EXTRA OEFENINGEN BESTUURSRECHT:
Oefening 1:
‘Stad Brussel wil optreden tegen overlast door studenten, nu de ‘knaldrang’ na de coronapandemie
de spuigaten uitloopt. De gemeenteraad voorziet bij besluit van 6 mei 2023 een GAS – boete tussen
75 en 350 EUR voor nachtwaai. Om vier uur s’ nachts bezingen Wouter en Arne hun
onvoorwaardelijke vriendschap door luidkeels te kwelen op het Poelaertplein. Een overijverige
ambtenaar die door de gemeenteraad aangesteld werd om op pad te gaan en inbreuken vast te
stellen, betrapt de twee studenten op 25 mei om 04u23 en filmt het gebeuren. Hij bezorgt zijn proces
– verbaal aan de sanctionerend ambtenaar. Ook die reageert prompt en nog voor Wouter en Arne zijn
bekomen van de zware nacht eindigen ze niet alleen met een kater, maar ook met een GAS – boete
van respectievelijk 250 EUR voor Wouter en 350 EUR voor Arne (die aanzienlijk valser zong volgens de
opname). Volgens de sanctionerend ambtenaar moest de hoorplicht niet worden nageleefd,
aangezien de feiten voor eenvoudige vaststelling vatbaar waren en niet voor betwisting mogelijk.
Eenmaal nuchter herinneren de heren zich de colleges bestuursrecht en menen zij dat de GAS – boete
op verschillende rechtsgronden vernietigd kan worden. Bespreek de volgende argumenten die zijn
opwerpen en verwijs naar relevante wetsartikelen.’
Wouter meent dat de gemeenteraad niet mocht voorzien in een GAS – boete, omdat het
nachtlawaai ook reeds door het Strafwetboek wordt bestraft.
Nachtlawaai wordt niet al reeds in het Strafwetboek bestraft, het gaat hier dus niet om een
gemengde inbreuk en de gemeenteraad mag dus voorzien in een GAS – boete (geen afbreuk aan het
non bis in idem - beginsel)
Bovendien meent Wouter dat het niet de gemeenteraad is, maar wel het college van burgemeester
en schepenen dat bevoegd is voor het afvaardigen van een GAS – reglement.
Fout, de gemeenteraad is bevoegd voor bepalen gesanctioneerde inbreuken (ART. 2, §1 GAS – wet)
Arne meent dat de vaststellend ambtenaar niet bevoegd was om de inbreuk op het GAS –
reglement vast te stellen.
ART. 21, §1, °1 GAS - wet: ‘de gemeenteambtenaren’, de gemeenteambtenaar is dus bevoegd om de
inbreuk vast te stellen die uitsluitend het voorwerp van een administratieve sanctie uitmaakt.
Bovendien stelt Arne dat de hoorplicht wel degelijk moest zijn nageleefd.
De hoorplicht is wel van toepassing, want het gaat hier om een discretionaire bevoegdheid (het al
dan niet vaststellen van een GAS – boete). Het gaat hier niet om de uitzonderingsgrond die wordt
ingeroepen, waarbij de feiten voor eenvoudige vaststelling vatbaar zijn en niet voor betwisting
mogelijk, omdat dat enkel van toepassing is bij een gebonden bevoegdheid.
Is er nog een ander beginsel van behoorlijk bestuur in het gedrang?
Ja, het redelijkheidsbeginsel. In casu is er een veel te hoge boete opgelegd, in verhouding met het
bezorgde overlast. De administratieve sanctie moet bovendien proportioneel zijn in functie met de
zwaarte van de feiten (ART. 7 GAS – wet)
Oefening 1:
‘Stad Brussel wil optreden tegen overlast door studenten, nu de ‘knaldrang’ na de coronapandemie
de spuigaten uitloopt. De gemeenteraad voorziet bij besluit van 6 mei 2023 een GAS – boete tussen
75 en 350 EUR voor nachtwaai. Om vier uur s’ nachts bezingen Wouter en Arne hun
onvoorwaardelijke vriendschap door luidkeels te kwelen op het Poelaertplein. Een overijverige
ambtenaar die door de gemeenteraad aangesteld werd om op pad te gaan en inbreuken vast te
stellen, betrapt de twee studenten op 25 mei om 04u23 en filmt het gebeuren. Hij bezorgt zijn proces
– verbaal aan de sanctionerend ambtenaar. Ook die reageert prompt en nog voor Wouter en Arne zijn
bekomen van de zware nacht eindigen ze niet alleen met een kater, maar ook met een GAS – boete
van respectievelijk 250 EUR voor Wouter en 350 EUR voor Arne (die aanzienlijk valser zong volgens de
opname). Volgens de sanctionerend ambtenaar moest de hoorplicht niet worden nageleefd,
aangezien de feiten voor eenvoudige vaststelling vatbaar waren en niet voor betwisting mogelijk.
Eenmaal nuchter herinneren de heren zich de colleges bestuursrecht en menen zij dat de GAS – boete
op verschillende rechtsgronden vernietigd kan worden. Bespreek de volgende argumenten die zijn
opwerpen en verwijs naar relevante wetsartikelen.’
Wouter meent dat de gemeenteraad niet mocht voorzien in een GAS – boete, omdat het
nachtlawaai ook reeds door het Strafwetboek wordt bestraft.
Nachtlawaai wordt niet al reeds in het Strafwetboek bestraft, het gaat hier dus niet om een
gemengde inbreuk en de gemeenteraad mag dus voorzien in een GAS – boete (geen afbreuk aan het
non bis in idem - beginsel)
Bovendien meent Wouter dat het niet de gemeenteraad is, maar wel het college van burgemeester
en schepenen dat bevoegd is voor het afvaardigen van een GAS – reglement.
Fout, de gemeenteraad is bevoegd voor bepalen gesanctioneerde inbreuken (ART. 2, §1 GAS – wet)
Arne meent dat de vaststellend ambtenaar niet bevoegd was om de inbreuk op het GAS –
reglement vast te stellen.
ART. 21, §1, °1 GAS - wet: ‘de gemeenteambtenaren’, de gemeenteambtenaar is dus bevoegd om de
inbreuk vast te stellen die uitsluitend het voorwerp van een administratieve sanctie uitmaakt.
Bovendien stelt Arne dat de hoorplicht wel degelijk moest zijn nageleefd.
De hoorplicht is wel van toepassing, want het gaat hier om een discretionaire bevoegdheid (het al
dan niet vaststellen van een GAS – boete). Het gaat hier niet om de uitzonderingsgrond die wordt
ingeroepen, waarbij de feiten voor eenvoudige vaststelling vatbaar zijn en niet voor betwisting
mogelijk, omdat dat enkel van toepassing is bij een gebonden bevoegdheid.
Is er nog een ander beginsel van behoorlijk bestuur in het gedrang?
Ja, het redelijkheidsbeginsel. In casu is er een veel te hoge boete opgelegd, in verhouding met het
bezorgde overlast. De administratieve sanctie moet bovendien proportioneel zijn in functie met de
zwaarte van de feiten (ART. 7 GAS – wet)
