CHEMIE HOOFDSTUK 1: Aminozuren, peptiden en
eiwitten
Aminozuren
1. AZ hebben gemeenschappelijke structuureigenschappen
Aminozuren
o Eiwitten/proteïnen opgebouwd uit covalent gekoppelde AZ
Proteïnen = polymeren van AZ
Met elk AZ residu covalent gebonden aan een buur
Residu reflecteert het verlies van H2O bij koppeling AZ
o Voorkomen
20 basis AZ voor eiwitten
W door de genen gecodeerd (voor de translatie)
Talrijke andere AZ in de natuur
Door post-translationele veranderingen/modificaties van eiwitten
(°) andere eiwitten of AZ (er zijn er dus meer dan de 20 AZ)
o Bouw
Carboxylgroep + aminogroep + R restgroep aan (allen aan) α C
Αlfa-koolstof chiraal (= asymmetrisch) (°) stereoenantiomeren
Uitz: Glycine niet chiraal
L/D configuraties = ruimtelijke spiegelbeelden (zoals R/L hand)
D/L configuratie = gebaseerd op glyceraldehyde L-AZ: aminogroep links
o AZ in eiwitten zijn enkel L-stereoisomeren (in de natuur)
L-vorm meer vertegenwoordigt tgv natuurlijke selectie = evolutie
Selectie obv specificiteit RNA & enzymen op ribosoom
Enzymen maken covalente peptidebindingen (°) eiwitten
Asymmetrische actieve plaats enzyme specificiteit
2. AZ kunnen worden ingedeeld op basis van R-groepen
R groepen
o Belangrijkste eigenschappen: polariteit, ionisatiegraad, grootte R groep
o Indeling in 5 groepen: apolair, aromatisch, polair ongeladen, polair pos geladen,
polair neg geladen
o Nomenclatuur: 3- en 1-lettercode
1
,2.0 Tabel uitleg (Zie PPT)
Polariteit:
o Polair = wateroplosbaar = hydrofiel ; apolair ≠ wateroplosbaar = hydrofoob
Pk1 & Pk2:
o = pKa waarden van zuurgroep en aminogroep
PkR:
o = pKa waarde van R groep
PI:
o = iso-elektrisch punt
o = pH waarde waarbij netto lading in molecule = 0
o = omslagpunt in een titratiecurve
Hydropathie index:
o = oplosbaarheid in polair/apolair milieu wateroplosbaarheid van AZ
o = maat voor de vrije energie van AZ bij overgang van hydrofoob solvent naar water
o Tekens
+ = hydrofoob = oplosbaar in apolair milieu
- = hydrofiel = oplosbaar in polair milieu/water
Occurence:
o = gemiddeld procentueel voorkomen van AZ
2.1 Apolair (ZIE PPT)
Gly(G), Ala(A), Pro(P), Val(V), Leu(L), Iso(I), Met(M)
Hydrofobe interacties stabiliteit
Specifiek
o Met: apolaie thioether groep S minder apolair
o Pro: cyclisch rigiditeit verminderde flexibiliteit
2.2 Aromatische zijgroepen (ZIE PPT)
Phe (F), Tyr(Y), Trp (W)
R groepen redelijk apolair hydrofobe interacties
Specifiek
o Tyr: OH-groep (°) waterstofbruggen
o Tyr, Trp meer polair dan Phe door OH en N groepen
o Vnl. Trp, Tyr absorberen UV licht
Absorptiespectrum = absorptie door een molecule ifv de golflengte
Enkel deze 3AZ absorberen dit spectrum door de alternerende dubbele &
enkele bindingen
Maximale absorptie licht door eiwitten bij golflengte van 280 nm
Trp absorbeer het meeste, phenylalanine minste
2
, Lambert-Beer wet
o Meting van lichtabsorptie door moleculen door een spectrofotometer
Zo concentraties van moleculen in oplossing bepalen
o Formule
I0= intensiteit invallende licht ; I= intensiteit uitgezonden licht;
C= concentratie van absorberend species; L= weglengte door cuvette;
A= absorbance
E= exctinctiecoeff (afhankelijk van chemische aard en golflengte)
o Werkwijze
Lichtbron zendt licht uit gaat door monochromator selecteert en zend licht uit
van 1 specifieke golflengte gaat vervolgens in cuvet sample absorbeert deel
licht uitgezonden licht w gemeten door detector
Lichtabsortie vh sample ~ concentratie opgeloste stof & weglengte
2.3 Polair, ongeladen
Ser (S), Thr (T), Cys(C), Asn(N), Gln (Q)
Meer wateroplosbaar door waterstofbruggen
Cys: sulhydrylgroep
o 2 cysteine reageren tot dimeer AZ = cystine
(°) S-S brug
Sterk hydrofoob
2.4 Geladen zijgroepen
Positief geladen zijgroepen
o Lys(K), His(H), Arg(R)
o Basische AZ
Negatief geladen zijgroepen
o Asp (D), Glu (E)
o Bevatten secundaire carboxylgroepen
o Zure AZ
3. AZ kunnen ingedeeld worden op basis van de R groep
Overlappende chemische eigenschappen: sommige AZ geladen én hydrofoob
o indeling is arbitrair!
3
, o Alternatieve indeling: AZ nummer 21 aanwezig = U Selenocysteine
4. Ook weinig voorkomende AZ hebben belangrijke functies
+/- 300 AZ niet in eiwitten
Sommige AZ (°) door post-synthetische modificaties
o Bv. 4-hydroxyproline: afgeleid van Pro
o Bv. Selenocysteine(Sec, U) en pyrrolysine: afgeleid van serine
Mogelijke andere functie: N-huishouding
o Bv. Ornithine en citruline
5. AZ reageert als zuur of base
AZ = zwitterion
o Amfoteer/amfolyten = chemische verbinding die zowel met zuur als base kan
reageren
o Zwitterion kan + / – geladen zijn afh van de pH
6. AZ hebben een karakteristieke titratiecurve
pKa (dissociatie) van amino en carboxylgroepen w beïnvloed door intramoleculaire
interacties
Titratiecurve voorspellen de netto-lading van AZ
o Op basis van pKa netto lading AZ bepalen
o Iso-elektrisch punt P
= pH waarde waarbij netto lading = 0
= omslagpunt in een titratiecurve, meerdere mogelijk (= meerdere
protoneringen)
= gemiddelde van de twee pKa waarden
pH boven pI = negatieve lading, pH onder pI = positieve lading
Hoe verder van iso-elektrisch punt, hoe groter de netto lading
Peptiden en eiwitten
2.1 Peptiden zijn ketens van AZ
Peptiden en proteïnen = polymeren van AZ
Peptidebinding
o = condensatiereactie
H2O w afgesplitst
Reversibele covalente binding tussen C en N
Oriëntatie van binding: trans
Activatie van reactie door carboxylgroep, want slechte LG
4
eiwitten
Aminozuren
1. AZ hebben gemeenschappelijke structuureigenschappen
Aminozuren
o Eiwitten/proteïnen opgebouwd uit covalent gekoppelde AZ
Proteïnen = polymeren van AZ
Met elk AZ residu covalent gebonden aan een buur
Residu reflecteert het verlies van H2O bij koppeling AZ
o Voorkomen
20 basis AZ voor eiwitten
W door de genen gecodeerd (voor de translatie)
Talrijke andere AZ in de natuur
Door post-translationele veranderingen/modificaties van eiwitten
(°) andere eiwitten of AZ (er zijn er dus meer dan de 20 AZ)
o Bouw
Carboxylgroep + aminogroep + R restgroep aan (allen aan) α C
Αlfa-koolstof chiraal (= asymmetrisch) (°) stereoenantiomeren
Uitz: Glycine niet chiraal
L/D configuraties = ruimtelijke spiegelbeelden (zoals R/L hand)
D/L configuratie = gebaseerd op glyceraldehyde L-AZ: aminogroep links
o AZ in eiwitten zijn enkel L-stereoisomeren (in de natuur)
L-vorm meer vertegenwoordigt tgv natuurlijke selectie = evolutie
Selectie obv specificiteit RNA & enzymen op ribosoom
Enzymen maken covalente peptidebindingen (°) eiwitten
Asymmetrische actieve plaats enzyme specificiteit
2. AZ kunnen worden ingedeeld op basis van R-groepen
R groepen
o Belangrijkste eigenschappen: polariteit, ionisatiegraad, grootte R groep
o Indeling in 5 groepen: apolair, aromatisch, polair ongeladen, polair pos geladen,
polair neg geladen
o Nomenclatuur: 3- en 1-lettercode
1
,2.0 Tabel uitleg (Zie PPT)
Polariteit:
o Polair = wateroplosbaar = hydrofiel ; apolair ≠ wateroplosbaar = hydrofoob
Pk1 & Pk2:
o = pKa waarden van zuurgroep en aminogroep
PkR:
o = pKa waarde van R groep
PI:
o = iso-elektrisch punt
o = pH waarde waarbij netto lading in molecule = 0
o = omslagpunt in een titratiecurve
Hydropathie index:
o = oplosbaarheid in polair/apolair milieu wateroplosbaarheid van AZ
o = maat voor de vrije energie van AZ bij overgang van hydrofoob solvent naar water
o Tekens
+ = hydrofoob = oplosbaar in apolair milieu
- = hydrofiel = oplosbaar in polair milieu/water
Occurence:
o = gemiddeld procentueel voorkomen van AZ
2.1 Apolair (ZIE PPT)
Gly(G), Ala(A), Pro(P), Val(V), Leu(L), Iso(I), Met(M)
Hydrofobe interacties stabiliteit
Specifiek
o Met: apolaie thioether groep S minder apolair
o Pro: cyclisch rigiditeit verminderde flexibiliteit
2.2 Aromatische zijgroepen (ZIE PPT)
Phe (F), Tyr(Y), Trp (W)
R groepen redelijk apolair hydrofobe interacties
Specifiek
o Tyr: OH-groep (°) waterstofbruggen
o Tyr, Trp meer polair dan Phe door OH en N groepen
o Vnl. Trp, Tyr absorberen UV licht
Absorptiespectrum = absorptie door een molecule ifv de golflengte
Enkel deze 3AZ absorberen dit spectrum door de alternerende dubbele &
enkele bindingen
Maximale absorptie licht door eiwitten bij golflengte van 280 nm
Trp absorbeer het meeste, phenylalanine minste
2
, Lambert-Beer wet
o Meting van lichtabsorptie door moleculen door een spectrofotometer
Zo concentraties van moleculen in oplossing bepalen
o Formule
I0= intensiteit invallende licht ; I= intensiteit uitgezonden licht;
C= concentratie van absorberend species; L= weglengte door cuvette;
A= absorbance
E= exctinctiecoeff (afhankelijk van chemische aard en golflengte)
o Werkwijze
Lichtbron zendt licht uit gaat door monochromator selecteert en zend licht uit
van 1 specifieke golflengte gaat vervolgens in cuvet sample absorbeert deel
licht uitgezonden licht w gemeten door detector
Lichtabsortie vh sample ~ concentratie opgeloste stof & weglengte
2.3 Polair, ongeladen
Ser (S), Thr (T), Cys(C), Asn(N), Gln (Q)
Meer wateroplosbaar door waterstofbruggen
Cys: sulhydrylgroep
o 2 cysteine reageren tot dimeer AZ = cystine
(°) S-S brug
Sterk hydrofoob
2.4 Geladen zijgroepen
Positief geladen zijgroepen
o Lys(K), His(H), Arg(R)
o Basische AZ
Negatief geladen zijgroepen
o Asp (D), Glu (E)
o Bevatten secundaire carboxylgroepen
o Zure AZ
3. AZ kunnen ingedeeld worden op basis van de R groep
Overlappende chemische eigenschappen: sommige AZ geladen én hydrofoob
o indeling is arbitrair!
3
, o Alternatieve indeling: AZ nummer 21 aanwezig = U Selenocysteine
4. Ook weinig voorkomende AZ hebben belangrijke functies
+/- 300 AZ niet in eiwitten
Sommige AZ (°) door post-synthetische modificaties
o Bv. 4-hydroxyproline: afgeleid van Pro
o Bv. Selenocysteine(Sec, U) en pyrrolysine: afgeleid van serine
Mogelijke andere functie: N-huishouding
o Bv. Ornithine en citruline
5. AZ reageert als zuur of base
AZ = zwitterion
o Amfoteer/amfolyten = chemische verbinding die zowel met zuur als base kan
reageren
o Zwitterion kan + / – geladen zijn afh van de pH
6. AZ hebben een karakteristieke titratiecurve
pKa (dissociatie) van amino en carboxylgroepen w beïnvloed door intramoleculaire
interacties
Titratiecurve voorspellen de netto-lading van AZ
o Op basis van pKa netto lading AZ bepalen
o Iso-elektrisch punt P
= pH waarde waarbij netto lading = 0
= omslagpunt in een titratiecurve, meerdere mogelijk (= meerdere
protoneringen)
= gemiddelde van de twee pKa waarden
pH boven pI = negatieve lading, pH onder pI = positieve lading
Hoe verder van iso-elektrisch punt, hoe groter de netto lading
Peptiden en eiwitten
2.1 Peptiden zijn ketens van AZ
Peptiden en proteïnen = polymeren van AZ
Peptidebinding
o = condensatiereactie
H2O w afgesplitst
Reversibele covalente binding tussen C en N
Oriëntatie van binding: trans
Activatie van reactie door carboxylgroep, want slechte LG
4