Samenvatting H8: Protostomia
Inhoud
8.1 Inleiding en systematische indeling..................................................................................................2
8.2 Lophotrochozoa................................................................................................................................2
8.2.1 Platyhelminthes en andere nauw verwante bilateria................................................................2
8.2.1.1 Opbouw en structuur..........................................................................................................2
8.2.1.2 Neodermata........................................................................................................................3
8.2.1.3 Gastrotricha........................................................................................................................4
8.2.2 Mollusca of weekdieren.............................................................................................................5
8.2.2.1 Kop......................................................................................................................................5
8.2.2.2 Ventrale voet.......................................................................................................................6
8.2.2.3 Ingewandenzak...................................................................................................................6
8.2.2.4 Mantel................................................................................................................................6
8.2.3 Annelida of ringwormen............................................................................................................7
8.3 Ecdysozoa.........................................................................................................................................9
8.3.1 Nematoda of rondwormen........................................................................................................9
8.3.2 Tardigrada of mosbeertjes.......................................................................................................11
8.3.3 Arthropoda of geleedpotigen..................................................................................................11
1
, 8.1 Inleiding en systematische indeling
- 4 supergroepen in de Bilataria
o Xenacoulomorpha
o Lophotrochozoa
o Ecdysozoa
o Deuterostomia
8.2 Lophotrochozoa
- Vormen een monofyletische clade zonder duidelijke uiterlijke of ontwikkeling biologische
kenmerken
- Bestaan uit 16 fyla bezitten een lophofoor= soort krans van ciliën/tentakelachtige
structuren rond de mond
o Fyla samen gegroepeerd op basis van gelijkenissen in DNA sequenties
- Sommige fyla hebben een bijzonder type larve met 1 of meer ciliënbanden=
trochophoralarve
8.2.1 Platyhelminthes en andere nauw verwante bilateria
8.2.1.1 Opbouw en structuur
- = fylum van de platwormen dorsoventrale afplatting van het lichaam
- Acoelomate Animalia
- Basale klasse: trilhaarwormen
- Vrijlevende organismen terug te vinden in: mariene, zoetwater en terrestrische milieus
- Parasitaire organismen bevinden zich in vertebrate gastheren bv de mens
- Verschillende orgaanstelsel zijn ingbed in matrix van weefsel dat van mesodermale oorsprong
is= mesenchym
o Vult hele lichaamsholte tussen orgaanstelsels op geen lichaamsholte
acoelomaat
- Functies van mesenchym
o Ondersteunen van lichaam
o Opslagplaats voor reserve stoffen: glycogeen en vetten
o Bevat totipotente cellen= stamcellen cellen die nog niet gedifferentieerd zijn maar
kunnen dit wel om mogelijke celtypes te vormen
Platwormen zijn ideaal model voor stamcelonderzoek
- Hebben groot regeneratievermogen door aanwezigheid van totipotente cellen + sterke
polariteit
o Polariteit: cel weet wat voor en achterkant is anteroposterieure gradiënt
o Snijd worm dwars door nieuwe wormen
o Als je op specifieke plaatsen snijdt vorming van siamese tweelingen en andere
malformaties
- Spijsverteringsstelsel
o Eenvoudig= 1 opening is de mond + anus
o Gespierde slokdarm
o Vertakte darm oppervlaktevergroting + brengt voedsel dichter bij diverse delen
van lichaam
o Verteerde voedingsstoffen worden doorheen de darmwand doorgegeven aan de
omliggende weefsels
2
Inhoud
8.1 Inleiding en systematische indeling..................................................................................................2
8.2 Lophotrochozoa................................................................................................................................2
8.2.1 Platyhelminthes en andere nauw verwante bilateria................................................................2
8.2.1.1 Opbouw en structuur..........................................................................................................2
8.2.1.2 Neodermata........................................................................................................................3
8.2.1.3 Gastrotricha........................................................................................................................4
8.2.2 Mollusca of weekdieren.............................................................................................................5
8.2.2.1 Kop......................................................................................................................................5
8.2.2.2 Ventrale voet.......................................................................................................................6
8.2.2.3 Ingewandenzak...................................................................................................................6
8.2.2.4 Mantel................................................................................................................................6
8.2.3 Annelida of ringwormen............................................................................................................7
8.3 Ecdysozoa.........................................................................................................................................9
8.3.1 Nematoda of rondwormen........................................................................................................9
8.3.2 Tardigrada of mosbeertjes.......................................................................................................11
8.3.3 Arthropoda of geleedpotigen..................................................................................................11
1
, 8.1 Inleiding en systematische indeling
- 4 supergroepen in de Bilataria
o Xenacoulomorpha
o Lophotrochozoa
o Ecdysozoa
o Deuterostomia
8.2 Lophotrochozoa
- Vormen een monofyletische clade zonder duidelijke uiterlijke of ontwikkeling biologische
kenmerken
- Bestaan uit 16 fyla bezitten een lophofoor= soort krans van ciliën/tentakelachtige
structuren rond de mond
o Fyla samen gegroepeerd op basis van gelijkenissen in DNA sequenties
- Sommige fyla hebben een bijzonder type larve met 1 of meer ciliënbanden=
trochophoralarve
8.2.1 Platyhelminthes en andere nauw verwante bilateria
8.2.1.1 Opbouw en structuur
- = fylum van de platwormen dorsoventrale afplatting van het lichaam
- Acoelomate Animalia
- Basale klasse: trilhaarwormen
- Vrijlevende organismen terug te vinden in: mariene, zoetwater en terrestrische milieus
- Parasitaire organismen bevinden zich in vertebrate gastheren bv de mens
- Verschillende orgaanstelsel zijn ingbed in matrix van weefsel dat van mesodermale oorsprong
is= mesenchym
o Vult hele lichaamsholte tussen orgaanstelsels op geen lichaamsholte
acoelomaat
- Functies van mesenchym
o Ondersteunen van lichaam
o Opslagplaats voor reserve stoffen: glycogeen en vetten
o Bevat totipotente cellen= stamcellen cellen die nog niet gedifferentieerd zijn maar
kunnen dit wel om mogelijke celtypes te vormen
Platwormen zijn ideaal model voor stamcelonderzoek
- Hebben groot regeneratievermogen door aanwezigheid van totipotente cellen + sterke
polariteit
o Polariteit: cel weet wat voor en achterkant is anteroposterieure gradiënt
o Snijd worm dwars door nieuwe wormen
o Als je op specifieke plaatsen snijdt vorming van siamese tweelingen en andere
malformaties
- Spijsverteringsstelsel
o Eenvoudig= 1 opening is de mond + anus
o Gespierde slokdarm
o Vertakte darm oppervlaktevergroting + brengt voedsel dichter bij diverse delen
van lichaam
o Verteerde voedingsstoffen worden doorheen de darmwand doorgegeven aan de
omliggende weefsels
2