Preventie
WCO 1
• De student beschrijft onder begeleiding het gezondheidsprobleem (epidemiologische
diagnose) van een reële casus.
Bv: Roken kan leiden tot het gezondheidsprobleem longkanker.
• De student beschrijft onder begeleiding het subgedrag van een reële casus.
Bv: Roken kan leiden tot het subgedrag beginnen met roken (en de verschillende stadia
hierbinnen).
• De student selecteert onder begeleiding de gewenste gedragsverandering binnen een
reële casus.
Bv. Het niet starten met roken (binnen een bepaalde doelgroep).
• De student verklaart onder begeleiding het geselecteerde gedrag d.m.v. het gedragswiel
toegepast op een reële casus.
Bv. Roken door groepsdruk. => Sociaal-cultureel of psycho-sociaal (kan ik druk weerstaan
of niet).
• De student identificeert onder begeleiding voor het geselecteerde gedrag en omgeving
de determinanten binnen een reële casus.
VERANDERBARE DETERMINANTEN
COMPETENTIES
-> Lichamelijke competenties: dia 23-24
-> Psychosociale competenties: dia 26
DRIJFVEREN
-> Reflectieve drijfveren: dia 32, 34, 35, 37, 39, 41
-> Automatische drijfveren: dia 42, 43
CONTEXT
-> Fysieke context: dia 48, 50
-> Sociaal-culturele context: dia 53, 54, 55, 56
-> Economische context
-> Politieke context
ONVERANDERBARE DETERMINANTEN
-> Biologische factoren: leeftijd, erfelijkheid, geslacht
-> Opleidingsniveau
-> Socio-economische status
• De student stelt onder begeleiding concrete veranderdoelen binnen een reële casus.
SMART-doelstellingne over het starten met roken. Veranderdoelen zijn een combinatie
van de doelgroep, het gewenste gedrag en de determinant(en) die je daarvoor wil
veranderen.
• De student benoemt theoretische inzichten van evidence informed werken
(gedragsverklaring en gedrags-verandering) binnen een reëel gezondheids-bevorderend
project/actie.
???
• De student maakt onder begeleiding gebruik van gekende kanalen binnen de
gezondheidsbevordering.
Gekende gevolgen van roken.
, WCO 2
• De student identificeert onder begeleiding globale en effectieve preventiestrategieën en
gedragsveranderingstechnieken die van toepassing zijn op de veranderdoelen binnen
een aangeboden reële casus.
PREVENTIESTRATEGIEËN
-> Educatie (informeren, trainen van competenties en sensibiliseren) dia 13, 14, 15
-> Omgevingsinterventies (fysieke, sociale maatregelen) dia 21, 22, 24
-> Afspraken en regels (beperkend of stimulerend) dia 26, 27
-> Zorg en begeleiding
GEDRAGSVERANDERINGSTECHNIEKEN
-> Nudging: nudges zijn subtiele duwtjes die, via aanpassingen in de omgeving of in
communicatie, ons gedrag richting gezonde keuzes kunnen sturen
-> Persuasieve communicatie: overtuigende en engagerende communicatie binnen
gezondheidsbevordering
10 vuistregels:
- trek de aandacht: zorg dat de boodschap gezien wordt (dia 64)
- wees duidelijk: zorg dat je boodschap begrepen wordt (dia 66)
- maak het haalbaar: verlaag veranderangst (dia 60)
- benadruk incentives: geef een extra duwtje in de rug (dia 72)
- stel een positieve sociale norm en bied sociale steun (dia 77)
- kies voor geloofwaardig bewijs (dia 79)
- hanteer een geschikt frame (dia 82)
- kies de juiste boodschapper (dia 87)
- vermijd stigmatisering en culpabilisering (dia 88)
- communiceer met oog voor diversiteit (dia 90)
• De student formuleert onder begeleiding onderbouwde aanvullingen ter optimalisatie
van het bestaande project/ actie.
???
• De student maakt onder begeleiding gebruik van gekende kanalen binnen de
gezondheidsbevordering.
???
• De student benoemt theoretische inzichten van
'evidence informed' werken (gedragsverklaring en gedragsverandering) binnen een
bestaand gezondheids-bevorderend project/ actie.
???
WCO 1
• De student beschrijft onder begeleiding het gezondheidsprobleem (epidemiologische
diagnose) van een reële casus.
Bv: Roken kan leiden tot het gezondheidsprobleem longkanker.
• De student beschrijft onder begeleiding het subgedrag van een reële casus.
Bv: Roken kan leiden tot het subgedrag beginnen met roken (en de verschillende stadia
hierbinnen).
• De student selecteert onder begeleiding de gewenste gedragsverandering binnen een
reële casus.
Bv. Het niet starten met roken (binnen een bepaalde doelgroep).
• De student verklaart onder begeleiding het geselecteerde gedrag d.m.v. het gedragswiel
toegepast op een reële casus.
Bv. Roken door groepsdruk. => Sociaal-cultureel of psycho-sociaal (kan ik druk weerstaan
of niet).
• De student identificeert onder begeleiding voor het geselecteerde gedrag en omgeving
de determinanten binnen een reële casus.
VERANDERBARE DETERMINANTEN
COMPETENTIES
-> Lichamelijke competenties: dia 23-24
-> Psychosociale competenties: dia 26
DRIJFVEREN
-> Reflectieve drijfveren: dia 32, 34, 35, 37, 39, 41
-> Automatische drijfveren: dia 42, 43
CONTEXT
-> Fysieke context: dia 48, 50
-> Sociaal-culturele context: dia 53, 54, 55, 56
-> Economische context
-> Politieke context
ONVERANDERBARE DETERMINANTEN
-> Biologische factoren: leeftijd, erfelijkheid, geslacht
-> Opleidingsniveau
-> Socio-economische status
• De student stelt onder begeleiding concrete veranderdoelen binnen een reële casus.
SMART-doelstellingne over het starten met roken. Veranderdoelen zijn een combinatie
van de doelgroep, het gewenste gedrag en de determinant(en) die je daarvoor wil
veranderen.
• De student benoemt theoretische inzichten van evidence informed werken
(gedragsverklaring en gedrags-verandering) binnen een reëel gezondheids-bevorderend
project/actie.
???
• De student maakt onder begeleiding gebruik van gekende kanalen binnen de
gezondheidsbevordering.
Gekende gevolgen van roken.
, WCO 2
• De student identificeert onder begeleiding globale en effectieve preventiestrategieën en
gedragsveranderingstechnieken die van toepassing zijn op de veranderdoelen binnen
een aangeboden reële casus.
PREVENTIESTRATEGIEËN
-> Educatie (informeren, trainen van competenties en sensibiliseren) dia 13, 14, 15
-> Omgevingsinterventies (fysieke, sociale maatregelen) dia 21, 22, 24
-> Afspraken en regels (beperkend of stimulerend) dia 26, 27
-> Zorg en begeleiding
GEDRAGSVERANDERINGSTECHNIEKEN
-> Nudging: nudges zijn subtiele duwtjes die, via aanpassingen in de omgeving of in
communicatie, ons gedrag richting gezonde keuzes kunnen sturen
-> Persuasieve communicatie: overtuigende en engagerende communicatie binnen
gezondheidsbevordering
10 vuistregels:
- trek de aandacht: zorg dat de boodschap gezien wordt (dia 64)
- wees duidelijk: zorg dat je boodschap begrepen wordt (dia 66)
- maak het haalbaar: verlaag veranderangst (dia 60)
- benadruk incentives: geef een extra duwtje in de rug (dia 72)
- stel een positieve sociale norm en bied sociale steun (dia 77)
- kies voor geloofwaardig bewijs (dia 79)
- hanteer een geschikt frame (dia 82)
- kies de juiste boodschapper (dia 87)
- vermijd stigmatisering en culpabilisering (dia 88)
- communiceer met oog voor diversiteit (dia 90)
• De student formuleert onder begeleiding onderbouwde aanvullingen ter optimalisatie
van het bestaande project/ actie.
???
• De student maakt onder begeleiding gebruik van gekende kanalen binnen de
gezondheidsbevordering.
???
• De student benoemt theoretische inzichten van
'evidence informed' werken (gedragsverklaring en gedragsverandering) binnen een
bestaand gezondheids-bevorderend project/ actie.
???