Hoofdstuk 2 Nederland rivierenland
2.1 Rijn en Maas
Vier rivieren
- 2 grote rivieren:
● Maas
● Rijn
- 2 kleinere rivieren:
● Eems
● Schelde
Het stroomgebied van de rijn
- Vanuit negen landen stroomt het water via beekjes, kanalen en rivieren de Rijn in.
- Gebied dat afwatert op een bepaalde rivier en zijn zijrivieren → stroomgebied
- Grens tussen twee stroomgebieden → waterscheiding
❖ Wordt gevormd door hogere delen landschap, zoals heuvelrug of bergketen.
- Rivier met alle zijrivieren en vertakkingen die deel uitmaken van hetzelfde
stroomgebied → stroomstelsel
- Rijn is een gemengde rivier → smeltwater en regenwater
➔ s’ Zomers is ruim 70% smeltwater
- s’ Winters is de waterafvoer van de Rijn het hoogst → verdamping is zeer klein en er
wordt vooral regenwater afgevoerd.
, Bovenloop, middenloop en benedenloop
- De Rijn is ontstaan door het samenkomen van twee bergriviertjes in de Zwitserse
Alpen.
- Bovenloop → kleine beken die samen stromen tot een grote rivier
● Eerste gedeelte rivier
● Hellingshoek hoog
● Snelle stroming → veel erosie → rivier neemt veel sediment mee
- Middenloop → middelste gedeelte rivier waar evenwicht is tussen erosie en
sedimentatie.
● Hellingshoek neemt stroomafwaarts af
● Dichter bij zee → gebied wordt vlakker → langzamere stroming
- Benedenloop → laatste gedeelte van de rivier
● Kleine hellingshoek
● veel sedimentatie
● Monding in zee → delta
De Maas
- Regenrivier
- Stroomgebied heeft even groot oppervlak als Nederland.
- Plateau van Langres (Frankrijk) → België → Nederland
- Grotendeels onbedijkt
- Bovenloop
● Onbedijkt
● Bron → Frans-Belgische grens
- Middenloop
● Belgische Ardennen → Belgische-Nederlandse grens
- Benedenloop
❖ Eerste gedeelte
● Limburg
● Door een dal
● Aan weerszijden natuurlijke terrassen
❖ Tweede gedeelte
● Nederland
● Bedijkt
- Vanaf Maastricht tot Maastracht wordt de rivier de Grensmaas genoemd, omdat hij
de grens vormt tussen Nederland en België.
➢ Te ondiep voor scheepvaart → gebruik gemaakt van het Julianakanaal
2.1 Rijn en Maas
Vier rivieren
- 2 grote rivieren:
● Maas
● Rijn
- 2 kleinere rivieren:
● Eems
● Schelde
Het stroomgebied van de rijn
- Vanuit negen landen stroomt het water via beekjes, kanalen en rivieren de Rijn in.
- Gebied dat afwatert op een bepaalde rivier en zijn zijrivieren → stroomgebied
- Grens tussen twee stroomgebieden → waterscheiding
❖ Wordt gevormd door hogere delen landschap, zoals heuvelrug of bergketen.
- Rivier met alle zijrivieren en vertakkingen die deel uitmaken van hetzelfde
stroomgebied → stroomstelsel
- Rijn is een gemengde rivier → smeltwater en regenwater
➔ s’ Zomers is ruim 70% smeltwater
- s’ Winters is de waterafvoer van de Rijn het hoogst → verdamping is zeer klein en er
wordt vooral regenwater afgevoerd.
, Bovenloop, middenloop en benedenloop
- De Rijn is ontstaan door het samenkomen van twee bergriviertjes in de Zwitserse
Alpen.
- Bovenloop → kleine beken die samen stromen tot een grote rivier
● Eerste gedeelte rivier
● Hellingshoek hoog
● Snelle stroming → veel erosie → rivier neemt veel sediment mee
- Middenloop → middelste gedeelte rivier waar evenwicht is tussen erosie en
sedimentatie.
● Hellingshoek neemt stroomafwaarts af
● Dichter bij zee → gebied wordt vlakker → langzamere stroming
- Benedenloop → laatste gedeelte van de rivier
● Kleine hellingshoek
● veel sedimentatie
● Monding in zee → delta
De Maas
- Regenrivier
- Stroomgebied heeft even groot oppervlak als Nederland.
- Plateau van Langres (Frankrijk) → België → Nederland
- Grotendeels onbedijkt
- Bovenloop
● Onbedijkt
● Bron → Frans-Belgische grens
- Middenloop
● Belgische Ardennen → Belgische-Nederlandse grens
- Benedenloop
❖ Eerste gedeelte
● Limburg
● Door een dal
● Aan weerszijden natuurlijke terrassen
❖ Tweede gedeelte
● Nederland
● Bedijkt
- Vanaf Maastricht tot Maastracht wordt de rivier de Grensmaas genoemd, omdat hij
de grens vormt tussen Nederland en België.
➢ Te ondiep voor scheepvaart → gebruik gemaakt van het Julianakanaal