhulsel. Het virion
repliceert in een gastheercel (infectie).
- Capsid: eiwitlaag om het virion heen, bestaat uit capsomeren.
- Bacteriële virussen zijn ‘naked’, maar dierlijke virussen hebben nog een laag met eiwitten en
vetten: envelope.
- Nucleocapsid: de capsid met het nucleïnezuur samen.
- Wanneer een virion in de gastheercel is gekomen, kunnen er 2 events gebeuren:
o Virulent (lytic) infection: het virus repliceert en vernietigd de gastheercel en
repliceert verder in nieuwe cellen
o Lysogenic infection: de gastheercel wordt niet vernietigd, maar is genetisch
veranderd, omdat het virale genoom
onderdeel is geworden van het genoom van
de gastheercel
- Virussen bevatten ss- of ds- RNA of DNA, het
genoom kan lineair of circulair zijn en ss
nucleïnezuren kunnen de plus/minus strand zijn, de
gastheercel bevat dsDNA.
- Bacteriophages: bacteriële virussen.
- Self-assembly: het virion assembleert zelf vanuit
viral eiwitten  capsomeren en vervolgens capsids.
- Symmetrische virale structuren:
o Staafvormig  helicale symmetrie
o Bolvormig  icosahedral symmetrie 
minder capsomeren nodig.
- Neuraminidases: vernietigen glycoeiwitten en
glycolipiden van dierlijke bindweefselcellen.

,- RNA replicase: RNA-polymerase in RNA-virussen  replicatie van het virale RNA-genoom en
produceren viraalspecifiek mRNA.
- Retrovirussen: ongewone RNA-virussen die repliceren via DNA intermediates  nodig om
van RNA, DNA te maken en vervolgens mRNA.
- Permessieve host: een gastheercel die de complete replicatie cyclus van een virus support.
- Virus life cycle van permessieve gastheer, duurt 8-40 uur van dierlijke virussen:
o Attachment (adsorptie) van de virion aan de gastheercel
o Penetration (injectie) van het virale nucleïnezuur van het virion in de gastheercel
o Synthesis van viraalnucleïnezuur en eiwitten door de
gastheercel
o Assembly van capsiden en packaging van virale genomen in
nieuwe virions
o Release van nieuwe virions vanuit de cel, cellen barsten open
- One-step growth curve: geen toename van virions tijdens de
replicatiecyclus totdat de cellen openbarsten en nieuwe virions in het
medium komen.
- Latent period: Eclipse phase: infectie van gastheercel, virion heet
geen virion meer, want nucleïnezuur zit niet meer in capsid.
Maturation phase: nieuwe virale nucleïnezuur zijn ingepakt in capsids, daarna burst size:
cellysis, budding of excretie van virions. Hierbij worden soms de eiwitten van de cel gebruikt
voor de envelop van de virions.
- Titer: het kwantificeren van het aantal infectieuze virions welke aanwezig zijn in een bepaald
volume vloeistof.
- Plaque: een zone van gelyseerde cellen op een plat oppervlak.
- Virussen kweken: in dierlijke orgaancellen met medium welke serum en antimicrobiële
stoffen bevat. Eerst wordt er op een bottom agar (nutriëntenagar) de top agar gestort; deze
bevat molten top agar, bacteriële cellen en verdunde phage suspensie (virions). Deze wordt
geïncubeerd en hierop ontstaan plaques  succesvolle virale infectie.
- Door het tellen van de plaques kan de titer bepaald worden  plaque-forming units/ml.
- Het nummer van plaque vorming is altijd lager dan de eigenlijke hoeveelheid viruspartikels
 efficiency <100%.
- Verschillende bacteriële virussen: Head-and-tail phages (dsDNA). Tail (T) is met collar
verbonden aan head. Aan het andere uiteinde zitten tailfibers die door de
peptidoglycaanlaag en het cytoplasmatisch membraan heen kunnen prikken.
- ss-genomen worden eerst omgezet in replicatieve vormen (dsDNA).
- Overlapping genes: kleine hoeveelheden DNA en RNA en coderen dus ook voor te weinig
genen, terwijl er meer eiwitten nodig zijn  oplossing: overlappende reading frames, meer
polypeptiden worden geproduceerd van een bepaald gen.
- 2 verschillen tussen bacteriële en dierlijke virussen:
o Het gehele virion van dierlijke virussen komt de gastheercel binnen i.p.v. alleen
nucleïnezuur
o Eukaryotische cellen bevatten een nucleus waar dierlijke virussen repliceren

, - Reovirussen: genoom van dsRNA!
- Dierlijke virussen kunnen 4 processen catalyseren in gastheercel:
o Virulent infection  lysis
o Latent infection  virus repliceert niet en cellen blijven ongedeerd (kan leiden tot
lytic infection)
o Persistent infection  virus replicatie en virus verlaat de cel langzaam via budding,
cel wordt niet gelyseerd
o Transformation  dierlijke virussen veranderen de normale cel in een tumorcel
- Retrovirussen: RNA-genoom (DNA intermediate nodig, RT)  kan kanker veroorzaken.
Bevatten Reverse transcriptase, Integrase, Protease. Het genoom is uniek: twee identieke
ssRNA (plus strand). Het genoom bestaat uit gag genen (structurele eiwitten), pol genen (RT
en integrase), env (envelope eiwitten) genen. Aan elk einde van het genoom komen
repeterende sequenties voor  virale replicatie.
- Replicatie retrovirus: Wanneer retrovirus een cel infecteert, wordt de envelop verwijderd en
RT begint in de nucleocapsid  ssDNA  RT  dsDNA  enters host nucleus with protease
 retroviraal DNA wordt in het genoom van gastheer geplaatst: provirus  virale DNA blijft
voor altijd in gastheergenoom, kan door RNA polymerase getranscribeerd worden om
kopieën van retrovirale RNA en mRNA te maken  nucleocapsiden worden geassembleerd
met 2 kopieën van retroviraal RNA  budding  volwassen virions verlaten de cel.
- Alle archaea virussen zijn dsDNA.
- Wanneer de hoeveelheid aanwezige gastheercellen groot is, passen bacteriophagen zich aan
aan een lytic lifestyle (lysis van gastheercel) en andersom.
- ssDNA en alle RNA virussen kunnen niet lysogenisch worden.
- Viral metagenome: de totale som van alle virusgenen in een bepaald milieu.

Brock H9.1-9.2
- Positieve (plus) strand virus: ss virus met nucleïnezuur strand die hetzelfde is als de mRNA
strand.
- Negatieve (minus) strand virus: ss virus met nucleïnezuur strand die het tegenovergestelde
is van de mRNA strand.
- Replicatieve vorm: intermediair dsDNA moet gemaakt worden  complementaire DNA
strand aan ssDNA strand.

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle reviews worden weergegeven
5 jaar geleden

5,0

1 beoordelingen

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
annes20 Wageningen University
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
22
Lid sinds
9 jaar
Aantal volgers
19
Documenten
0
Laatst verkocht
11 maanden geleden

4,4

5 beoordelingen

5
3
4
1
3
1
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen