NEUROCOGNITIEF DEFICIET
Inleiding
Maatschappelijke impact
Een neurocognitief deficiet is in validerend op verschillende niveaus.
Patiënten niveau
o Lange periode van progressieve achteruitgang
o Diagnose pas na 2-3 jaar na 1ste symptomen.
o Psychische weerslag
Familiaal
o Financiële weerslag
o Impact op het functioneren
o Nood aan mantelzorg: stress.
o Per patiënt zijn er gemiddeld 3 mantelzorgers betrokken!
Samenleving
o Kosten en druk op zorgverlening.
Historiek
Dementie werd heel lang gezien als een psychiatrische aandoening. Tot eind 19 e
eeuw werden mensen met dementie als krankzinnig beschouwd.
20ste eeuw
Pas rond 20ste eeuw werd dementie echt gedefinieerd
= geheugenproblemen die evident zijn in leren, onthouden en oproepen van
nieuwe en oude informatie.
Primaire symptomen
o Stoornis in denken, redeneren, communicatie, oriëntatie, praktische
zaken
Moeilijkheden om vaardigheden meester te blijven en het dagelijkse
leven te organiseren
o Persoonlijkheidsveranderingen die resulteren in een beperkt inzicht
en deficiënte besluitvorming, disinhibitie, agressiviteit, emotionele
afvlakking en gebrek aan empathie.
Secundaire symptomen
o Psychiatrische symptomen: depressie, achterdocht, waanbeelden,
koppigheid en obsessief-compulsief gedrag
o Kunnen verband houden met het cerebraal disfunctioneren maar
ook beïnvloed zijn door de persoonlijkheid en ervaringen.
NINCDS-ADRDA criteria
= criteria voor definiëring van neuropsychologische testing.
Definitie alzheimer disease: histopathologisch bewijs via autopsie of
biopsie.
Probable
o Diagnose door klinisch en neuropsychologisch onderzoek
, o Progressieve cognitieve beperkingen in minstens 2 cognitieve
domeinen
Geheugen, taal, perceptuele vaardigheden, aandacht,
constructieve vaardigheden, oriëntatie, probleemoplossing,
functionele vaardigheden enz.
o Start tussen 40-90 jaar.
o Geen alternatieve verklaring.
DSM criteria
DSM IV
= Definiëring van Delirium, Dementie, Anamnestisch cognitieve stoornissen en
andere cognitieve stoornissen
DSM V: dementie wordt vervangen door neurocognitieve stoornis
= Cognitief disfunctioneren staat op de voorgrond, er is een neurologisch
probleem dat leidt tot symptomen en minder negatieve connotatie.
Cognitieve domeinen
o Aandacht
o Executieve functies
o Leren en geheugen
o Taal
o Perceptueel-motorische functies
o Sociaal – cognitieve functies
Etiologische subtypes
o Frontotemporale lobaire degeneratie
o Lewy Body Disease
o Vasculaire dementie
o Traumatisch hersenletsel
o Middelen / Medicatiegebruik
o HIV- gerelateerde dementie
o Ziekte van Parkinson, Huntington, Alzheimer enz.
Veroudering van het brein
Normaal vs. Pathologisch verouderen van het brein
Drempelhypothese
Er is een onduidelijke lijn tussen (ab)normale cognitieve veranderingen
Gestage afname van cognitieve reserve tot kritiek niveau.
De evolutie is sterk afhankelijk van dit reserve.
Definiëring
Age associated mental impairment: goedaardige
ouderdomsvergeetachtigheid
o Verminderd functioneren t.o.v. jongeren.
o Normaal t.o.v. leeftijdsgenoten.
Mild cognitive impairment: grije zone zonder impact op ADL
Neurocognitieve stoornissen
Inleiding
Maatschappelijke impact
Een neurocognitief deficiet is in validerend op verschillende niveaus.
Patiënten niveau
o Lange periode van progressieve achteruitgang
o Diagnose pas na 2-3 jaar na 1ste symptomen.
o Psychische weerslag
Familiaal
o Financiële weerslag
o Impact op het functioneren
o Nood aan mantelzorg: stress.
o Per patiënt zijn er gemiddeld 3 mantelzorgers betrokken!
Samenleving
o Kosten en druk op zorgverlening.
Historiek
Dementie werd heel lang gezien als een psychiatrische aandoening. Tot eind 19 e
eeuw werden mensen met dementie als krankzinnig beschouwd.
20ste eeuw
Pas rond 20ste eeuw werd dementie echt gedefinieerd
= geheugenproblemen die evident zijn in leren, onthouden en oproepen van
nieuwe en oude informatie.
Primaire symptomen
o Stoornis in denken, redeneren, communicatie, oriëntatie, praktische
zaken
Moeilijkheden om vaardigheden meester te blijven en het dagelijkse
leven te organiseren
o Persoonlijkheidsveranderingen die resulteren in een beperkt inzicht
en deficiënte besluitvorming, disinhibitie, agressiviteit, emotionele
afvlakking en gebrek aan empathie.
Secundaire symptomen
o Psychiatrische symptomen: depressie, achterdocht, waanbeelden,
koppigheid en obsessief-compulsief gedrag
o Kunnen verband houden met het cerebraal disfunctioneren maar
ook beïnvloed zijn door de persoonlijkheid en ervaringen.
NINCDS-ADRDA criteria
= criteria voor definiëring van neuropsychologische testing.
Definitie alzheimer disease: histopathologisch bewijs via autopsie of
biopsie.
Probable
o Diagnose door klinisch en neuropsychologisch onderzoek
, o Progressieve cognitieve beperkingen in minstens 2 cognitieve
domeinen
Geheugen, taal, perceptuele vaardigheden, aandacht,
constructieve vaardigheden, oriëntatie, probleemoplossing,
functionele vaardigheden enz.
o Start tussen 40-90 jaar.
o Geen alternatieve verklaring.
DSM criteria
DSM IV
= Definiëring van Delirium, Dementie, Anamnestisch cognitieve stoornissen en
andere cognitieve stoornissen
DSM V: dementie wordt vervangen door neurocognitieve stoornis
= Cognitief disfunctioneren staat op de voorgrond, er is een neurologisch
probleem dat leidt tot symptomen en minder negatieve connotatie.
Cognitieve domeinen
o Aandacht
o Executieve functies
o Leren en geheugen
o Taal
o Perceptueel-motorische functies
o Sociaal – cognitieve functies
Etiologische subtypes
o Frontotemporale lobaire degeneratie
o Lewy Body Disease
o Vasculaire dementie
o Traumatisch hersenletsel
o Middelen / Medicatiegebruik
o HIV- gerelateerde dementie
o Ziekte van Parkinson, Huntington, Alzheimer enz.
Veroudering van het brein
Normaal vs. Pathologisch verouderen van het brein
Drempelhypothese
Er is een onduidelijke lijn tussen (ab)normale cognitieve veranderingen
Gestage afname van cognitieve reserve tot kritiek niveau.
De evolutie is sterk afhankelijk van dit reserve.
Definiëring
Age associated mental impairment: goedaardige
ouderdomsvergeetachtigheid
o Verminderd functioneren t.o.v. jongeren.
o Normaal t.o.v. leeftijdsgenoten.
Mild cognitive impairment: grije zone zonder impact op ADL
Neurocognitieve stoornissen