H12 Inkomensvorming en
inkomensverdeling
- Inkomens worden primair verdiend in het producteproces:
o Lonen
o Interesten
o Winsten
o huren
= inkomen uit arbeid en vermogen
- In de sociale markteconomie wordt er bijgestuurd dmv:
o belastngen (fscaal)
o sociale zekerheidsbijdragen (para- fscaal)
o voorziening van collecteve goederen
o uitkering van transfertnkomens
1 De functionele inkomensvorming
1.1 Het loon
1.1.1 Omschrijving
Netto-loon RSZ en Bruto- RSZ Loonkost
werknemer belastng loon werkgever werkgever = vergoeding voor leveren v.
arbeidsprestates
1500 € 589 € 2089 € 697 € 2785 €
- werknemer (arbeidscontract)
2200 € 1520 € 3720 € 1240 € 4961 € - zelfstandige (onder eigen gezag)
Arbeid is meer dan loon alleen!
3000 € 2659 € 5659 € 1887 € 7547 €
Loonkost werkgever:
- brutoloon + werkgeversbijdrage (35%) + vakantegeld (98% van maandloon) +
eindejaarspremie (variabel) + verzekeringen (arbeidsongevallen, pensioen, ..) + extralegale
voordelen
Brutoloon werknemer – sociale zekerheidspremie (13%) – bedrijfsvoorhefng (variabel) = Netoloon
1.1.2 Determinanten van het algemene loonpeil en van de loonevolutie
Speciaal geval van Vraag en Aanbod Wordt bepaald door:
- De situate op de arbeidsmarkt
- De machtsverhoudingen tussen vakbonden en werkgevers
- De invloed van de overheid
Hoe beïnvloedt de loonstiggng de werkgelegenhegd?
Mgcro: kan de loonsverhoging worden doorberekend?
Wel
- stjging productviteit en zelfde verkoopprijs: geen invloed
- stjging verkoopprijs: geen invloed
Dus: afankelijk van de prijselastciteit van de vraag!!
Nget
, - hogere lonen leidt tot minder winst en minder vergoeding voor kapitaal.
- leidt tot procesinnovate en minder werkplaatsen bij eenzelfde producte
- verschuiving producte (EU en globalisering)
Dus pragmatsche aanpak als meest open economie: buurlanden volgen!
gnvloed van de overhegd.
- Vastleggen minimumloon (1501 Euro per maand voltjds dd 1 dec 2012)
- Sinds 1982: loonmatging
- Begin jaren 80: verbeteren concurrenteposite
- Begin jaren 90: halen Maastrichtnorm
- Binnenkort: All-in loonakkoorden?
1.2 Interest en winst
1.2.1 Omschrijving
Interest = geldelijke vergoeding voor gebruik vh fnancieel vermogen, komt tot stand op markt v.
kapitaal
- Inkomst voor de eigenaar
- Kost voor de gebruiker
- Reële en nominale interest
Wgnst
- verschil tussen totale ontvangsten en de totale kosten van een onderneming
- beloning voor de aandeelhouders in de vorm van dividend of wordt geherinvesteerd in het
bedrijf (beiden bepalen de waarde van een aandeel)
Huur
- vergoeding voor het gebruik van een onroerend goed
- Nominale en reële huur
- Afankelijk van vraag en aanbod
- Bepaald door waarde van de immo- markt
2 De personele inkomensverdeling
Hoe worden deze factorgnkomsten verdeeld over de gezgnnen?
- primaire inkomensverdeling
- secundaire inkomensverdeling
- tertaire inkomensverdeling
2.1 De primaire inkomensverdeling
- de vergoedgng van de producte- factoren ugt het producteproces
- = inkomen uit arbeid en/of uit vermogen ( alles wat je bezit zoals een auto, huis, aandelen,
spaarboek)
o Inkomen uit arbeid:
Loon als werknemer
Inkomen uit arbeid
Zelfstandige
o Inkomen uit vermogen
Onroerende goederen
Of Roerende fnanciële
goederen
inkomensverdeling
- Inkomens worden primair verdiend in het producteproces:
o Lonen
o Interesten
o Winsten
o huren
= inkomen uit arbeid en vermogen
- In de sociale markteconomie wordt er bijgestuurd dmv:
o belastngen (fscaal)
o sociale zekerheidsbijdragen (para- fscaal)
o voorziening van collecteve goederen
o uitkering van transfertnkomens
1 De functionele inkomensvorming
1.1 Het loon
1.1.1 Omschrijving
Netto-loon RSZ en Bruto- RSZ Loonkost
werknemer belastng loon werkgever werkgever = vergoeding voor leveren v.
arbeidsprestates
1500 € 589 € 2089 € 697 € 2785 €
- werknemer (arbeidscontract)
2200 € 1520 € 3720 € 1240 € 4961 € - zelfstandige (onder eigen gezag)
Arbeid is meer dan loon alleen!
3000 € 2659 € 5659 € 1887 € 7547 €
Loonkost werkgever:
- brutoloon + werkgeversbijdrage (35%) + vakantegeld (98% van maandloon) +
eindejaarspremie (variabel) + verzekeringen (arbeidsongevallen, pensioen, ..) + extralegale
voordelen
Brutoloon werknemer – sociale zekerheidspremie (13%) – bedrijfsvoorhefng (variabel) = Netoloon
1.1.2 Determinanten van het algemene loonpeil en van de loonevolutie
Speciaal geval van Vraag en Aanbod Wordt bepaald door:
- De situate op de arbeidsmarkt
- De machtsverhoudingen tussen vakbonden en werkgevers
- De invloed van de overheid
Hoe beïnvloedt de loonstiggng de werkgelegenhegd?
Mgcro: kan de loonsverhoging worden doorberekend?
Wel
- stjging productviteit en zelfde verkoopprijs: geen invloed
- stjging verkoopprijs: geen invloed
Dus: afankelijk van de prijselastciteit van de vraag!!
Nget
, - hogere lonen leidt tot minder winst en minder vergoeding voor kapitaal.
- leidt tot procesinnovate en minder werkplaatsen bij eenzelfde producte
- verschuiving producte (EU en globalisering)
Dus pragmatsche aanpak als meest open economie: buurlanden volgen!
gnvloed van de overhegd.
- Vastleggen minimumloon (1501 Euro per maand voltjds dd 1 dec 2012)
- Sinds 1982: loonmatging
- Begin jaren 80: verbeteren concurrenteposite
- Begin jaren 90: halen Maastrichtnorm
- Binnenkort: All-in loonakkoorden?
1.2 Interest en winst
1.2.1 Omschrijving
Interest = geldelijke vergoeding voor gebruik vh fnancieel vermogen, komt tot stand op markt v.
kapitaal
- Inkomst voor de eigenaar
- Kost voor de gebruiker
- Reële en nominale interest
Wgnst
- verschil tussen totale ontvangsten en de totale kosten van een onderneming
- beloning voor de aandeelhouders in de vorm van dividend of wordt geherinvesteerd in het
bedrijf (beiden bepalen de waarde van een aandeel)
Huur
- vergoeding voor het gebruik van een onroerend goed
- Nominale en reële huur
- Afankelijk van vraag en aanbod
- Bepaald door waarde van de immo- markt
2 De personele inkomensverdeling
Hoe worden deze factorgnkomsten verdeeld over de gezgnnen?
- primaire inkomensverdeling
- secundaire inkomensverdeling
- tertaire inkomensverdeling
2.1 De primaire inkomensverdeling
- de vergoedgng van de producte- factoren ugt het producteproces
- = inkomen uit arbeid en/of uit vermogen ( alles wat je bezit zoals een auto, huis, aandelen,
spaarboek)
o Inkomen uit arbeid:
Loon als werknemer
Inkomen uit arbeid
Zelfstandige
o Inkomen uit vermogen
Onroerende goederen
Of Roerende fnanciële
goederen
