METABOLE PROBLEMEN EN INFECTIES
1. Metabole problemen bij de neonaat
1.1 Glucose metabolisme
Glycemie: waarde opgeloste glucose in bloedbaan
1.1.1 Neonatale hypoglycemie
Als we een hypoglycemie vaststellen moeten we die steeds behandelen aangezien het
kan zorgen voor hersenschade.
Risico kinderen:
- kinderen van moeder met diabetes
- grote of kleine kinderen
- prematuren
Symptomen (hoe langer, hoe meer symptomen):
- trillen
- apnoe
- tremoren
- convulsies
Bij de geboorte stopt de toevoer van glucose. Als er dan geen voeding volgt is alle
glucose afkomstig van de lever, maar na 24u is die bron uitgeput en ontstaat er
hypoglycemie.
Behandeling:
Als er geen symptomen zijn gaan we de test herhalen, controleren we de strips, gaan
we bloed opsturen en geven we direct voeding. Indien er wel symptomen zijn is dit
een medische urgentie!! We gaan dan eveneens de test herhalen en bloed opsturen.
Verder starten we IV-toediening van glucose (eerst bolus en dan onderhoudsdosis).
1.1.2 Neonatale hyperglyecmie (>150mg/dl)
Oorzaken:
- stress
- medicatie
Behandeling:
Als een kind een hyperglycemie heeft gaan we de glucose toevoer verminderen.
1.2 Calcium metabolisme
Calcium is zeer belangrijk voor onze beenderen aangezien deze voor 99% uit calcium
bestaat.
1.2.1 Neonatale hypocalcemie (<7mg/dl)
Symptomen:
- apnoe
- trillen
- stuipen
- hyperreflexie
- hypertonie
39
, Diagnose:
- labo
- EKG
Behandeling:
Als er geen symptomen zijn is er geen behandeling nodig omdat dit spontaan
verdwijnt. Is het calciumgehalte onder de 6,5mg/dl dan moeten we continu IV calcium
geven en is het calciumgehalte onder de 5mg/dl dan geven we calcium in shot en na
10min gaan we dit indien nodig herhalen.
1.2.2 Neonatale hypercalcemie (>11mg/dl)
Symptomen:
- hypotonie
- hypertensie
- braken
- constipatie
- polyurie
- anemie
Diagnose:
- labo
1.3 Magnesium metabolisme
1.3.1 Neonatale hypomagnesemie (<1,5mg/dl)
Een hypomagnesemie kan ontstaan door een verminderde intake, toegenomen verlies
of een andere oorzaak.
Behandeling:
Als er een hypomagnesemie is gaan we IM magnesium toedienen en dit indien nodig
na 12u herhalen.
1.3.2 Neonatale hypermagnesemie (>2,5mg/dl)
Een hypermagnesemie kan ontstaan door maternale magnesiumsulfaat toediening.
Behandeling:
Als er symptomen zijn gaat men een wisseltransfusie doen, vocht toedienen, de
ademhaling ondersteunen, enzovoort.
2. Thermoregulatie bij de neonaat
Neutrale thermische temperatuur: lichaamstemperatuur waarbij het
zuurstofverbruik energieverlies zo laag mogelijk zijn
Normale temperatuur: 36,5-37,5°C
Koude stress: 36-36,4°C
Matige hypothermie: 32-35,9°C
Ernstige hypothermie: <32°C
Het behouden van het de lichaamstemperatuur is een belangrijke taak, maar iets
moeilijk aangezien een pasgeborene weinig vet heeft, de huid dun is en de bloedvaten
dicht tegen het oppervlak ligt. Prematuren zijn ook gevoeliger voor warmteverlies dan
a terme kinderen.
40
1. Metabole problemen bij de neonaat
1.1 Glucose metabolisme
Glycemie: waarde opgeloste glucose in bloedbaan
1.1.1 Neonatale hypoglycemie
Als we een hypoglycemie vaststellen moeten we die steeds behandelen aangezien het
kan zorgen voor hersenschade.
Risico kinderen:
- kinderen van moeder met diabetes
- grote of kleine kinderen
- prematuren
Symptomen (hoe langer, hoe meer symptomen):
- trillen
- apnoe
- tremoren
- convulsies
Bij de geboorte stopt de toevoer van glucose. Als er dan geen voeding volgt is alle
glucose afkomstig van de lever, maar na 24u is die bron uitgeput en ontstaat er
hypoglycemie.
Behandeling:
Als er geen symptomen zijn gaan we de test herhalen, controleren we de strips, gaan
we bloed opsturen en geven we direct voeding. Indien er wel symptomen zijn is dit
een medische urgentie!! We gaan dan eveneens de test herhalen en bloed opsturen.
Verder starten we IV-toediening van glucose (eerst bolus en dan onderhoudsdosis).
1.1.2 Neonatale hyperglyecmie (>150mg/dl)
Oorzaken:
- stress
- medicatie
Behandeling:
Als een kind een hyperglycemie heeft gaan we de glucose toevoer verminderen.
1.2 Calcium metabolisme
Calcium is zeer belangrijk voor onze beenderen aangezien deze voor 99% uit calcium
bestaat.
1.2.1 Neonatale hypocalcemie (<7mg/dl)
Symptomen:
- apnoe
- trillen
- stuipen
- hyperreflexie
- hypertonie
39
, Diagnose:
- labo
- EKG
Behandeling:
Als er geen symptomen zijn is er geen behandeling nodig omdat dit spontaan
verdwijnt. Is het calciumgehalte onder de 6,5mg/dl dan moeten we continu IV calcium
geven en is het calciumgehalte onder de 5mg/dl dan geven we calcium in shot en na
10min gaan we dit indien nodig herhalen.
1.2.2 Neonatale hypercalcemie (>11mg/dl)
Symptomen:
- hypotonie
- hypertensie
- braken
- constipatie
- polyurie
- anemie
Diagnose:
- labo
1.3 Magnesium metabolisme
1.3.1 Neonatale hypomagnesemie (<1,5mg/dl)
Een hypomagnesemie kan ontstaan door een verminderde intake, toegenomen verlies
of een andere oorzaak.
Behandeling:
Als er een hypomagnesemie is gaan we IM magnesium toedienen en dit indien nodig
na 12u herhalen.
1.3.2 Neonatale hypermagnesemie (>2,5mg/dl)
Een hypermagnesemie kan ontstaan door maternale magnesiumsulfaat toediening.
Behandeling:
Als er symptomen zijn gaat men een wisseltransfusie doen, vocht toedienen, de
ademhaling ondersteunen, enzovoort.
2. Thermoregulatie bij de neonaat
Neutrale thermische temperatuur: lichaamstemperatuur waarbij het
zuurstofverbruik energieverlies zo laag mogelijk zijn
Normale temperatuur: 36,5-37,5°C
Koude stress: 36-36,4°C
Matige hypothermie: 32-35,9°C
Ernstige hypothermie: <32°C
Het behouden van het de lichaamstemperatuur is een belangrijke taak, maar iets
moeilijk aangezien een pasgeborene weinig vet heeft, de huid dun is en de bloedvaten
dicht tegen het oppervlak ligt. Prematuren zijn ook gevoeliger voor warmteverlies dan
a terme kinderen.
40