III. Vroege vertebrata en ontstaan Gnathastomata
Onderschieding vn ongewerverlde chorda voeders
o Duidelijk hoofdeinde met 3-delig brein
o Kraakbeenachtige schedel
o Complexe zintuigen
o Kieuwen gebruikt vr ademhaling
Gnathastomata
o Lichaamsbouw vr hogere graad vn activiteit en predatie
o Kaken homoloog met de structuren die de kieuwen vormen
Ostracodermi
o Vissen in een benig pantser <-> vissen nu die geen been meer hebben
3.2. Bestaande kaakloze vissen
Myxiniformes – Slijmprikken
Structurele kenmerken
o Grote slijmklieren, openen dr de lichaamswand (uniek kenmerk)
Slijm vrij in lange strengen die bij contact met zeewater gaan strekken
Afschrikken predatoren
Na gevaar, knoop in lichaam en schrapen ze slijm er af en blazen ze hard om hun nasale
opening proper te maken
o Geen vertebrae
o Interne structuur vele ongespecialiseerde functies
Simpele nieren
1 semicirculair kanaal aan beide kanten v/d kop
Enkele terminale nasale opening, verbinding met de farynx
Ogen degenereren of bedekt dr een dikke huidlaag
o Mond omgeven dr 6 tentakels
o 2 hoornige platen in de mond, dragen tandachtige structuren vn keratine
o Grote bloedsinussen en lage bloeddruk
o Accessorische harten in de lever en staart regio in additie op het echte hart aan de kieuwen
Aneurale harten
Intrinsieke pompritme nr de harten zelf
o Bloed met rode bloedcellen en hemoglobine
o Echte hart heeft 3 kamers
Voeding
o Vallen doden of stervende vertebraten aan
o Bijten in de prooi knoop in lichaam knoop verschuiven tot tegen de prooi vlees uit de prooi
trekken
o Maken een gat in het harde vlees aan de buitenkant zodat ze aan de zachte interne delen kunnen
o Kunnen opgeloste organische nutriënten opnemen dr de huid en de kieuwen
Reproductie
o Aantallen: vrouwen > mannen
o Sommige soorten zijn hermafrodiet
1
Onderschieding vn ongewerverlde chorda voeders
o Duidelijk hoofdeinde met 3-delig brein
o Kraakbeenachtige schedel
o Complexe zintuigen
o Kieuwen gebruikt vr ademhaling
Gnathastomata
o Lichaamsbouw vr hogere graad vn activiteit en predatie
o Kaken homoloog met de structuren die de kieuwen vormen
Ostracodermi
o Vissen in een benig pantser <-> vissen nu die geen been meer hebben
3.2. Bestaande kaakloze vissen
Myxiniformes – Slijmprikken
Structurele kenmerken
o Grote slijmklieren, openen dr de lichaamswand (uniek kenmerk)
Slijm vrij in lange strengen die bij contact met zeewater gaan strekken
Afschrikken predatoren
Na gevaar, knoop in lichaam en schrapen ze slijm er af en blazen ze hard om hun nasale
opening proper te maken
o Geen vertebrae
o Interne structuur vele ongespecialiseerde functies
Simpele nieren
1 semicirculair kanaal aan beide kanten v/d kop
Enkele terminale nasale opening, verbinding met de farynx
Ogen degenereren of bedekt dr een dikke huidlaag
o Mond omgeven dr 6 tentakels
o 2 hoornige platen in de mond, dragen tandachtige structuren vn keratine
o Grote bloedsinussen en lage bloeddruk
o Accessorische harten in de lever en staart regio in additie op het echte hart aan de kieuwen
Aneurale harten
Intrinsieke pompritme nr de harten zelf
o Bloed met rode bloedcellen en hemoglobine
o Echte hart heeft 3 kamers
Voeding
o Vallen doden of stervende vertebraten aan
o Bijten in de prooi knoop in lichaam knoop verschuiven tot tegen de prooi vlees uit de prooi
trekken
o Maken een gat in het harde vlees aan de buitenkant zodat ze aan de zachte interne delen kunnen
o Kunnen opgeloste organische nutriënten opnemen dr de huid en de kieuwen
Reproductie
o Aantallen: vrouwen > mannen
o Sommige soorten zijn hermafrodiet
1