klimaatverandering als oorzaak toename overstromingsrisico en wateroverlast,
effecten klimaatverandering voor Nederland:
- opwarming zet door (zachtere winters en warmere zomers)
- zeespiegel blijft stijgen
- onregelmatiger neerslagregiem (grotere verschillen in regenval in een jaar)
- groter overstromingsrisico
- perioden met watertekort
drietrapsstrategie: vasthouden (retentie) - bergen (opslaan) - afvoeren
vasthouden (retentie) wil zeggen dat neerslag wordt opgeslagen op de plaats waar het water
is gevallen, bijvoorbeeld in het oppervlaktewater en in de bodem (infiltreren) → wadi's:
brede greppels of laagliggende grasveldjes waar regenwater heen stroomt
bergen: als het water niet voldoende ter plaatse kan worden vastgehouden, moet het
worden geborgen in plassen, meren, kanalen of speciaal daarvoor ingerichte bekkens.
afvoeren: het water wordt via rivieren en kanalen naar een ander gebied gebracht.
- obstakelverwijdering
- uiterwaard afgraving
- dijkverlegging
watertoets: het is verplicht al bij de planning van werkzaamheden te overleggen met de
waterbeheerder om gevolgen in beeld te brengen.
waterschappen zijn verantwoordelijk voor het 'dagelijks' waterbeheer in de regio's.
(ook wel hoogheemraadschap genoemd)
de combinatie van bodemdaling en (absolute) zeespiegelstijging veroorzaakt een relatieve
zeespiegelstijging.
overstromingsrisico (= kans x schade) door
- zeespiegelstijging (gevolg van temperatuurstijging)
- bodemdaling
- onregelmatiger neerslagregiem
de Tweede Deltacommissie heeft in 2008 doelen gesteld om de waterveiligheid in
Nederland te garanderen: meer bescherming bieden op plaatsen waar sprake kan zijn van
grote groepen slachtoffers, grote economische schade en/of kwetsbare infrastructuur
→ waterkering(en): dam, dijk, stormvloedkering of keermuur die water tegen kan houden
overstromingsrisicobewustzijn: de mate waarin de inwoners van een gebied zich bewust
zijn van het overstromingsgevaar dat hen omringt en welk risico ze daarbij lopen.
, integraal waterbeleid: bij het waterbeheer wordt ook gelet op de naaste omgeving en de
belangen voor stad en platteland.
oorzaken verdroging in Nederland:
- klimaatverandering
- verlaging grondwaterstand
- toenemende watergebruik (door landbouw / huishoudens)
- onvoldoende tijd voor infiltering (door snelle afvoer / verharde ondergrond)
(oplossing → kwelwater: water dat via de ondergrond naar een ander gebied stroomt)
het (zoete) water gebruiken we voor:
drinkwater, landbouw, industrie, visserij/scheepvaart en voor de energievoorziening
om Nederland in de toekomst van voldoende (zoet)water te voorzien, moeten we:
- zuiniger omgaan met zoet water
- water opslaan voor droge tijden
- prioriteiten stellen waarvoor het water mag worden gebruikt
de landbouw kan besparen door druppelirrigatie of omgekeerde drainage toe te passen.
drainage:
overtollig grondwater wordt via een ondergronds buizenstelsel afgevoerd naar sloten.
omgekeerde drainage:
in drogere perioden wordt zo afgesteld dat het water in de buizen blijft staan.
er zijn drie oplossingen voor het watertekort: het waterpeil verhogen, gebieden anders
inrichten om de watervoorraad te vergroten en grote waterverbruikers te laten besparen.
Rijkswaterstaat: de overheidsdienst die het beleid (van het ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat) uitvoert op het gebied van veiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid.
bij een lage rivierafvoer neemt het risico op verzilting door een verminderende tegendruk
sterk toe.
prioriteiten stellen in perioden van droogte:
1. veiligheid en het voorkomen van onomkeerbare schade (bijv klei- en veendijken)
2. nutsvoorzieningen voor drinkwater en energie (bijv elektriciteitscentrales)
3. industrie en akkers
4. scheepvaart, natuur, waterrecreatie en de binnenvisserij